donderdag 4 december 2008

Leeshonger

Hier geen Sinterklaas dit jaar dus moet ik mezelf maar even verwennen. Alhoewel ik iedere week een soortgelijk excuus heb om boeken te kopen. Ik had bijvoorbeeld 70 euro gewonnen bij online Yahtzee (ja, ja, hoe verzin je het - maar er zijn volgens mij ergere verslavingen) en daar mocht ik van mezelf dan weer boeken van kopen. Dat gaat altijd vijf keer zo snel als het uitzoeken van nieuwe kleding dus ligt er weer een nieuw stapeltje, terwijl ik ook nog in een dikke pil bezig ben. Maar de lange dagen zijn nog lang niet om. Hier de boeken: binnenkort zult u er hier besprekingen van aantreffen.

Aravind Adiga - De Witte Tijger

Al heel vaak laten liggen maar toch iedere keer weer even bekeken in de boekhandel dus moest het maar een keertje mee naar huis. De winnaar van de Booker Prize 2008.



Bericht aan allen - Michael Kumpfmueller

Is bij Broese Kemink boek van de maand en stond me aan te staren vanaf diverse lessenaars. Kende het boek niet en de auteur niet al zegt de titel van zijn vorige roman Lotgevallen van een beddenverkoper me vagelijk wel iets. Ik was meteen om bij de flaptekst (een minister van Binnenlandse Zaken die een sms-je van zijn dochter krijgt op het moment dat haar vliegtuig gaat neerstorten) maar eigenlijk ook al bij de aanduiding uit de Frankfurter Allgemeine Zeitung: 'De politieke roman van de eenentwintigste eeuw'.


Hans Vervoort - Het Bedrijf - Betere tijden

Deel 2 van Het Bedrijf (lees: De Weekbladpers, uitgever van o.a. Opzij en Vrij Nederland). Wie a zegt moet b zeggen en deel 1 was me goed bevallen.


Jonathan Littell - De Welwillenden

Hier ben ik zo'n honderd bladzijden in gevorderd maar dat gaat nog wel even duren want het is bijna duizend dichtbetypte pagina's lang. Een boek waar veel over te doen is want vanuit een SS-er beschreven. Het is enorm gedetailleerd maar het is vooral ook gruwelijk. Er zijn al zoveel joden afgeslacht in het stuk dat ik gelezen heb dat ik het maar een beetje ga doseren en het niet in 1 keer uitlees. Om de donkere dagen niet nog deprimerender te maken.



William Burroughs en Jack Kerouac- En de nijlpaarden werden gekookt in hun bassins

Maf boek, heb het inmiddels uit en het is echt voor de liefhebber. De vraag is nog steeds of ik daar toe behoor. Dat wist ik na het lezen van On the Road niet en dat weet ik nog steeds niet. Dit is wel een prachtige uitgave (het boek is al in de jaren 50 geschreven maar niet eerder gepubliceerd) trouwens met een verhelderende analyse en uitleg achterin, waar je beter mee kunt begin. Het boek is op feiten en volgens de achterflap 'een keiharde misdaadroman over een schokkende moord die de grondslag legde voor de Beat Generation'. De misdaad is wel hard maar wordt pas 20 bladzijden voor het einde gepleegd. Dus is het vooral veel voorspel en dan helemaal in de slepende stijl van Burrougsh en Kerouac die om de beurt een hoofdstuk schrijven. Veel drugs en alcohol en vooral veel lethargie. Niet zo cult als de uitgever ons wil doen laten geloven maar toch best aardig.
Jaaps boekencijfer: 7.2

Mohsin Hamid – De val van een fundamentalist

Intrigerende titel, dat vond ik meteen al maar het was even aan mijn aandacht ontglipt. Alhoewel ik gespitst ben op de zogenaamde ‘post 9/11’ literatuur en dit boek in 2007 al genomineerd was voor de Booker Prize. Ik kwam het tegen in de goedkope versie (tien euro!) en of het lot er mee speelt, was het thema ineens actueler dan ooit. De hoofdpersoon is namelijk een Pakistaan die zich voortdurend zorgen maakt over de spanningen tussen zijn land en India die enkele jaren geleden tot een kookpunt kwamen. De laatste tijd was de verhouding tussen beide landen redelijk stabiel maar door de aanslagen in Mumbay lijkt de zaak weer op scherp te staan. De actuele ontwikkeling maakt het boek nog een stukje interessanter omdat ik me realiseerde hoe wankel dat soort evenwichten zijn. En Mohsin Hamid, die zelf in Pakistan opgroeide, maakt duidelijk hoeveel impact dit soort kwesties op het dagelijks leven van mensen heeft. De familie van de hoofdpersoon leeft met een voortdtdurend gevoel van onbehagen en dreiging en dat heeft weer vrij ingrijpende gevolgen voor de in Amerika woonachtige ik-figuur.



De val van een fundamentalist leest als een trein en dat komt vooral door de vertelvorm. De hoodpersoon vertelt zijn verhaal aan een Amerikaanse toerist op een terras in Pakistan terwijl ze theedrinken en een maaltijd gebruiken. Er is iets vreemds met dat gesprek omdat er geen vertrouwensband is en de ik-figuur de Amerikaan probeert te overtuigen. Waarvan precies is niet helemaal duidelijk. Van zijn goede bedoelingen, van zijn waarheid? In ieder geval zit er iets broeierigs en dreigends in de overigens uiterst beleefde conversatie.
Het verhaal dat hij vertelt gaat over zijn werkzame leven in Amerika waar hij als student aan Princeton opvalt en meteen carriere kan maken. Hij blinkt uit in zijn werk en als hij dan ook nog eens de vrouw van zijn dromen ontmoet, lijkt niets een gelukkige toekomst meer in de weg te staan. Tot er na 11 september niets meer hetzelfde is, zeker niet voor een Pakistaanse Amerikaan. Hamid beschrijft de veranderingen in het leven van de jongeman op een subtiele en indringende manier. Het begint al direct met de verwarring die hij voelt na de aanslagen (hij voelt een lichte triomf)en de schaamte die daarbij hoort. Hij voelt zich anders dan zijn Amerikaanse collega's en vrienden en hij wordt ook anders benaderd en bekeken. Uiteindelijk laat hij zijn baard staan na een kort bezoek aan zijn ouders in Pakistan en is er geen houden meer aan de neerwaartse spiraal.




Er valt heel wat op dit boek af te dingen, met name dat de auteur wel erg veel kwijt wil in 200 bladzijdes en blijkbaar geen keuze kon maken tussen verschillende verhaallijnen. De vertelvorm werkt goed maar leidt tegelijkertijd ook wel wat af. Groter bezwaar is de liefdesgeschiedenis die er doorheen speelt en die een boek op zich waard is. De ik-figuur raakt in de ban van Erica, en dat is tot op zekere hoogte wederzijds. Erica is echter nog lang niet los van haar aan kanker overleden vriend. Het levert prachtige en heftige passages op maar het is wat veel allemaal.


Het levensverhaal van de hoofdpersoon is genoeg en levert een pageturner op, een boek dat je niet in één adem uitleest omdat dat fysiek onmogelijk is maar het scheelt niet veel. Het boek roept vooral vragen op: over afkomst en etniciteit en over de manier waarop mensen naar elkaar kijken, zeker na 11 september. Vragen waar de hoofdpersoon zelf nog het meest mee worstelt maar die ook bij mij als lezer achterblijven.

Jaaps boekencijfer: 8.0

woensdag 3 december 2008

De eerste liefde

Doeschka Meijsing - Over de liefde


Toch opvallend dat een literatuurprijs meestal weer goed is voor een hoger verkoopcijfer. Meijsing ligt weer prominent op de boekentafels en staat hoog (nummer 10 deze week) in de bestsellerlijstjes. Altijd lastig om een boek nog helemaal onbevangen te lezen als er al zoveel over gezegd en geschreven is en in dit geval dan vooral in positieve zin. Ik pretendeer niet het beter te weten dan de AKO-jury (al had mijn lijstje met genomineerden er heel anders uitgezien) maar ik ben iets minder enthousiast. Misschien dat Meijsing de prijs ook een beetje voor haar hele oeuvre heeft gekregen en niet alleen voor dit boek. In ieder geval verdient ze het wat mij betreft meer dan Leon de Winter, de andere genomineerde die ik las.



Het meest opvallende aan dit boek is natuurlijk dat het autobiografisch is en dat het om een love-story gaat die publiekelijk bekend was. Meijsing heeft jarenlang een relatie met journaliste Xandra Schutte die het ineens met de mannelijke publicist H.J. Schoo doet (inmiddels overleden) wat zo'n beetje iedereen weet behalve de schrijfster. In die tragedie ligt de basis voor het boek.


Hoofdpersoon Pip is dus in de steek gelaten en moppert en rouwt daar het hele boek door over. Gelukkig is daar goede vriend Jason die haar met relativering en spot weer wat aan de praat krijgt. Dan is er een auto-ongeluk en oh, groot toeval - de hoofdpersoon redt het leven van een oude liefde.

Je kan het een cirkelvertelling noemen, al weet ik niet of dat een literaire term is. Voor columns gaat het wel op, heb ik net in een cursus geleerd. De roman begint en eindigt met deze jeugdliefde. Een lerares met een verhaal. Die ontmoeting en haar indrukwekkende relaas onthoud ik van deze roman. Dat gaat echt over de liefde. Het gemopper en geklaag over andere vrouwen waar ze ooit verkering mee had, raakt me nauwelijks. Misschien door de stijl en taal van Meijsing. Al die ex-vriendinnen komen maar niet tot leven. Het draait dan ook allemaal om Meijsing zelf, om Pip. Natuurlijk is Pip woedend en verdrietig maar ze is vooral ook een enorme zeur en haar schaamte ervaar ik dan weer niet zo sterk. Pip worstelt een eind in de rondte en ik aanschouw het gelaten. Al die ex-vriendinnen komen maar niet tot leven en met de hoofdpersoon weet ik het wel na tweederde van het boek. Net als ik me afvraag wat ik toch mis en wat al die critici en de jury er wel in zien, komt de oude lerares van Pip, Buri Vermeer, weer voorbij. En heb ik het boek toch niet voor niks gelezen.

De eerste liefde van Pip. Voor mij is zij de hoofdpersoon van Over de liefde. Want al dat getreur over mislukte relaties is 1 maar hier gaat het om de Eerste Liefde. Die allereerste liefde, mijn hemel, dat is geen kattenpis. Die zet de toon. Je hebt van die schilderijen waar vooral je valt vanwege iets wat niet meteen op de voorgrond staat. Een bepaalde kleur of een figuurtje op de achtergrond. Zonder dat zou het niks zijn. In de ontmoeting tussen Pip en Buri gaat de roman echt zinderen. Meijsing heeft ineens veel minder woorden nodig om echte emoties neer te zetten. Juist omdat er tussen die woorden een heel leven valt te ontwaren.

Dat haal ik er dan weer uit want in de meeste recensies ligt de nadruk op heel andere zaken. Maakt niet uit. Het gaat tenslotte allemaal over de liefde!


Jaaps boekencijfer: 7.0

zaterdag 22 november 2008

Kleine stinkerd

Henk van Straten – Ik ben de regen

Behalve de titel klopt vrijwel alles aan dit boek. Meteen die titel maar even dan hebben we dat gehad. Waarom er voor zo’n quasi-literaire benaming is gekozen, is een raadsel. Zeker als een prachttitel als ‘Kleine stinkerd’ een inkoppertje is. Deze hardcore roman met zachte kanten verdient een vlaggetje dat precies die lading dekt.

Zo, dat was de titel en dan nu het boek zelf. Ik had het gekocht vanwege een artikel in Vrij Nederland over een jonge lichting Nederlandse schrijvers die als ‘de optimisten’ werden aangeduid. Van Straten viel me meteen op door zijn foto (een voormalig zanger van een hardcore bandje met veel tattoo’s, prettig om naar te kijken ook nog eens) en de beschrijving van de roman wekte zowel nieuwsgierigheid als aarzeling. “Harder dan hardboiled”, daar kan je veel kanten mee op. Van Straten kiest gelukkig de goede kant. Na de eerste 100 bladzijden ben ik over mijn scepsis heen en lees het boek in één ruk uit. Het is geen boek voor mietjes en toch vind ik het geweldig. Wat een fantastisch debuut. Heerlijk dat er weer schrijvers opstaan die gewoon schrijven. Korte zinnen, een lawine van gebeurtenissen en puur filmisch geschreven. Van Straten vertelt in Vrij Nederland dat de redacteur in de kantlijn I.A. zette op het moment dat het te zoetsappig werd, lees: Isabelle Allende-achtig. En als ik aan 1 schrijfster een bloedhekel heb....




Het verhaal is enerverend: Chris Hoop is voortdurend de wanhoop nabij en weet van voren niet wat hij van achteren aan het doen is. Zijn bovenbuurman ("gast") woont zo’n beetje bij hem in, zijn ex-vrouw maakt hem het leven zuur door hem steeds minder contact met zijn kind te gunnen. Oh ja, het kind. Baby Gijs. Hij is eigenlijk de hoofdrolspeler van het boek. Gijs is de pudding in de cake. Door hem houdt Chris grip op het leven en blijft het boek op het spoor. Deze ‘kleine stinkerd’ zorgt voor de balans. Verder niet teveel over het verhaal. Het gaat vooral om de taal, het tempo en het ritme. Ik kwam in een soort cadans terecht waarbij ik snakte naar meer en meer en uiteindelijk uitgeput het boek neerlegde. Een trip. Het dendert maar door en Van Straten beukt op je in met nog harder, nog gekker en nog onwerkelijker. Ondertussen kruipt die kleine Gijs er tussendoor en accepteer ik het allemaal maar.
Onthouden dus: Henk van Straten. Ik ben meteen fan. Hij heeft al een jeugdboek geschreven: Zwarth, dat ga ik meer eens opsporen.

Er zit veel muziek in het boek, luister hier naar en je zit meteen in de sfeer. Ik kreeg zin mijn platen van Jesus and the Mary Chain en Husker Du van zolder te halen.

En die film moet er komen. Kleine Stinkerd met in de hoofdrol Theo Maassen (net als de schrijver uit Eindhoven afkomstig) speelt Chris en die blonde van de Gooische Vrouwen lijkt me heel geschikt voor de rol van de ordinarire Debby Jansen. Als niemand het script schrijft, doe ik het wel.

Jaaps boekencijfer: 8.9

zondag 16 november 2008

Links geweld

Hari Kunzru - Mijn revoluties

Of extreem-links ineens een thema is in de literatuur durf ik niet te zeggen maar feit is dat dit al de tweede keer in korte tijd is dat ik een boek las over iemand die worstelt met zijn activistische verleden. De discussie over acties in de jaren zestig, naar aanleiding van de openbaring en het aftreden van Wijnand Duyvendak, is weer wat gaan liggen maar in het nieuws waren alleen de afgelopen week al twee heftige acties die zo uit dit boek konden komen. Een bom onder een auto en een beklad huis van een medewerker van de vreemdelingenpolitie. Beide acties die de nodige publiciteit genereerden en voor veel discussie zorgen. Gewelddadige acties mogen niet, simpel zat, maar ik vind het zo onverkwikkelijk dat er nog altijd op een ondoorzichtige manier dierproeven plaatsvinden, dat ik een lichte sympathie voor dat soort acties nooit helemaal weg kan stoppen. Al was de actie nu wel gericht tegen iemand die er relatief ver van afstond.





Het zou ook nog zomaar kunnen dat die acties door dezelfde mensen zijn gepleegd want Kunzru beschrijft in zijn boek verschillende groepen die zo'n beetje tegen alles in opstand komen. Het boek is vrijelijk gebaseerd op een beweging die begin jaren zeventig bekend stond als de Angry Brigade en een aantal bomaanslagen pleegde. Maar het is niet bepaald een documentaire of een historische roman maar toch vooral een psychologisch boek, waarin we Mike Frame volgen die in zijn activistische jaren Chris Carver heette. Of beter gezegd: Chris is zich later Mike gaan noemen en heeft onder die naam een rustig burgerbestaan met vrouw en dochter opgebouwd die niet op de hoogte zijn van zijn verleden. Michael Frame krijgt bezoek van iemand die hij van vroeger kent. Een periode die hij blijkbaar zo drastisch heeft afgesloten dat de paniek direct in volle hevigheid toeslaat en hij terugverlangt naar de heroine waar hij een poos aan verslaafd is geweest. De herinneringen komen terug en lopen op diverse manieren door het boek heen. De manier waarop we dingen hebben weggedrukt is ook meteen een thema. Dit citaat geeft dat zo'n beetje aan:

Na al die jaren als Mike Frame is het weleens moeilijk om de weg terug te vinden naar Chris Carver, me te herinneren waarom hij tot de keuzes kwam die hij maakte. Er lijkt zo'n duidelijk verschil tussen hoe ik wilde dat het ging en hoe het in werkelijkheid ging; niet alleen in de wereld, maar ook in ons groepje, onze revolutionaire cel.

Michael wordt via zijn verleden gechanteerd. Een wat warrige verhaallijn. Het boek verliest sowieso aan tempo en zeggingskracht door de voortdurende tijdssprongen. Ik had me er iets van meer van voorgesteld. Het meest boeiende is de gedetailleerde beschrijving van de linkse scene die aansluit bij de beelden die ik daarvan heb. Veel saamhorigheid maar ook heel veel wantrouwen en vooral een dwingende discipline als het om opvattingen gaat. Oeverloze discussies en scherpslijperij waarbij het er niet zelden dogmatisch aan toe gaat. Vermakelijk zijn ook de omgangsvormen: het individu bestaat eigenlijk niet en je hebt het maar te accepteren als iemand met jouw geliefde naar bed gaat. Vooral de Kritiek-Zelfkritiek-sessies waarin dit soort geneuzel plaatsvindt behoren tot de hoogtepunten van het boek. Kunzru heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de linkse actiegroepen in de jaren zestig/zeventig en dat is te merken.

Het zelfonderzoek van Chris alias Michael wordt gaandeweg een beetje slepend en vermoeiend en de spanning ebt langzaam weg. Vooral een boek voor die mensen die geinteresseerd zijn in politiek, in de linkse beweging en de discussie over de grenzen van het geweld.

Volgende week gaan we gezellig naar de film over Baader Meinhofgroep om dat debat voort te zetten. Het blijft een boeiend thema.

Jaaps boekencijfer: 7.0

vrijdag 7 november 2008

Kwaliteits-kommer- en- kwel

Marjolijn Hof - Moeder nummer nul

Pas na haar veertigste koos Marjolijn Hof definitief voor het schrijven, wat nog eens bijna tien jaar later resulteerde in de veelbekroonde jeugdroman Een kleine kans (gouden griffel en gouden uil, meer kan eigenlijk niet). Hof schrijft boeken die we vroeger 'de kommer -en kwelreeks' noemden. De boeken van uitgeverij Lemniscaat waar thema's als pesten, scheiding en andere ellende in naar voren kwamen. De volwassen Carrie Slee zeg maar en ik was er dol op. Dat de boeken kwalitatief niet verheffend waren, boeide me toen nog niet zo. Inmiddels wel en daarom zijn de boeken van Hof een welkome voortzetting van de probleemboeken. Hof verstaat de kunst om grote problemen klein te maken zonder ze tot drama te verheffen. Een beetje in de lijn van bijvoorbeeld Veronica Hazelhoff die de laatste jaren helaas niet meer zoveel schrijft.





In Moeder Nummer Nul gaat de geadopteerde Fejzo op zoek naar zijn biologische moeder. Die zoektocht is eigenlijk maar een terloops onderdeel van de roman. Het gaat er Hof vooral om dat we de gedachten, wensen en twijfels van Fejzo leren kennen en met hem meedenken en voelen. Daar slaagt ze wonderwel in. Vooral door trefzekere korte zinnen te gebruiken. Bijvoorbeeld op de eerste pagina als Fejzo zichzelf beschrijft: "Mijn moeder zegt dat ik honing-ogen heb. Dat is nogal overdreven. Mijn ogen zijn bruin, maar niet bruin genoeg. Alsof de ogenkleur bijna op was toen ik werd gemaakt." Even later omschrijft hij zijn zus, ook geadopteerd: "De naam van mijn zus is een ramp. Ze heet An Bing Wa. Zelfs Chinezen vinden dat merkwaardig. An Bing Wa betekent zoiets als Vredige IJsbaby. (...) Als ik haar kwaad wil maken noem ik haar IJsbaby".


Zonder dat we het doorhebben, zit er enorm veel informatie in deze zinnen en wordt de manier waarop Fejzo in het leven staat, subtiel beschreven. Fejzo is een wat onzekere jongen die het meisje dat hij aardig vindt, er met zijn beste vriend vandoor ziet gaan. Hij baalt er van maar tegelijkertijd moet hij er niet aan denken om te zoenen, dat je het spuug van iemand anders binnenkrijgt.


Hof blinkt uit in het beschrijven van de gedachten van Fejzo. Bijvoorbeeld als hij in de trein zit op weg naar het adoptiebureau en zich realiseert dat zomaar een van de dames tegenover hem zijn moeder zou kunnen zijn. Hof is ook een meester in het schrijven van dialogen; vooral de korte gesprekken tussen Fejzo en Maud zijn pareltjes, door datgene wat er niet gezegd wordt. Datzelfde geldt voor de manier waarop Fejzo met zijn ouders en zijn zusje praat. Het is af en toe moeilijk en pijnlijk maar ook zo ontzettend invoelbaar. Fejzo blijft ondanks zijn stugheid een personage waar je sympathie voor houdt zonder dat Hof een slachtoffer van hem maakt.


Als ik al kritiek op haar boeken heb is dat ze iets te weinig bij haar thema blijft, of anders gezegd: er teveel bijhaalt om de contouren van het verhaal te schetsen. In dit geval een zwerver die het brood van de eenden rooft en op de een of andere manier een functie in het verhaal moet hebben, zonder dat precies duidelijk wordt welke.


Moeder Nummer Nul heeft net als Een kleine Kans een wat sullige omslag maar dat zegt gelukkig helemaal niets over de inhoud.


Jaaps boekencijfer: 8.0

maandag 3 november 2008

Voorzag Hitler onze verwarring?

Hans Műnstermann – Land zonder Sarah

'Van de winaar AKO Literatuurprijs 2006' staat er als aanprijzing op de cover. De bekroning van De Bekoring was destijds een behoorlijke verrassing en blijkt goed voor de verkoop: er zijn er volgens de uitgever bijna hondderdduizend van verkocht. Dat boek was het vijfde uit een cyclus over Andreas Klein (waar ik er overigens geen 1 van las), dit nieuwe boek is waarschijnlijk een eenmalige expeditie.



Moet ik nu gaan uitleggen waar het over gaat? Mijn hemel, dat valt niet mee. Ik durf het nauwelijks omdat ik bang het niet helemaal goed te hebben begrepen en daardoor onjuiste dingen doorgeef. Zeker als ik de recensie van Arjan Peters in de Volkskrant lees die het blijkbaar allemaal wel helemaal begrepen heeft.

In ieder geval komt Hitler in het boek voor, en een hoofdpersonage dat Wolf heet. In mijn beleving droomt Hitler een droom die zich afspeelt in onze tijd waarin Pim Fortuyn aan de macht is en er een moord gepleegd is op een jonge tv-ster van Chineze afkomst. Hitler belt zijn vriendin om de droom te vertellen en daardoor speelt het verhaal zich zowel in 1940 als in deze tijd af. Munstermann doet gekke dingen met de tijd en ik begrijp dat dat zijn handelsmerk is maar het valt als lezer niet mee om het spoor helemaal te volgen. Moeten we nu concluderen dat er volgens de auteur parallellen lopen tussen de nazi-periode en onze huidige tijd? Heeft Hitler al voorzien wat er nu gebeurt. Munstermann schetst een Nederland dat uit het lood is geslagen maar hoe dat precies komt en waar dat heen gaat? Vragen dus, heel veel vragen na het lezen van dit boek.

Het boek is hallucinerend en tot op zekere hoogte ging ik mee in de trip. Er lopen veel lijnen door elkaar heen en dat is geen probleem maar het liefdesverhaal vond ik wat minder boeiend dan de politieke en maatschappelijke rode draad. Er wordt veel aangestipt, veel gesuggereerd en het gaat absoluut niet over niks. Maar waar het precies wel over gaat? Ik durf het nog steeds niet te zeggen.

Wolf zegt op een gegeven moment tegen Eva: Ik ben niet verantwoordelijk voor mijn dromen. Dat is voor mij wel zo’n beetje de kern van het boek. Het gaat over verwarring, zinsbegoocheling en misschien wel vooral over een nachtmerrie. Dat is het boek zelf uiteindelijk niet. Maar het is wat mij betreft ook niet bepaald de natte droom van een boekenliefhebber. Het is gedurfd en het is knap geschreven maar ik had er graag wat beter mee uit de voeten gekund.

Jaaps boekencijfer: 6, 8

zaterdag 1 november 2008

Hele normale jongetjes

Peter van Gestel – Kleine Felix
Tanneke Wigersma – Ole durft
Bart Moeyaert – Duet met valse noten


Weer even een paar jeugdboeken tussendoor. De cijfers die ik aan het slot geef, spreken voor zich. Van Gestel schreef met Mariken en Winterijs al twee klassiekers en Kleine Felix is iets bescheidener van opzet maar past qua niveau rustig in dat rijtje.



Het boek is in feite een literaire versie van Kruimeltje. Het speelt zich af net na de Tweede Wereldoorlog, die in Winterijs een veel belangrijker rol speelde, hier is de oorlog geen thema maar is de tijd van de wederopbouw louter het decor. Felix heeft als achternaam Wonder en dat staat direct synoniem voor het gezin waarin hij opgroeit. Vader is goochelaar en neemt zijn moeder mee op reis naar Amerika om daar te werken. Het boek beschrijft de tijd van Felix in kinderhuis Vreugdevol waar de jongen gepest wordt vanwege zijn geringe lengte en het bovendien gewoon zwaar heeft omdat er nare mensen werken die niet van kinderen houden. Wat het boek bijzonder maakt is de gedachtewereld van Felix en zijn naïeve onschuld, al klinkt dat hier poëtischer dan het is. Felix gaat zo’n beetje uit van het goede en begrijpt vaak niet waarom mensen elkaar het leven zuur maken. Het is een beetje de aloude kwestie van: wie is er nou eigenlijk gek. De gedachtes van Felix zijn logisch maar laat het leven nou eenmaal niet zo heel logisch in elkaar zitten. Felix observeert en verbaast zich over veel dingen en houdt ons op die manier een spiegel voor. Van Gestels stijl is loepzuiver, er staat geen woord teveel in het boek en de droge humor spat van de pagina’s af zonder opzichtig te zijn. Een heel normaal jongetje die Felix Wonder, die zich staande houdt in een wonderlijke wereld.

En het kan nog mooier. Ole is ook al zo’n gewoon jongetje al is het natuurlijk wel bijzonder als je moeder om het leven komt en je ineens alleen met je vader in een huis woont. Een nieuw huis nog wel want papa vond het nodig om te verhuizen. Ole durft beschrijft de eerste dagen in het nieuwe huis waarin Ole er in slaagt om zijn vader om de tuin te leiden, zodat hij niet naar school hoeft. Ole leeft net als Felix in een eigen binnenwereld die hij nodig heeft om zichzelf een nieuwe plek in het leven te geven. Want hoe doe je dat in een onbekende omgeving? Nou, bijvoorbeeld door een ontsnapt konijn te vangen en het bij een buurvrouw af te leveren en die vervolgens van haar straatvrees af te helpen. Ole durft dat allemaal maar dat klinkt veel stoerder dan het is.



De schrijfster Tanneke Wigersma was voor mij een onbekende maar ik ga haar nu in de gaten houden. Dit is het soort jeugdboeken die ergens over gaan zonder in de duidelijk zichtbare problemen en drama’s te vervallen. Het leven gaat door maar ook weer net niet helemaal. En het komt gelukkig ook nog goed, dat hoort bij zo’n boek.

Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het boek is het debuut van Bart Moeyaert opnieuw gegeven. Duet met valse noten is vooral interessant om in het perspectief van zijn daarop volgende boeken te schrijven. Ik heb een soort van haat-liefde relatie met Moeyaert. Hij kan prachtig schrijven maar vervalt soms in literair geknutsel en gekunstel waardoor hij in mijn ogen zijn doel wel eens voorbij schiet. In Duet met valse noten staat Moeyaert heel dudielijk nog aan het begin van die literaire ontwikkeling en verlang je als lezer juist weer naar iets meer eigenzinnigheid. Maar de stilist die Moeyaert is, is al herkenbaar. Het is in feite een supereenvoudig verhaal over een eerste liefde en tot op de helft ook behoorlijk adembenemend door de koortsachtige stijl waarmee de verliefdheid wordt beschreven. Als de liefde afneemt, zakt het boek ook nogal in elkaar.




Interessant is wel de toevoeging van Moeyaert die in een nieuw hoofdstuk beschrijft hoe het boek destijds tot stand is gekomen. Hij was nog maar 17 toen hij er aan begon en 19 toen het verscheen. De derde uitgever herkende zijn talent en hapte toe. Anders hadden we wellicht nooit het meesterwerk Broere kunnen lezen.

Jaaps boekencijfers: Kleine Felix: 8.5 – Ole durft: 8.8 – Duet met valse noten: 7.8

vrijdag 31 oktober 2008

AKO-jury: fictie graag!

Komende maandag wordt bij Pauw & Witteman bekend gemaakt welk boek de AKO Literatuurprijs 2008 wint.

Ik schreef er al eerder over en werd er terecht door iemand op gewezen dat ik er niet op teruggekomen ben en of dat kwam omdat ik er met mijn voorspelling honderd procent naast zat. Klopt. Ik kan niet tegen mijn verlies. Maar ik was ook echt teleurgesteld, niet zozeer omdat mijn glazen bol niet werkte maar vanwege de nominaties. De helft van de zes genomineerde boeken is non-fictie en dat vind ik jammer. Kunstprijzen hebben sowieso een hoog appels en peren gehalte maar als je er dan ook nog perziken en bananen tussenstopt. Een roman vergelijken met een roman heeft dan nog wel iets rechtvaardigs maar hoe verhoudt zich een essaybundel tot een fictief verhaal en literaire non-fictie tot een verzonnen verhaal? Voor al die andere genres zijn er inmiddels eigen prijzen in het leven geroepen. Non-fictie en geschiedenisboeken kennen hun eigen prijzencircuit en daar worden fictieve romans ook niet bekroond. Daarom zou de jury van de literatuurprijs zich wat mij betreft ook louter over romans moeten buigen. Waarbij er al genoeg gerommel is over genres als jeugdboeken, proza, strips enzovoorts. Dus is het spijtig voor Machiel Bosman, Chris de Stoop en Bianca Stigter maar ik vind dat zij met hun non-fictie geen literatuurprijs verdienen. Non-fictie is een totaal andere discipline die hele andere vaardigheden vereist. Het schrijven ervan heeft weinig tot niets met het schrijven van fictie te maken. Een jazzprijs wordt ook niet aan een rapper gegeven en een piano-award niet aan een zangeres.

Dus blijven over: Doeschka Meijsing met Over de liefde, Leon de Winter met Het recht op terugkeer en Tomas Lieske met Dűnya. Ik heb me er dit keer niet toe kunnen zetten al die boeken te lezen. Alleen De Winter las ik en daar was ik niet zo enthousiast over. Meijsing staat wel op het lijstje want haar onderwerp intrigeert me: het schijnt onder andere te gaan over haar relatie met Xandra Schutte en met haar heb ik nog een korte tijd in de redactie van een homoblad gezeten. Niet dat ik haar echt ken maar het is toch een gegeven dat nieuwsgierig maakt.

Ik kan geen vergelijking maken tussen deze drie boeken maar omdat de AKO-literatuurprijs van de 21 keer nog maar 3 maal aan een vrouw is uitgereikt (aan Brigitte Raskin, Margriet de Moor en voor de laatste keer in 1995 aan Connie Palmen voor De Vriendschap. ) wordt dat wel weer eens tijd. Doeschka maar doen dan? Hoe dan ook: AKO-jury, laat het in ieder geval een echte roman zijn!

donderdag 30 oktober 2008

Gepassioneerde kelners

Alain Claude Sulzer - Een volmaakte kelner



De stroom aan roddels, geruchten en hele en halve waarheden over het vermeende dubbelleven van Jörg Haider is welkome en smakelijke kost en leidt de aandacht even af van die maar voortijlende kredietcrisis. Dat de conservatieve populist de herenliefde consumeerde en daarbij een voorkeur had voor knapen beneden de dertig, was al een publiek geheim maar ligt na zijn dood op straat. Over de doden niets dan goeds en feitelijk is er natuurlijk weinig aan de hand behalve dan dat het ongemak en de verlegenheid van Haiders politieke bondgenoten vermakelijk is om te volgen. Het gezegde: er ligt een lijk in de kast, krijgt hier wel een heel dubbelzinnige betekenis.

Toevallig las ik net het boek Een Volmaakte Kelner van Alain Claude Sulzer dat zich dan wel in een ander land (Zwitserland) en in een andere periode (vlak voor de Tweede Wereldoorlog) afspeelt maar de benepenheid en zwijgzaamheid rond homoseksualiteit heeft misschien toch wel het karakter van die naties te maken, die daar zo ingeklemd in de bergen liggen. Verder zijn er niet zoveel overeenkomsten tussen deze roman en de zaak Haider want die laatste geeft toch een wat nare smaak terwijl dit boek zindert van de liefde en erotiek. Al is het uiteindelijk een uitermate pijnlijk en treurige affaire die Sulzer zijn hoofdpersoon ‘Monsieur Erneste’ laat beschrijven. Erneste is kelner in een hotel in Zwitserland en wordt na dertig jaar door een brief herinnerd aan de passionele relatie met Jakob, een andere kelner, die zijn verdere leven zo’n beetje heeft beheerst. Ze houden van elkaar, ze doen het met elkaar op een klein zolderkamertje in het hotel, ze zijn een perfect stel. Totdat Jakob besluit mee te reizen met een geheime minnaar die gast in het hotel was.

De liefde is van een grote schoonheid, het verraad is bijna nog mooier en de manier waarop Sulzer dat weet te verwoorden is adembenemend. Hij laat de lezer in de huid van die wat stijve Erneste kruipen door heel beheerst met de taal om te gaan. Het is nergens overdadig en dramatisch en misschien juist daardoor zo aangrijpend om niet bijna de wat overdreven term ‘hartverscheurend’ te gebruiken. Een recensent van The Guardian gebruikt de zinsnede ‘discreet en tactvol maar ook verontrustend’ en dat is treffender dan ik het zelf zou kunnen omschrijven. Ingehouden, wil ik er nog aan toevoegen. Terwijl de hoofdpersoon het eigenlijk allemaal van de daken wil schreeuwen en bijna uit elkaar barst, blijft hij de volmaakte kelner. Die beheerstheid maakt het ook in alles het tegenovergestelde van het flamboyante leven van Haider; wel net zo geheim misschien maar toch heel anders.

Het is geen expliciete homoroman, juist ook omdat het nogal universeel is beschreven en het over herkenbare thema’s als liefde en verraad gaat. Maar het spreekt mij wel extra aan omdat homoseksualiteit er een rol in speelt; dat maakt het toch wat meer invoelbaar.

Het is zo’n boek dat lijkt voort te kabbelen maar waarin zich onder de oppervlakte veel afspeelt. Aan het slot van het boek net weer iets te veel naar mijn zin, daar krijgt het verhaal een wending die niet aansluit bij de rest van de roman en in mijn ogen ook niet zo functioneel is. Dat maakt het boek net niet helemaal perfect, net niet boven de 9.


Jaaps boekencijfer: 8.8

zaterdag 25 oktober 2008

Teveel Bach

Anna Enquist - Contrapunt




Mooi mens, die Anna Enquist, in de zin van: mooi oud. Ze debuteerde pas op haar 46e en dat is hoopgevend voor al die Nederlanders die nog zo graag een roman willen publiceren, dat zijn er meer dan een miljoen.

Enquist is trouwens nog maar 63 maar ze heeft iets getekends met dat grijze haar en die groeven in haar gelaat. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het verliest van haar dochter bij een verkeersongeluk, die tragische gebeurtenis die het thema vormt in Contrapunt.

Noem mij een barbaar maar ik weet niets tot weinig van Bach, de piano hier in huis blijft al jaren onaangeroerd en de Goldbergvariaties van Johann S.: het zal wel. Klassieke muziek heeft niet mijn interesse al kan ik er best van genieten maar ik heb er geen verstand van op een theoretisch niveau. Dat zet me als lezer van deze roman meteen op achterstand want het gaat voortdurend over toonsoorten, meerstemmigheid, zesachtste maten enzovoort. Neem een zinsnede als dit: "De dertiende variatie, de eerste met een echt langzaam tempo, een trieste sarabande omrankt door eindeloze guirlandes van tere nootjes, weliswaar in majeur...". Niet dat het automatisch een probleem is, dat ik weinig verstand of binding heb met het onderwerp van een boek. Ik besprak hier onlangs nog die prachtige roman over Lapland terwijl ik nooit in Lapland ben geweest. Bij deze roman is het echter wel hinderlijk om dat werk van Bach niet te kennen. Het boek is volledig geconstrueerd naar al die variaties en ieder hoofdstuk begint met een notenbalk.

Van Het Meesterstuk en Het Geheim herinner ik me toch vooral de knappe constructie die een combinatie van diepgang en leesbaarheid opleverde. Bij Contrapunt gaat dat niet op, het stoort en het leidt af van waar het werkelijk om gaat: dat is het verhaal van een moeder die de dood van haar dochter verwerkt. Pas op driekwart van het boek ga ik meevoelen met de vrouw (die jammer genoeg afstandelijk als 'de vrouw' en ze wordt aangeduid) en haar tragiek. Dan komt er ook wat meer vaart in het boek en verdwijnt Johann S. Bach iets meer naar de achtergrond.

Ongetwijfeld klopt het allemaal als een bus, de hele opzet van de roman met al die variaties en het grote contrast tussen buiten en binnen. Tussen de kleine wereld van de vrouw en haar verdriet en de grote wereld die gewoon doordraait. Maar de vrouw blijft voor mij teveel op afstand, ik voel haar verdriet niet mee, ik speel geen piano met haar en begrijp maar niet waarom ze zich zo druk maakt om die variaties. Misschien als Enquist voetbal als metafoor had gekozen,waar ze ook vaak over schrijft in bijvoorbeeld Hard Gras, en wat dan weer wel in mijn belevingswereld past; misschien dat het verhaal me dan direct bij de strot had gegrepen. Ik denk dat het echt een boek is voor liefhebbers van klassieke muziek. Ook in haar andere romans speelde die muziek een rol maar veel minder dwingend dan hier.

Jaaps boekencijfer: 6,5

zondag 19 oktober 2008

Een berg najaarsboeken

Het is met literatuur eigenlijk net als met de televisie. Er is de hele zomer weinig tot niets te beleven en in het najaar word je dan plots weer bedolven onder een enorme hoeveelheid boeken. De afgelopen weken verschijnt de ene na de andere interessante Nederlandstalige roman. Moeilijk kiezen, want ik kan toch echt niet alles lezen. En ik wil ook niet alles lezen. Hoe bepaal ik dan wat ik wel lees? Recensies, vrienden en meestal een toevallig onderschept recensie-exemplaar dat op de redactie of thuis binnenkwam. Hier wat boeken die net zijn verschenen en die mijn interesse wel hebben maar toch zal ik een keuze moeten maken want er moet meer geschieden in het leven dan lezen (helaas).




Arnon Grunberg - Onze Oom
Ik heb een haat-liefde verhouding met Grunberg al overheerst toch vooral het onbegrip. Ik begrijp zijn taaal vaak niet, vindt zijn thema's niet interessant en lees zijn boeken niet echt voor mijn plezier. Ik twijfel dus over zijn nieuwste. De verhaalomschrijving intrigeert maar dat is meestal zo bij Grunberg maar de recensies zijn wisselend. Zijn laatste boeken Tirza en De Joodse Messias las ik wel maar ik snap toch niet helemaal waarom al die literaire jury's zo met hem op de loop gaan. Hij is een fenomeen natuurlijk maar misschien niet 'mijn fenomeen'.




Anna Enquist - Contrapunt
Hier verheugde ik me op. Enquist schreeft tot nu toe altijd zeer verhalende boeken en het is alweer even geleden dat ik een boek van haar las. Contrapunt heb ik meteen gelezen maar het viel niet geheel mee. Misschien omdat ik niet zo thuis ben in de klassieke muziek en de Goldbergvariaties van Bach geen gesneden koek voor me zijn. Binnenkort een recensie.


Erwin Mortier - Godenslaap

Lovende recensies, onder andere 5 sterren in de Volkskrant. Nogal een literaire en hoogstaande omschrijving maar wel een fascinerende Vlaamse schrijver.

Esther Gerritsen - Een kleine miezerige God

Ook al lovende recensies, eveneens 5 sterren in de Volkskrant. De tweede roman van deze jonge toneelschrijgster. Ik heb het in huis en wellicht begin ik er deze week aan. Het ziet er wel erg literair uit maar collega Mireille is er redelijk enthousiast over en haar oordeel is waardevol.



Dimitri Verhulst - Godverdomse dagen op een godverdomse bol

Ik heb hem al een paar keer horen voordragen op radio en tv uit dit boeken en dat klinkt prachtig. Misschien moet ik het luisterboek kopen want ik vraag me af of ik het gewoon lezend wel trek. Het is een soort geschiedenis van de evolutie van een jonge nogal gehypete Vlaamse schrijver waarvan ik in een eerder boek bleef steken. Dit wordt hem niet.

Christiaan Weijts - Via Capello 23
Weijts debuutroman viel enorm op en ik was er deels van onder de indruk. Dezelfde makke als met Enquist: ik heb niet zoveel met klassieke muziek. Dit boek speelt in Venetie en bevat erg veel verhaallijnen wat wel aanlokkelijk klinkt. Wie weet.

zaterdag 11 oktober 2008

Iedere journalist wil uiteindelijk een roman schrijven...

Pieter Webeling - Veertig dagen

Pieter Webeling ken ik vooral als journalist, hij schreef onder andere samen met Frenk van der Linden veel (soms spraakmakende) interviews voor de Nieuwe Revu. Van der Linden debuteerde twee jaar geleden ook al als romanschrijver met het felrealistische De Steniging wat volgens mij op de rol staat om verfilmd te worden. Veel journalisten willen een roman schrijven: hoe herkenbaar voor de schrijver van dit blogje. Waar zou die wens eigenlijk op gebaseerd zijn? Wellicht om iets geheel authentieks te produceren in tegenstelling tot je altijd te moeten baseren op wat derden je leveren. En even weg te zijn van de waan van de dag en je langere tijd op jezelf te kunnen richten. Je eigen hersenpan en gevoelsleven uitlepelen en dan maar kijken of het creatieve produkt iets oplevert dat je met de buitenwereld wilt delen. Alhoewel journalisten misschien wel wat sneller dan andere schrijvers geneigd zijn te delen omdat ze eraan gewend zijn dat hun werk na een zekere deadline wordt gepubliceerd. Dat was misschien de makke van het boek van Van der Linden: De Steniging is rommelig en onaf. In aanzet een aardige poging om actuele thema's in een roman te verwerken maar te weinig doordacht en uitgewerkt. Het leest als een trein en ik raad je het ook zeker niet af maar ik had na afloop het gevoel dat het een beetje was blijven steken in een idee. Iets met liefde en wraak en met het multiculturele 'drama' maar met de hoofdpersonen kreeg ik niet zoveel.


Pieter Webeling lijkt meer tijd te hebben genomen voor zijn Veertig Dagen. Hij beschrijft de karakters overtuigend, Jennifer en haar zus Grace, hun vader en overleden moeder en hun diverse partners/minnaars. Het boek gaat over de relatie tussen twee zussen en wordt beschreven vanuit Jennifer die verraden is door haar zus Grace en het contact heeft verbroken. De terminale ziekte van Grace zet het hele spel weer op de wagen en als lezer vraag je je samen met Jennifer af hoe daarmee om te gaan. Er zijn dramatische en complexe dingen voorgevallen, die net binnen de grenzen van het voorstelbare blijven, maar niet zo heftig dat er geen enkel contact meer mogelijk zou zijn. Het knappe van deze roman is dat mijn sympathie gedurende het leven heen en weer hopst van Jennifer naar Grace en terug. Ik leef met beide mee en begrijp soms de ene zus goed en dan weer de ander om tenslotte helemaal op het verkeerde been te zijn gezet. Het is op de een of andere manier een prettig boek, volgens de uitgever 'veelgelaagd' en dat zal best maar mij gaat het in eerste instantie toch altijd om het leesplezier en dat is redelijk groot.
Er zitten net iets teveel irritante dingetjes in om heel erg enthousiast te zijn. Webeling is goed met taal maar wil voor mijn gevoel soms iets te nadrukkelijk leuk en bijdehand zijn, wat niet ten goede komt van het verhaal. Het is lastig om daar voorbeelden van te geven omdat die zo buiten de context niet zo duidelijk zijn maar in het algemeen heeft Webeling de neiging om hoofdstukjes af te sluiten met een soort van grap of vondst. En het boek telt 33 hoofdstukken dus dat is best vermoeiend. Een kwestie van iets te weinig darlings gekilld - ik kan me dat heel goed voorstellen want op de een of andere manier lees je het plezier van het schrijven in dit boek. Misschien had een redacteur net even strenger moeten zijn.

Het aardige was dat ik over dit boek nog helemaal niets had gelezen, wat niet zo vaak voorkomt. Ik zag het in de boekhandel en kocht het, omdat ik nieuwsgierig ben naar journalisten die een roman schrijven, en las het meteen. Dat leest lekker, de verrassing is groot en het geeft een soort fris en onbevangen gevoel. Ik ben benieuwd naar Webelings volgende boek terwijl ik over Frenk van der Lindens roman dacht: leuk geprobeerd, niet meer doen, ieder zijn eigen vak.
Het enige dat me kon beinvloeden was de mening van Adriaan van Dis op de achterflap: "Zijn romanpersonages zijn grensoverschrijdend - en hoe!". Een nietszeggende aanbeveling natuurlijk en ik vraag me ook af hoe die tot stand komt. Is Van Dis gevraagd de roman vooraf te lezen en iets aardigs te zeggen om te kunnen citeren? Zijn er tien van dit soort mensen gevraagd en is de leukste reactie uitgekozen (misschien vonden de andere negen het een waardeloos boek?). Niet nodig, uit een recensie citereren bij de tweede druk of op een vorig boek terugkomen, is nog tot daar aan toe. Laat een debuut maar voor zichzelf spreken.

En tot slot: kan uitgeverij Cossee niet eens iets aan die rare glimmende flapjes doen. Soms pakt het goed uit, zoals bij Boven is het stil van Gerbrand Bakker maar bij dit boek vind ik het vervelend, misschien ook omdat ik de omslagfoto (de achterkant van de benen van een dame die de trap oploopt) niet zo mooi vind. Helaas lukt het me even niet om hier een foto neer te zetten.

Jaaps boekencijfer 7.5

vrijdag 10 oktober 2008

Nooit meer Lapland

Pia de Jong - Lange dagen

Op dit boek van Pia de Jong werd ik vooral gewezen door enkele opvallend lovende recensies, eigenlijk meer dan dat, zeg maar gerust jubelende recensies. Want als je leest dat het gaat om een 'literaire verrassing die maar eens in de tien jaar voorkomt' dan moet er wel iets aan de hand zijn. Dat zijn de woorden van Max Pam vanHP/De Tijd die er aan toevoegt: 'Het werd wel weer eens tijd, maar de Nederlandse literatuur heeft er eindelijk weer een schrijver bij'.



Jeroen Vullings is in Vrij Nederland bijna net zo enthousiast en concludeert 'wat een debuut'. Dan moet er toch wel iets bijzonders aan de hand zijn. Zelfs als de recensente van de Volkskrant het boek volledig de grond inschrijft en er zelfs maar 1 ster aan toe kent. Wat overigens wel iets prettigs merkwaardigs heeft, die zo totaal verschillende beoordeling door recensenten. De recensie van de Volkskrant kan ik online niet vinden, de zoekfunctie daar is hopeloos, maar ik herinner me dat het een vrij kort stukje was dat ik niet al te sterk onderbouwd vond. Maar ieder zijn (of haar) mening om die dooddoener maar eens te gebruiken. Toch zou het interessant zijn om dit soort boekbesprekers met elkaar in discussie te horen gaan. Wat mis ik toch een goed tv-programma op dit gebied.



Ik was in ieder geval getriggerd door die recensies want ik zag het al helemaal voor me. Zo'n totaal onbekende mevrouw, Pia de Jong, ik stel me voor dat ze uit Waddinxveen komt of Almere ofzo, die op een zolderkamer heeft zitten ploeteren op een boek en dan als ontdekking van het jaar wordt gezien. Een beetje teleurgesteld was ik dan ook toen ik ontdekte dat Pia de echtgenote van natuurkundige Robbert Dijkgraaf is. Kan ze ook niks aan doen maar het haalt iets weg van haar anonimiteit, want ineens is ze de vrouw van iemand die al eens bij Zomergasten heeft gezeten.

Lange Dagen wordt in de recensies meteen gekoppeld aan Nooit meer slapen van W.F. Hermans (ik neem iedere zomer een boek van Hermans mee op vakantie, dat is goed voor mijn relatie want Nick is een Hermans-adept) dat ik toevallig vorige zomer pas las en indruk op me maakte. Behalve dat beide boeken in Lapland spelen en er dus de nodige sfeerovereenkomsten zijn, hebben ze niet zoveel met elkaar gelijk. Lange Dagen deed me veel meer denken aan de telefilm
De Fuik die dit voorjaar op de buis was en is gebaseerd op een waargebeurd verhaal van een godsdienstwaanzinnige vader die zijn gezin met vier dochters min of meer ontvoert nadat ze uit huis worden geplaatst. De tirannieke vader neemt ze mee op een zwerftocht door Europa, bezeten van zijn eigen gelijk en vervuld van dogma's. Iets soortgelijks is er in Lange Dagen aan de hand. De vader van Eva is een soortgelijke fanaat al wordt hij niet zozeer gedreven door godsdienstige motieven al heeft je zijn bezetenheid met natuur en gezond voedsel en opvoeddogma's welhaast religieuze trekjes.

We beleven het verhaal door de ogen van de 14-jarige Eva die beschrijft hoe zijzelf, haar broer Steven en haar moeder lijden onder de grillen en nukken van de vader die er nogal merkwaardige ideeen op nahoudt. Dat resulteert in het plan om met het gezin door Lapland te gaan trekken. Een bizarre expeditie is het gevolg die bijna noodlottig afloopt. De vader houdt zijn missie lang vol ondanks alle tegenslagen en de uitzichtloosheid van de hele reis.

Is het een bijzonder boek en hebben die opgewonden recensenten gelijk? Wat mij betreft een polderantwoord: in zekere zin is het een bijzonder debuut maar wat mij betreft zijn er toch veel vaker in de afgelopen tien jaar literaire verrassingen geweest. Toch is het wel zo'n boek waarin je verder wilt lezen omdat het een bepaalde sfeer uitstraalt die mij fascineerde, zeg maar een soort magie. Je wordt meegezogen in die rare reis, die bijna lugubere vormen aanneemt. Er is werkelijk niks leuks aan die hele onderneming, je voelt aan alles dat het een heilloze onderneming is. Misschien is het onverzettelijke gedrag van de vader wel wat me het meest boeide. Hoe komt het toch dat sommige mensen op een gegeven moment zo'n enorme tunnelvisie krijgen en hun blik zo vernauwd wordt dat ze vrijwel geen contact meer maken met de realiteit. Het heeft iets volstrekt wanhopigs. In De Fuik loopt het helemaal niet goed af. Hoe het de hoofdpersonen in dit boek vergaat, moet je zelf maar lezen.

Je voelt de beklemming van dat gezin in je lijf en daarom begreep ik niet zo goed waarom er nog iemand van buiten het gezin (ene Axel) mee moet op reis. Een storend element, dat is hij dan ook letterlijk en figuurlijk; ik had al wel genoeg aan de vier gezinsleden. Het is een knap geschreven boek, en de keuze voor het perspectief van de dochter werkt uitstekend en het is vooral heel erg sober. De Jong schrijft een heel afgebakend verhaal zonder verdere franje en dat maakt dat de bijna verstikkende sfeer soms bijna ondraaglijk wordt.


Jaaps boekencijfer: 8.0

woensdag 1 oktober 2008

Een volwassen jeugdroman

Els Beerten - Allemaal willen we de hemel

Omdat ik een redelijk grote jeugdboekenverzameling bezit en me jarenlang vrij intensief heb bezig gehouden met vooral jeugdliteratuur, is het toch altijd weer even feest in de kinderboekenweek. En reden om hier nog even een boek onder de aandacht te brengen wat ik al een poosje geleden las, maar dat door veel meer mensen zou moeten worden gelezen. Nou ja, er moet natuurlijk niks maar ik zou het zo leuk vinden. Want een goed jeugdboek geeft vaak Daarom hier de tip om Allemaal willen we de hemel van Els Beerten te lezen. Ik las het een paar maanden geleden (ter geruststelling van de mensen die mijn tempo zo hoog vinden) en het speelt af en toe nog wel eens door mijn hoofd.


Een spannend, ontroerend en, al houd ik niet zo van dat woord, aangrijpend boek. Henk Sjoerd heeft het geleend en gelezen en was ook enthousiast en we zijn in goed gezelschap: de enige Nederlandse hoogleraar jeugdliteratuur Helma van Lierop vindt dat trouwens ook, zij noemt het boek deze week in Vrij Nederland als het beste boek uit het recente aanbod. Het is zo'n boek waarvan je je afvraagt waarom het eigenlijk tot de jeugdliteratuur gerekend wordt. Maakt verder niet uit maar soms is het wel jammer omdat het boek automatisch een wat beperkter bereik heeft als het tussen de jeugdboeken ligt. Die grens is vaak marginaal; dat werd bijvoorbeeld weer duidelijk toen het, aanvankelijk als jeugdboek verschenen, Perenbomen bloeien wit van Gerbrand Bakker later opnieuw als volwassenenroman werd uitgegeven toen Bakker een succesvol auteur was. Het is die rare behoefte om labeltjes op literatuur te willen plakken. Literatuur is literatuur en als een boek mij aanspreekt dan vind ik het een goed boek. En Allemaal willen de hemel is zo'n boek dat mij aanspreekt al vind ik de titel niet zo gelukkig gekozen want een beetje pretentieus. Pretenties heeft Beerten ook zeker want ze gebruikt geen eenvoudige structuur waarbij het perspectief voortdurend wisselt en het zodoende enige hoofdstukken duurt voordat je er een beetje in zit. Het verhaal speelt zich af in 1943 tegen het einde van WOII waarin de Vlaamse jongens Ward en Jef voor de keuze komen te staan om de Duitsers aan het front te helpen. Een uitgelezen kans om een held te worden maar heldendom blijkt zo zijn eigen dynamiek te kennen. Ik zal niet teveel onthullen want het verhaal leest zich verder wel vanzelf. Het is vooral een heel subtiel boek waarin stukje bij beetje de deurtjes open gaan en je als lezer uiteindelijk het grote geheel overziet. Jeugdliteratuur wordt vooral interessant als niet alles uitgelegd wordt, als er mysteries over blijven en als er iets gedaan wordt met taal. En dat is hier allemaal het geval.

Door dit boek ben ik eigenlijk weer een beetje terug op het spoor van de jeugdliteratuur waar ik het de laatste jaren toch wat verwaarloosde. Nu liggen hier ineens weer boeken van Jan Simoen en Bart Moeyaert, misschien niet toevallig net als Beerten ook Vlamingen. Misschien daarover binnenkort meer.

Jaaps boekencijfer: 8.8


Als bonus nog een fotootje van de auteur Els Beerten omdat ze ergens wel iets wegheeft van mijn schoonmoeder Lenie.


En als tweede bonus: het ligt voor de hand dat je na het lezen van dit boek denkt, hier wil ik wel meer van: probeer dan eens een boek van Aidan Chambers, misschien wel mijn favoriete auteur (al ben ik in zijn laatste roman Dit is alles voorlopiog op de helft blijven steken). De Tolbrug en vooral Je moet dansen op mijn graf zijn aanraders. En het is nog even boekenweek dus je krijgt er nog een geschenk bij ook



maandag 29 september 2008

Foto van een poes

Jan Siebelink - Suezkade

Een lijst met een dikke dertig boeken, zoveel heeft Siebelink er al geschreven. Je zal de mensen de kost moeten geven die denken dat Knielen op een bed violen zijn debuut was. Hij is ineens een echte ster en doet er toe en zo gedraagt hij zich ook wel een beetje in al die praatprogramma's. Nogal een dandy op de foto op de achterflap, goed gecoiffeerd en een hip paars chokertje. Ik belde hem twee jaar geleden voor een telefonisch interview en kreeg de wind van voren omdat ik 3 minuten te laat was en hij zijn honden nog moest uitlaten. Maakt niet uit - het gaat om zijn boeken. Meer dan dertig dus al en ze vielen nooit zo op. En nu dus wel, omdat hij een enorme hit heeft gehad (meer dan driehonderdduizend verkocht van Knielen) en ineens doet hij er dan toe. Terwijl ik me afvraag of zijn nieuwe roman Suezkade nou zoveel anders is dan al die voorgaande en wat al die Knielen-lezers, die dit boek kopen vanwege zijn naam, hiervan vinden. Want Suezkade gaat, zoals veel van zijn werk, over het onderwijs en sluit op geen enkele manier aan bij Knielen.



Dat boek heb ik altijd een beetje overschat gevonden. Dat gebeurt vaker met die boeken: ineens zijn ze een hit en moet je het gelezen hebben en zelfs mijn ouders hebben dan ineens een exemplaar naas Konsalik staan. Joe Speedboot van Wieringa was zo'n succes maar dat was dan tenminste nog een origineel en vernieuwend boek. Knielen vond ik niet geweldig geschreven en nogal clichematig maar het onderwerp slaat blijkbaar nog altijd aan in ons calvinistische landje.



Suezkade heb ik in 1 keer uitgelezen, niet in 1 adem want dat klinkt positief, maar meer in 1 keer omdat ik het wel graag uit wilde hebben. Het gaat over een jonge leraar Marc die met een gouden lepen in de mond is geboren maar tegelijkertijd een enorme tragiek in zijn leven weet, hij heeft zijn moeder nooit gekend. Hij raakt in de ban van een Marokkaanse leerlinge, zoals in Hajar en Daan van Robert Anker. Dat was een bruisend en spetterend boek waar van alles van de pagina's afspatte. Dit is weer zo'n zuchtend en steunend verhaal dat wel intrigeert maar niet echt boeit, als je begrijpt wat ik bedoel. Het is vooral een intellectuele liefde, niet sensueel maar bedacht en gecomponeerd.

Het leukst is misschien nog wel de prachtige foto van een kat op kussentje op stoel op de voorkant, die veel weg heeft van onze Koen, de Maine Coone. Bij Marc komt een kat zonder ogen aanlopen, met twee gaten in zijn kop. Die durfden ze blijkbaar niet op de voorkant te zetten want dat zou maar onsmakelijk staan zo in de boekhandel.

Wat ik van het boek vond: die Marc is een aparte, kreeg een beetje haat-liefde met hem en dat Marokkaanse meisje Najoua is een en al probleem en gedoe en het hele boek blijft het maar wat om elkaar heen smachten. De schoolpassages zijn een stuk interessanter: het gekonkel in de lerarenkamer, de romances onderling, de competitie en de valserigheid, de machtsspelletjes en het (on)vermogen om les te geven. Ook de vriendschap van Marc met Wim, een enfant terrible binnen het lerarenkorps, is geloofwaardig neergezet. Suezkade leest vlot, het is geen strontvervelend boek maar wel weer zo'n boek waarvan ik denk de diepere lagen niet helemaal te bevatten en daar eigenlijk ook geen moeite voor wil doen.

Zelden heb ik tijdens het lezen van een boek zo vaak weer even naar de voorkant op de foto gekeken, misschien was de voorkant wel genoeg geweest.

Jaaps boekencijfer: 6.7

donderdag 25 september 2008

Waarin onze held......

Mark Sarvas- Harry, de verbeterde versie




Toen ik in de vorige bespreking hoofdpersoon Marcus in het boek van Philip Roth als een mannelijke Bridget Jones typeerde, had ik Harry Rent nog niet gelezen. Harry lijkt in nog veel meer opzichten op Bridget: onzeker, stuntelig en een eeuwige twijfelaar en neuroot. Harry is er een meester in zich met zijn goede bedoelingen in de nesten te werken, waarin hij nogal lijkt op zijn vrouwelijke evenknie. En misschien lijkt de Harry van Sarvas wel wat op de Macus van Roth want de achterflap meldt: 'Satirisch, droogkomisch en een held met gebreken die Roth waardig is'.

Toevallig stuitte ik een paar weken geleden, ik zocht achtergrondinformatie bij de nominaties voor de Bookerprize van dit jaar, op de zogenaamde litblog Elegant Variation van Mark Sarvas. Een boekenblog waar JaapLeest nog wat van kan leren, het streven is dan ook om over een jaartje net zo groot en invloedrijk te zijn. Maar goed, net dat blogje ontdekt en een week later ligt het debuut van Sarvas in de winkel. Harry revised is de Engelse titel, een beetje krakkemikkig vertaald in Harry, de verbeterde versie.

Harry is een nogal complex mannetje dat voortdurend met zichzelf overhoop ligt. Hij heeft een bedrijfje waar mensen naar doorverwezen worden als ze rontgenfoto's moeten maken. Zijn vrouw belandde na een verkeersongeluk bij hem en liet prompt haar vriend, een profwielrenner, in de steek en trouwde met Harry, tot ongenoegen van haar rijke ouders.

Het boek van Sarvas begint op het moment dat zijn vrouw Anna is gestorven en Harry daar uiteraard geen enkele emotie bij voelt. Hij is om onduidelijke redenen vooral in de ban van Molly, een serveerster, zich onderwijl realiserend dat hij zou moeten rouwen. Harry probeert Molly voor zich te winnen, krijgt er ondertussen de problemen van haar dikke collega bij cadeau en slaagt er in dat iedere actie die hij onderneemt, zich tegen hem keert. Deze verhaallijn is vooral hilarisch maar ook een beetje hysterisch en onnavolgbaar.

De flashbacks die door het verhaal heen lopen, waarin zijn huwelijk met Anna onder de loep wordt genomen, zijn mooi en ontroerend beschreven en als verhaallijn veel geslaagder. De malle fratsen van Harry tijdens zijn huwelijk maar ook zijn worsteling met monogamie en de confrontatie met de schaamte van zijn vrouw over zijn afkomst, zijn erg geloofwaardig beschreven. De Harry in het nu, die Molly en haar colllega op een obsessieve manier stalkt en hun leven op de kop zet, is iets minder goed te begrijpen.

Harry is een anti-held. Daarom begint ieder hoofdstuk met de aanhef: Waarin onze held.... en lezen we hoe Harry het nu weer verstiert. Het boek leest als een duizelingwekkende achtbaan en dat is meteen ook het bezwaar. De schrijver is zo ideeenrijk en grappig dat hij zichzelf links en rechts voorbij holt. Geen groot bezwaar want het is een uitermate vermakelijk boek. Maar het gevoel blijft hangen dat het nog net iets meer had kunnen zijn. Nu blijft het vooral een Bridget Jones voor mannen, waar ook niks mis mee is.

Jaaps boekencijfer 7.0





maandag 22 september 2008

Sodemieter toch op

Philip Roth - Verontwaardiging





Na het Complot tegen Amerika was het weer even wennen met Alleman en daarom sloeg ik Exit Geest over. Verontwaardiging is weer een iets politiekere roman, gesitueerd aan het begin van de jaren 50 als Amerika is verwikkeld in de Koreaanse oorlog. We volgen student Marcus Messner in zijn pogingen te studeren, buiten die oorlog te blijven en afstand te houden van zijn ziekelijk bezorgde vader. Het is een niet al te diepgaand boek maar wel ontzettend geestig en onderhoudend. Een zogenaamde coming of age roman met hilarische passages die stompzinnig zouden klinken als ik ze hier zou beschrijven. Daarom doe ik dat maar niet niet. De titel is wat merkwaardig: ik zou de titel van dit stukje hebben aangeraden. Zo ongeveer het motto van Marcus als hij op zijn sterkst is, al is hij dat niet zo vaak. Want Marcus is feitelijk een nerd en een tobber. Philip Roth heeft een geweldige mannelijke versie van Bridget Jones tot leven gewekt.


Jaaps boekencijfer: 7.8

zondag 14 september 2008

Optimist tegen beter weten in


Marc de Hond - Kracht. Het nieuwe leven van een optimist.

Kracht van Marc de Hond is volgens Carlo Boszhardt een van de beste boeken ooit maar die gaf er bij aan dat hij vrijwel nooit een boek las. Misschien heeft hij zich vooral laten beinvloeden door de foto van de auteur op de achterflap gekeken want Marc is geen lelijke jongen. Natuurlijk is Kracht geen geweldig boek, dat zijn egodocumenten maar zelden, al stijgt het boek van De Hond wel uit boven de meeste ziekteverhalen die op schrift zijn gesteld. Dat komt eenvoudigweg omdat hij behoorlijk goed kan schrijven.

Zwemmer Maarten ter Weijden had direct mijn sympathie omdat hij er na zijn gouden medaille er de nadruk op legde dat hij zijn herstel aan de artsen en de medische wetenschap te danken had en nergens anders aan. Die opvatting staat haaks op de manier waarop Lance Armstrong met zijn ziekte is omgegaan. Als je maar wilt, er in gelooft en heel hard je best doet dan valt een ziekte te overwinnen. De Hond heeft helaas ook een beetje last van dat dwangmatige optimisme. Niks mis mee natuurlijk, zolang het jezelf aangaat maar het neigt al snel naar een statement richting mensen die op een andere manier met hun ziekte omgaan.

Het verhaal in het kort: De Hond heeft een tumor in zijn rug. Na de operatie is er sprake van onachtzaamheid in het ziekenhuis waardoor een bloeding over het hoofd wordt gezien en er zenuwen bekneld komen te zetten met een tamelijk dramatisch gevolgd: De Hond kan niet meer lopen. Hij legt zich daar niet bij neer en grijpt alle mogelijkheden aan om dat noodlot af te wenden. Gesteund door de financien en contacten van zijn niet onbemiddelde familie. Dat klinkt misschien wat zuur maar zo bedoel ik het dan ook. De auteur komt niet al te sympathiek over, is een zeurpiet richting zijn artsen en heeft het gewoon wat hoog in zijn bol en dat ging me op den duur tegenstaan. Hij zal wel even bewijzen dat hij toch kan lopen, ondanks alle diagnoses. Natuurlijk is dat allemaal zijn goed recht en is het misschien zelfs bewonderenswaardig maar het heeft ook iets drammerigs. Zeker nu het jaren later is en De Hond zelf ook de afloop kent, mist de nodige relativering en zelfkritiek.

Toch is het een geslaagd boek omdat, zoals gezegd, De Hond een vaardige pen en verhalend kan schrijven. Maar bovenal is hij opvallend openhartig over kwesties waar meestal niet zo gemakkelijk over gesproken wordt. Hele basale dingen als poepen, plassen, neuken en masturberen beschrijft hij als bijna vanzelfsprekend. Niet geheel vanzelfsprekend want dat is het vooral niet. Het zijn de dingen die je vaak niet aan een gehandicapte durft te vragen of die niet ter sprake komen. De Hond schuwt geen detail en duwt zijn eigen schaamte ook niet weg waardoor het verteerbaar is voor mij als lezer. Die openhartigheid tilt het boek uit boven veel van dit soort ervaringsverhalen.

Een niet onbelangrijke verhaallijn is dat van de kinesioloog, een alternatieve arts die een nogal opdringerige indruk maakt maar natuurlijk het beste met Marc voorheeft. Het laat zien hoe je als patient overgeleverd kan zijn aan goedebedoelende derden. De kinesioloog is een vriend van de familie en lijkt nogal van zichzelf overtuigd en zijn dwingende opstelling werkt al snel op de zenuwen.Het duurt logischerwijs wat langer voordat Marc het ook wel zo'n beetje met hem gehad heeft.

Een boek dat met veel vaart is geschreven en daardoor lekker weg leest, misschien het best te omschrijven als: een moedig maar wat narcistisch verslag.

Jaaps boekencijfer: 7.2

Atoomgeheimen en Afkomst

Marja Pruis - Atoomgeheim
Rashid Novaire - Afkomst



Niet altijd kies ik er bewust voor een boek te lezen maar is er toeval in het spel. Boeken die thuis of op de redactie als recensie-exemplaar binnenkomen bijvoorbeeld. Niet zelden blijven die boeken liggen, geef ik ze weg of komen ze op het stapeltje voor het 'goede doel'. Uit dat stapeltje pikte ik recentelijk alsnog Atoomgeheimen van Marja Pruis omdat Pieter Steinz van de NRC er in De Wereld Draait Door aan refereerde in het rubriekje waarin over boeken die met de actualiteit zijn gelinkt, wordt gesproken.


Dit boek verdient namelijk ook een plekje op Duyvendaks literatuurlijst want het jaren 80-activisme speelt een belangrijke rol of zoals het motto van het boek: op een dag klopt hij bij een ieder van ons aan: de vriend van vroeger die een oude schuld komt innen. In dit geval wordt het leven van een lingerieontwerpster ontregelt die tijdens een vakantie op de Caraiben geconfronteerd wordt met oude actievrienden. Pruis heeft een niet al te ingenieus breiwerk geconstrueerd waarin de nodige rafeltjes en losse eindjes zitten. Het is geen onaardig boek maar daar is dan ook alles meegezegd. Hoofdpersoon Carice is het hele boek door in een staat van paniek die mij als lezer vrij onberoerd laat omdat ik me niet precies kan voorstellen waar ze zich zo druk over maakt. Jaaps boekencijfer: 6.0


De novelle Afkomst van Rashid Novaire heeft vooral een prachtige foto op de cover van een jongetje dat aan de rand van een afgrond staat. Misschien is dit boek een kunstwerkje maar ik raakte ergens de draad een beetje kwijt. Terwijl ik tot op tweederde het gevoel had een fantastisch boek aan het lezen te zijn: prachtig en sober taalgebruik en geen woord teveel in een heel klein familieverhaal. De relatie van de hoofdpersoon, een schrijver, met zijn vader, wordt zo liefdevol en ontroerend neergezet dat het bijna pijnlijk is, want te intiem. Novaire beschrijft een familie waarin Marokaanse en Pools-Duitse wortels zijn en deelt zijn boek op in de hoofdstukken Verhoren, Vergaren en Verwerken. In het derde hoofdstuk gaan verbeelding, fantasie en werkelijkheid door elkaar heen lopen op een manier waardoor ik niet meer helemaal bij de les kon blijven. Het kan aan mij liggen maar ook aan de schrijver die naar mijn idee de eenvoud van het begin loslaat om te literair te willen doen. Jammer. Jaaps boekencijfer 6.5

zaterdag 6 september 2008

Rechercheur met dyslexie

Karin Slaughter - Triptiek
Karin Slaughter - Versplinterd



Ze is momenteel een van de best verkopende thrillerauteurs van de wereld maar dat zegt niet zoveel. Veel thrillers worden op de achterflap aangeprezen met teksten als "al meer dan 40 miljoen boeken van deze auteur verkocht". Alsof de kwantiteit zoveel zegt en Jan Smit een goede artiest zou zijn omdat hij meestal op nummer 1 in de hitparade binnenkomt. De lovende besprekingen in de VN-thrillergids zijn van meer waarde en dus besloot ik me aan een Karin Slaughter te wagen. En direct twee achter elkaar omdat in het laatste boek Versplinterd 'enkele hoofdrolspelers uit het zeer succesvolle Triptiek terugkeren'. Dus eerst Triptiek ter hand genomen.

Die hoofdrolspelers blijken het sterke punt van Slaughter; in dit geval vooral Will Trent, een zwarte rechercheur die het grootste gedeelte van zijn kindertijd in een weeshuis heeft doorgebracht en lijdt aan een ernstige vorm van dyslexie waar hij zich intens voor schaamt. Deze achtergrond speelt een grote rol in beide boeken en maakt van Trent een fascinerend want kwetsbaar personage. Hij adopteert het veel te kleine lullige hondje van een bejaarde buurvrouw, hij heeft een wankele knipperlichtrelatie met een rechercheur die in hetzelfde weeshuis heeft gezeten en hij is een bezeten en alom geprezen politie-onderzoeker.

Het sterke van Slaughter vind ik dat ze personages neerzet waarmee iets aan de hand is. Zowel de slachtoffers, daders als rechercheurs hebben in zekere mate een tik van de molen meegekregen. Ze zijn onzeker of van hun lotje getikt, meestal door hun persoonlijke geschiedenis. Ondanks hun afwijkingen en tics, zijn het geen karikaturen: een valkuil waar veel thrillerauteurs wel in vallen.

Triptiek
is goed opgebouwd en spannend en vliegt net niet uit de bocht. Versplinterd zit wat minder ingenieus in elkaar en blijft daardoor een 'whodunnit' met een niet al te verrassende ontknoping. Slaughter wordt de koningin van de suspense genoemd en dat is dan weer een beetje overdreven. Want de suspense is nou net niet haar sterkste kant. Daarvoor bewandelt ze teveel zijpaden en is het tempo veel te laag en wil ze teveel kwijt. Ze is gewoon een verrekte goede schrijfster van boeken waarmee je lekker een paar uurtjes kunt vermaken. In bad of in bed, dat moet je zelf maar weten.

Jaaps boekencijfer: Triptiek 7,8; Versplinterd 6,9

Stoffels wil boeken verkopen

Karlijn Stoffels - De verdwenen diamanten (in de reeks: De bende van de zwarte hond)

Karlijn Stoffels maakte twaalf jaar geleden diepe indruk op mij met haar debuut Mosje en Reizele. Het verhaal van twee jongeren die na de Tweede Wereldoorlog in een weeshuis de liefde ontdekken. Stoffels bleef schrijven over kinderen die losraakten van hun ouders en omgeving, meestal illegalen. In al haar boeken is de multiculturele samenleving vanzelfsprekend. Vriendschappen lopen door alle culturen heen en het zijn in ieder geval niet de kinderen die daar een probleem van maken. Verglijkbaar met de boeken van Guus Kuijer over Polleke. Voor haar derde boek Khalid zocht ik Karlijn Stoffels op in Amsterdam-Osdorp voor een interview dat in HN werd gepubliceerd. Ze was toen al wat dubbel over het succes van haar werk. De recensies waren geweldig en ze kreeg veel nominaties en prijzen maar ze constateerde meteen dat de verkoop niet over hield.






Misschien is dat de reden dat ze het pad van de jeugdliteratuur enigszins links heeft laten liggen en nu spannende jeugdboeken schrijft. De verdwenen diamanten is het tweede boek in de serie De bende van de zwarte hond. Vijf jongeren die in het weekend op een internaat overblijven omdat hun ouders in het buitenland verblijven, beleven avonturen. In dit geval komt de vluchtelinge Amma op hun pad die met een koffertje diamanten op stap is. Stoffels is in ieder geval trouw gebleven aan haar missie om problemen rond illegaliteit op de kaart te zetten. Dat is dan ook het enige positieve. Helaas is er verder weinig van de eerste Stoffels-boeken terug te vinden. De karakters zijn vlak en nauwelijks uitgewerkt en het verhaal is er 1 van een dertien in een dozijn maar dan van het pompeuze soort. Het wordt niet echt spannend en het verhaal is zo ongeloofwaardig en over de top dat het eerder op de lachspieren werkt.

Carry Slee koos er ooit voor om een andere naam jeugdliteratuur te schrijven waarin het niveau en taalgebruik niet te vergelijken waren met haar 'gemakkelijke' jeugdboeken. Stoffels heeft dat niet gedaan waardoor we moeten vrezen dat dit haar nieuwe koers is. Het zal een keuze voor de markt zijn geweest, ze wil misschien graag veel boeken verkopen en daar is natuurlijk niks op tegen. Minder positief is dat we een geweldige en originele auteur zijn kwijtgeraakt.

Jaaps boekencijfer: 5.1

dinsdag 26 augustus 2008

And the winner is....

De tip 25 voor de AKO Literatuurprijs

Net zoals ik verzot ben op het songfestival ben ik ook dol op die boekenprijzen en dan vooral al die nominaties. Lijstjes, ik krijg er niet snel genoeg van. De AKO-tiplijst is vandaag verschenen. Dat zijn er 25 waarvan er op 17 september nog minimaal 3 en maximaal 6 overblijven en op 3 november weten we dan wie er een halve ton op zijn of haar rekening krijgt gestort.

Oh, was ik maar Marjan Veenman-Arts. Zij is dit jaar het publieksjurylid en mag veel van die boeken lezen en er lekker over ouwehoeren in de jury en er wordt nog iets met haar oordeel gedaan ook. Ze zit hier ergens tussen want dit is de jury. Hoe zou je daar tussenkomen? Ik wil ook, ik wil ook....






Een gekke lijst is dit: van de 25 boeken die op de AKO-tiplijst staan, heb ik er niet meer dan 3 gelezen. Vladiwostok van P.F. Thomese, Het recht op terugkeer van Leon de Winter en Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers. Twee boeken heb ik in huis, Atoomgeheimen van Marja Pruis en De Overtreder van Marente de Moor (dochter van), en van de rest ken ik er een stuk of 8 niet. Terwijl ik toch in manische tred mijn loopje naar Broese de boekhandel maak en de brochures van de uitgeverijen vrij goed bijhoudt. Uit nadere bestudering van de lijst blijkt dat het niet zo gek is dat zoveel boeken me onbekend zijn omdat meer dan de helft van de tiplijst geen literatuur is. Er staan precies 12 romans op dit lijstje voor een Literatuurprijs. Daarnaast 5 essaybundels, 3 journalistieke boeken, 2 historische boeken en nog wat boeken die het midden houden tussen verzamelde brieven, een soort verhalen en reisverslagen. Uiteraard zijn de onvermijdelijke K. Schippers en Arnon Grunberg er weer bij. Opvallend is ook de aanwezigheid van 2 overleden schrijvers (Henk Romijn Meijer en Karel Vanhole). Verder 5 Vlamingen en 6 vrouwen.

Doorgaans lees ik veel boeken van die lijstjes want er is toch een deskundige jury overheen gegaan en die zullen het toch wel weten. Maar deze lijst is weinig inspirerend. Essaybundels zijn aan mij niet besteed en een biografie van een cichorei-handelaar sla ik even over, als u het niet erg vindt. Misschien toch maar Dunya van Thomas Lieske of Over de Liefde van Doeschka Meijsing gaan lezen of over mijn onwil heenstappen om me aan De Overgave van Arthur Japin te wagen? Of Het Grote Uitstel van Marc Reugebrink dat ook al de Gouden Uil won (maar dat gaat volgens de recensie over een vagina, en dat schrikt toch af...).

Zal ik eens voorspellen wie er op 17 september overblijven? Het is een wilde gok maar vooruit...: Cees Noteboom, Bas Heijne, Charlotte Mutsears, Marc Reugebrink, Cyrille Offermans en Joris van Parys.

De volledige tip 25 van de AKO is hier te vinden.


vrijdag 15 augustus 2008

Duyvendaks literatuurlijst

Bernhard Schlink - Het eerste weekend

Als Wijnand Duyvendak een beetje is bekomen van de schrik en nog eens wil teruglezen wat hem nu eigenlijk is overkomen, heb ik een paar tips voor hem. Toevallig las ik vorig weekend Het eerste weekend van de Duitse schrijver Bernhard Schlink. Goed getimed want het boek beschrijft op een ingetogen manier de vragen die de kwestie rond Wijnand Duyvendak oproept. Schlink vertelt het verhaal van een het weerzien van een veroordeelde RAF-terrorist met zijn oude vrienden nadat hij na 20 jaar in de gevangenis gratie krijgt. Het weekend in het landhuis is een soort praatsessie zoals die deze weken waarschijnlijk door veel groepjes veertigers en vijftigers gevoerd wordt. Zelf hadden wij het er tijdens een etentje over waarbij iemand zei: "het was in die tijd erg normaal om achter de RAF te staan". Dat was voor de hoofdrolspelers van het boek ook zo, ze waren in meer of mindere mate bij de acties betrokken maar waren ook weer niet van alle details op de hoogte.


Alle vragen die nu actueel zijn, komen terug bij Schlink. Hoe ver mag je gaan voor je idealen en hoe verhoudt zich dat in de tijd? Voor Jorg, de hoofdpersoon in het boek, heeft de tijd in de gevangenis bijna stil gestaan terwijl zijn vrienden een ontwikkeling hebben doorgemaakt. Het is een boek over vriendschap en verraad en vooral ook bekentenissen. Bekentenissen die, net als die van Duyvendak, soms een onverwacht gevolg hebben maar wel weer lucht geven en ruimte om verder te leven.

Ik had nog niet eerder een boek van Schlink gelezen en ben nieuwsgierig naar zijn andere boeken waarvan De voorlezer en De thuiskomst de bekendste zijn. Ook die boeken doen verslag van de ervaringen van mensen waarbij de periode in de (recente) geschiedenis niet onbelangrijk is.

Jaaps boekencijfer: 7.7

Louise Fresco - De Utopisten

Wie nu de moeite neemt De Utopisten van Louise Fresco te lezen, zal versteld staan van de gelijkenissen met de affaire Duyvendak. Het verhaal begint op de dag waarop de voormalig milieuactivsit Michiel van Straten staatssecretaris wordt. Ook hem gaat het verleden parten spelen. De personages in het boek worstelen met de manier waarop ze hun idealen moeten omzetten in resultaat. Alsof Fresco de affaire Duyvendak heeft voelen aankomen; in ieder geval is het boek een aardige inleiding op de discussie over de jaren 80 die nu lijkt los te barsten. Al vraag ik me af of openbare bekentenissen en de verwerking nou wel zo nodig zijn. Het is vooral een kwestie van tijdgeest en het is zeker interessant hoe dat botst met het huidge maatschappelijke klimaat.


Ik las het boek vorig jaar november tijdens een paar dagen Maastricht na het gekocht te hebben in een van de mooiste boekhandels van ons land of zelfs van de wereld. Fresco schrijft wat pretentieus (dat is ze volgens mij ook gewoon) waardoor het verhaal een zekere afstandelijkheid houdt. Maar het verhaal is redelijk meeslepend en herkenbaar en voor al die mensen die de komende tijd hard aan de slag gaan met het verwerken van de jaren 80 is het een must!

Jaaps boekencijfer: 7.2

zondag 10 augustus 2008

Joop en Dries

Wat kan politiek toch leuk zijn

Joop den Uyl - Dromer en Doordouwer - Anet Bleich

Van Agt - biografie - Tour de Force - Johan van Merrienboer, Peter Bootsma en Peter van Griensven


Kort na elkaar verschenen er biografieën van Joop den Uyl en Dries van Agt. Ik heb ze beide vrij snel na elkaar gelezen waardoor die politieke periode uit de jaren 70 en 80 weer helemaal gaat leven. De biografien overlappen elkaar voor een deel en dat maakt het alleen maar boeiender omdat veel saillante gebeurtenissen en bijvoorbeeld de formaties vanuit verschillend perspectief worden beschreven en beoordeeld.




Het zijn omvangrijke boekwerken maar ze lezen beiden lekker weg, vooral het boek over Van Agt. Misschien omdat Van Agt toch een wat kleurrijker persoon is en omdat hij in meer spraakmakende crises en affaires (drie van Breda, kapingen en gijzelingen, sluiting abortuskliniek Bloemenhove, Lockheed, Menten, Aantjes) een cruciale rol had. En ook omdat hij een wat flamboyanter persoonlijkheid is natuurlijk.


Beide boeken geven een uitstekende politieke als persoonlijke schets. Anet Bleich concentreert zich iets meer op de politicologische achtergronden en de ontwikkelingen in de sociaal-democratie onder Den Uyl. De drie (!) schrijvers van Tour de Force maken er een smeuiiger verhaal van en schromen niet het beeld te schetsen van een nogal gemakzuchtig en bij vlagen zelfs luie politicus. Dat is het grote verschil tussen de twee oud-premiers. Waar Den Uyl naar voren komt als een harde werker, iemand die altijd maar vergadert tot diep in de nacht en bloedserieus is, is Van Agt de bourgondische katholiek die het allemaal niet zo nauw neemt.

Vergeleken met de huidige politiek valt een aantal dingen op. Ook ruim 20 jaar geleden speelden al dezelfde dilemma's en problemen als nu met voorop: hoe dicht je de kloof met de kiezer. Dat is echt geen post-Fortuyn thema zoals het tegenwoordig nogal eens wordt voorgespiegeld. Vroeger was politiek leuker, wordt er vaak gezegd en wie deze beide boeken leest, kan bevestigen dat er enorm veel gebeurde. Aan de andere kant denk ik dat een biografie van Balkenende ook het nodige plezier zal geven waar het gaat om alle affaires (LPF, Hirsi Ali, prinses Margarita) en hoe je het ook wendt of keert: de affaires zijn het leukst om te lezen. Vooral de biografie van Van Agt is wat dat betreft een feestje. Bleich is net als haar onderwerp Joop den Uyl wat serieuzer maar heeft dan ook een proefschrift geschreven. Beide boeken geven een goed inzicht van de politiek van niet eens al te lang geleden. Ik was 13 toen de jaren 80 begonnen en kan me relatief nog vrij veel herinneren maar het meeste vaag. In die zin zijn de boeken zeer geschikt om alles nog eens in de juiste volgorde voorgeschoteld te krijgen. Lees ze bij voorkeur na elkaar!

Jaaps boekencijfer: Van Agt 8,5 - Joop 8.0