donderdag 25 juni 2009

Kanshebbers op de Gouden Griffel (3)

Peter Verhelst, met prenten van Carll Cneut - Het geheim van de keel van de nachtegaal



Afgaande op de bekroningen van de afgelopen maanden, maakt dit boek met voorsprong de grootste kanshebber op de Gouden Griffel 2009. Het kreeg eerder ondermeer de Woutertje Pieterse Prijs en de Jonge Uil, niet de minste prijzen. Het is gevaarlijk om zo'n boek pas te lezen als het al zo gelauwerd is want dan zijn de verwachtingen hoger dan hoog. Maar vanaf het moment dat je Het geheim in handen hebt weet je dat het een bijzonder boek is. Prachtig vormgegeven, de bladzijden hebben gouden randjes en op ieder detail is gelet. Sla het op een willekeurige pagina open en je komt

Verhelst heeft het sprookje van Andersen over de Chinese nachtegaal in dit boek herverteld. Een klassiek verhaal over een keizer voor wie iedereen buigt, die onder de indruk raakt van het geluid van de nachtegaal. Nou wil het geval alleen dat de nachtegaal een vrij muizig grijs vogeltje is, qua uiterlijk niet in overeenstemming met het prachtige gezang. De keizer laat onderzoeken wat het geheim is van het gezang en bouwt het keeltje na in een gouden vogeltje om beide nachtegaaltjes te laten zingen. Maar dat gaat mis, het wordt een kakafonie en dat stemt de keizer treurig, en met hem het hele volk. De echte nachtegaaltjes voelen zich afgewezen. Een klein meisje uit een ver gelegen dorpje is de katalysator, zij klimt hoog in de bomen en heeft contact met de vogeltjes en zij weet hen weer aan het zingen te krijgen.

Ze zongen de zon uit de hemel

Ze zongen het ijs uit de Keizer

Ze zongen zijn tranen tot damp.

De teksten zijn zangerig en melodieus en heerlijk om voor je zelf of voor anderen hardop te lezen.
Peter Verhelst zet alle woorden op de juiste plek en is vooral sterk in de lichte ironie. Vooral daar waar hij de almacht van de keizer laat blijken.

"JA!", riepen de mensen. "JAAAA!!!!"
"MOOOOOOOOIE KEUZE VAN DE KEIZER!", riepen ze.
"Zo MOOOOOOI!"




Maar de kracht van dit boek zit vooral in de tekeningen. Vaak vrolijk en kleurig maar soms ook weer heel donker en duister en bijna somber. Daar waar de grijze nachtegalen zich in het bos verschuilen en je goed moet kijken om ze te zien. Soms hangen de prenten tegen de vervreemding aan maar Cneutt blijft net binnen de lijntjes van de realiteit.

Een prachtig boek. Om te krijgen en om cadeau te geven: een origineel geschenk. Maar misschien heeft het nu wel genoeg prijzen gehad.

Jaaps boekencijfer: 8.5

woensdag 24 juni 2009

Vingeroefening

Simon van der Geest – Geel Gras

Het is een nachtmerrie die veel kinderen hebben. Zelf kroop ik vroeger regelmatig uit bed om aan de deur van de woonkamer te gaan luisteren of mijn ouders er nog waren. Stel je voor dat ze me zomaar in de steek lieten.


Fieke zit er niet zo mee. Ze kruipt op een ochtend uit haar tentje op een camping in Frankrijk en dan blijkt het veldje leeg. Behalve een waslijn met twee rode theedoeken. Die zijn haar ouders ook vergeten, net als Fieke zelf. Blijkbaar zijn haar ouders nogal verstrooid. Er is alleen nog een gele plek in het gras, daar waar de caravan heeft gestaan. Fieke vindt het aanvankelijk wel vervelend en probeert haar ouders op te sporen maar dan komt ze het Nederlandse jongetje Jantwan tegen, die is weggelopen van zijn bedillerige moeder. Met hem beleeft ze een paar avonturen en uiteindelijk zijn papa en mama daar dan weer.
Geel Gras is het debuut van de jonge schrijver Simon van der Geest die tot nu toe vooral toneelstukken en verhalen voor kinderen schreef. Het verhaal begint veelbelovend waar Van der Geest de wat verwarde vader van Fieke beschrijft op de dag voordat hij zijn dochter vergat mee te nemen. Geestig en raak. De rest van het boek is vooral meer van het zelfde. Er is niet echt een idee dat consistent wordt uitgevoerd. Fieke is een grappig meisje, ze doet een beetje denken aan Otje, uit de boeken van Annie M. G. Schmidt, zoals sommige scenes ook zo in haar boeken hadden kunnen staan. Twee kinderen die zich verstoppen in een taart om er zich vervolgens voor een groot publiek op een acrobatische manier uit te bevrijden. M.G-eriger kan bijna niet.

Maar Van der Geest is nog lang geen Schmidt. Hij schrijft leuke korte scenes bij elkaar maar die maken nog geen boek. Met zijn stijl is niks mis. Hij gebruikt korte zinnen en vaak geestige dialogen die krachtig overkomen. Het probleem zit in de opbouw en het verhaal. Fieke is geen sterk uitgewerkt karakter, ze overtuigt niet, ze boeit niet, ze is niet geloofwaardig. En het verhaal heeft geen noodzaak en geen angel. Een meisje dat vergeten wordt en dat er niet echt om maalt. So be it.

Ik sluit niet uit dat Simon van der Geest ons ergens in de komende jaren gaat verheugen met een kwalitatief hoogstaande jeugdroman. Of zelfs een schrijver van belang wordt. Dan kunnen we zeggen dat Geel Gras een vingeroefening was. En niet meer dan dat.

Jaaps boekencijfer: 6.5

zondag 21 juni 2009

Kanshebbers op de Gouden Griffel (2)

Edward van de Vendel & Floor de Goede – Opa laat zijn tenen zien – en andere stripgedichten




Stripgedichten, ze zijn nieuw en ze gaan zo:

Ik had – de kat – uit mijn klauwen laten vallen...
dus de kat werd kwaadEn hoewel een kat niet praat zei ik SORRY tegen hem...
“Maar laten we niet gaan staan mauwen met z'n allen...
we zijn tenminste groot.
We kunnen tegen een stootje”
“O ja?”
zei de kat
en haakte me pootje.


En daar dan plaatjes bij, van de kat die valt en pootje haakt. Edward van de Vendel schreef 21 gedichten en Floor de Goede hakte de verzen op in partjes en maakte er tekeningetjes bij die in stripvorm zijn afgedrukt. Het resultaat is verbluffend. Dat is vooral te danken aan Floor de Goede, die het beste uit zich zelf heeft gehaald in deze bundel. De Ik ben geen stripfanaat maar ben meteen fan van Flo. Hij had een dagelijkse strip in het AD maar die is wegbezuinigd en nu staat ie volgens mij niet meer in de krant. Jammer, er moet toch ergens een plekje voor hem te vinden zijn? De Goede's tekeningen zijn grappig en gevarieerd en hij heeft alle mogelijkheden van deze stripvorm met gedichten ten volle benut. Soms is 1 tekening genoeg, soms moet alles binnen de lijntjes, of juist er buiten of wordt het decor (stadsmuziek) de vorm. Ook het kleurgebruik is ondersteunend. Het blijven stripjes en dus vaak heel eenvoudige tekeningetjes maar er zitten ook echt mooie platen tussen zoals in Mijn zusje en mijn oma of Lek, die toevallig beiden over slecht weer gaan. De Goede kan blijkbaar goed een storm neerzetten.

De gedichtjes zijn soms een beetje treurig. Over een jongetje dat onder een boom zit te mokken omdat zijn bal vast zit in de takken. Wat leidt tot de briljante zin:

En als je nog eens durft te vragen – jochie heb je straf? – dan schreeuw ik – nee ik ben een voetbalvogel – en ik broed – van onderaf.

Of over het jongetje dat niet kan voetballen en alleen door zijn verschijning op het veld al een strafschop waard is. Kleine verhaaltjes en schetsjes die klinken als een klok. Niet allemaal even sterk of noodzakelijk en niet altijd vrij van dwangrijm maar Edward van de Vendel toont zich hier opnieuw de alleskunner. Het gevaar van zo'n schrijver die op veel levels kan schrijven (makkelijk, moeilijk, grappig, poetisch, serieus) is dat het niveau gaat lijden onder de grote productie. Maar dat is in deze bundel gelukkig niet het geval. De meeste gedichten blinken uit door de eenvoud, de kortste zijn ook nog eens de beste. Het titelgedicht over de tenen van Opa die in een strenge winter bevroren zijn, is een juweeltje. Het laatste regeltje is:
Ik tel ze en ik tel ze, en ik, kom maar niet aan tien. In dat zinnetje en dat plaatje komt alles bij elkaar wat deze bundel zo sterk maakt.

De gedichtjes gaan nog meer leven als je ze hardop voorleest en daarom is dit ook een uitermate geschikt als voorleesboek. Een erg leuke bundel dus. Pretentieloos, vakkundig en geestig: ik schoot regelmatig hardop in de lach. Hopelijk werkt het duo niet voor de laatste keer samen, ik wil meer!

Jaaps boekencijfer: 8.4

vrijdag 19 juni 2009

Kanshebbers op de Gouden Griffel (1)

Dirk Weber - Duivendrop

De komende weken aandacht voor de zilveren boekjes (ah, wat een leuke knipoog naar de befaamde Gouden Boekjes die de komende tijd trouwens via de Albert Heijn) die kans maken op de Gouden Griffel die begin oktober aan de vooravond van de kinderboekenweek bekend wordt gemaakt. Twee van de tien zilveren griffelwinnaars zijn boeken van buitenlandse auteurs en die dingen niet mee.



Duivendrop van Dirk Weber is van de acht boeken de enige jeugdroman en moet concurreren met vooral prentenboeken. In de teksten op de omslag zijn woorden zwart en onleesbaar gemaakt. Woorden die slecht en zondig zijn en die Jubes niet mag lezen. Jubes woont letterlijk en figuurlijk achter een muur en eigenlijk wordt zijn hele leven gecensureerd. De mensen van zijn sekte vinden de buitenwereld slecht en willen die voor hem en de andere kinderen verborgen gehouden. Maar daarbij hebben ze niet op Alexander gerekend.

Het verhaal in Duivendrop wordt verteld door Alexander die met zijn ouders in een buurt woont die boven hun stand is. Moeder erfde het huis van een mevrouw in het verpleeghuis waar ze werkt en doet alle moeite zich aan te passen aan de nieuwe omgeving. "Mijn moeder is raar. Alsof ze een toneelspeelster is die een gewoon iemand speelt”, zegt Alexander. Hij is sensitief en een scherp observator. "Ik heb de mensen bij ons in de straat ingedeeld: tegen, voor en weet niet. De meeste zijn tegen. Ik hoor het aan de toon waarop ze praten en hoe die verandert als moeder en ik voorbijfietsen".

Via zijn vader komt Alexander in aanraking met duiven en als hij de trotse eigenaar van Blanche wordt, is hij verkocht. Blanche is een wat eigenzinnige duif die haar eigen weg gaat en wel achter de muur van Jubes weet te komen. Over het contact tussen de twee jongens gaat Duivendrop. Ze mogen elkaar niet ontmoeten en dus heeft de ontluikende vriendschap vanaf het begin een spannende lading. Beide jongens zitten op hun eigen manier klem in hun omgeving en breken er tijdelijk uit.

Jubes beseft maar al te goed dat de beperkingen die hem zijn opgelegd, nadelig kunnen zijn. “Als ik naar buiten had gekund, naar een dierendokter, dan was mijn duif misschien niet dood geweest”. Subtiel beschrijft Weber de dilemma's en twijfel van Jubel. Hij is niet boos en opstandig maar vooral nieuwsgierig, en dat gevoel is sterker dan de strenge regels. Hij wil niet naar buiten, zegt hij aanvankelijk maar hij wil natuurlijk niks liever. Ook Alexander wordt gedreven door nieuwsgierigheid, een eigenschap die door zijn moeder wordt afgekeurd. "Nieuwsgierig is dat je teveel tijd hebt", vindt ze.

Weber is een stilistisch zeer begaafd auteur. De dialogen zijn knap en precies goed, ieder woord staat op zijn plek. En hij blinkt uit in mooie zinnetjes als als: “'s morgens word ik wakker van de zinken voetstapjes van de duiven in de goot”.

Op Duivendrop is ook zeker wel wat aan te merken. Het verhaal is goed opgebouwd maar uiteindelijk niet evenwichtig genoeg. De nadruk ligt teveel op twee karakters waardoor beide onvoldoende uit de verf komen. Het is een klein verhaal en toch wil Weber nog te veel. De duiven, de sekte, een museum van overgewaaide spullen, een boek waaruit het schip toevallig in het dorp aanmeert, de rol van drop. Het zijn op zich allemaal boeiende gegevens maar Weber zou iets stringenter in zijn keuzes kunnen zijn. De sekte is misschien iets te heftig gekozen, een orthodox gereformeerd milieu had volstaan en genoeg aanknopingspunten geboden. Het is detailkritiek: juist bij zo'n mooi boek wil je dan weer dat alles klopt.

Dirk Weber is een jaloersmakende aanwinst voor de Nederlandse jeugdliteratuur die ook hoopvol stemt. Blijkbaar is het goed mogelijk na je veertigste te debuteren en nog succesvol te zijn ook. Zijn debuut Kies Mij! kreeg de Vlag en Wimpel en dit boek dus een Zilveren Griffel en wie weet nog meer.

Jaaps boekencijfer: 8.0

dinsdag 16 juni 2009

Carrie Slee doet gay en crazy

Carrie Slee - Bangkok Boy

De boeken van Carrie Slee worden niet vaak gerecenseerd, ze worden des te meer gekocht en gelezen. Slee is dan misschien ingehaald door Francine Oomen als succesvolste kinderboekenauteur van Nederland, ze is nog steeds ongekend populair en ook dit boek ligt weer (niet gebruikelijk voor kinderboeken) in grote stapels in de boekhandel. Slee's eerste boek voor 16+-ers, dat was een hele opgave zegt ze en ze heeft er dan ook een half jaar over gedaan. Het maakte me nieuwsgierig en ik heb daarom na lange tijd weer eens een Slee gelezen.




Zestien plus betekent in de ogen van Slee blijkbaar dat er veel geneukt en gezopen moet worden. Na tien bladzijden is het promillage behoorlijk hoog en is de vleselijke gemeenschap al enkele malen geconsumeerd.

Het verhaal draait om Joep en Bo die al jaren een relatie hebben totdat Joep plotseling en zonder reden de verhouding opzegt, en verdwijnt. Bo komt er achter dat hij naar Thailand is gegaan, waar hij oorspronkelijk vandaan komt en reist hem samen met Anouk achterna. Alhoewel ze eerst nog even denkt dat hij gay is geworden omdat hij zijn spullen bij een homoseksuele vriend heeft neergezet. Dus moet hij wel gay zijn. Zelfs voor de hoofdpersonen uit dit boek een nogal naieve opvatting. Slee zegt onderzoek te hebben gedaan naar het taalgebruik van jongeren dus ze zullen het wel altijd over gay hebben als ze een homo bedoelen en heel vaak het woord crazy gebruiken.

Bangkok Boy valt niet mee. Ik wist dat Slee stilistisch niet zo vaardig is maar het is echt treurig. Ik had voortdurend de neiging om zinnetjes hardop te lezen. Omdat ze zo obligaat waren, of zo simpel of naief of simpelweg stompzinnig. Slee kiest voor een wisselend perspectief waarbij Bo ongeveer tweederde van de tijd aan het woord is. Bo is wisselend boos en verdrietig en vooral haar verontwaardiging komt tot vervelens toe terug. Van Joep is een wat evenwichtiger karakter gemaakt maar ook hij blijft vlak. De plot is van dik hout zaagt men planken en alleen het einde heeft dan nog iets van ontroering en subtiliteit in zich. Het boek is grof in de betekenis van niet verfijnd en niet zorgvuldig. Van een schrijver mag verwacht worden dat er is nagedacht over de taal. Waarom staat deze zin er en wat wil hiermee zeggen? Het lijkt er niet op dat Slee zich dit soort vragen vaak heeft gesteld. Bangkok Boy is een belediging voor jongeren van boven de zestien. Laat die maar lekker Joe Speedboot gaan lezen of voor mijn part Ronald Giphart.

Jaaps boekencijfer: zwaar onvoldoende


maandag 15 juni 2009

Het mooier maken dan het is

Hilde Hagerup – Bijt!



De meestal krachttermen in Bijt! zijn in kapitalen afgedrukt. Dan gaat het van Godverklotekankermongolenshit, Kutkloteshitlul en Jesusfuckinghoerenporno. Recht uit het hart inderdaad en behoorlijk creatief bij vlagen. Vloeken als kunst. De Jonas in dit boek kan er wat van en ik begin er expres dit stukje mee omdat het zoveel over hem zegt. Zowel de creatieve en bijzondere manier waarop zich hij uit als de uitbarstingen die hij heeft. Jonas komt onverwacht uit de hoek en dan druk ik me mild uit. Hij is de jongen die tegen een nieuwe klasgenote zegt dat ze mooie tieten heeft. Die een leraar ervan beschuldigt op het web naar kinderporno te zoeken. Die op een tafel gaat staan en de raarste dingen roept. Een jongen met gedragsproblemen, met ADHD wellicht. Maar ook een jongen van wie de moeder gevangen zit omdat ze met drank op iemand heeft doodgereden. Binnenkort zit haar straf er op en dan zal duidelijk worden dat Jonas haar al die jaren heeft voorgelogen. Hij heeft helemaal geen vriendin, hij haalt geen goede cijfers en het gaat niet goed op school. Jonas heeft alles mooier gemaakt dan het is.

Hilde Hagerup heeft met Jonas een moeilijk te grijpen en te begrijpen karakter geschetst. Het blijft onduidelijk wat er precies met hem aan de hand is. Maar dat hij met zichzelf in de knoop zit en dat de werkelijkheid te ingewikkeld voor hem is, dat is evident. Het levert een boek op vol erupties. Tal van misverstanden, uitbarstingen, ruzies en pijnlijke situaties. Ongemakkelijk en hard. Hagerup doet geen moeite het mooier te maken dan het is. Een behoefte die Jonas wel heeft, nou ja behoefte, noodzaak eerder. Om te overleven, om overeind te blijven. Hagerup gaat veel kanten op en daardoor is Bijt! uiteindelijk wat onevenwichtig. Als een orkaan zonder middelpunt. Toch is de roman de moeite waard. Hagerup schiet uit de meest onverwachte hoeken op deze lezer. Het verhaal zindert en wervelt, het taalgebruik is verrassend en origineel. De gedachtensprongen, de terloopse opmerkingen, de absurde dialogen. Complimenten voor vertaalster Eva Gerlach want dit moet een lastige klus zijn geweest.

Bijt! Is weer echt zo'n Querido boek. Risicovol en bijzonder en het blijft nog even naijlen.

Jaaps boekencijfer: 7.3

zondag 14 juni 2009

Sjoerd Kuyper door uitgeverij aan kant gezet

Nieuw Amsterdam heeft schrijver Sjoerd Kuyper aan de kant gezet, schrijft collega Ted van Lieshout op zijn website. Kuyper sprak ruim een maand geleden de Annie M. G. Schmidt-lezing uit waarin hij vooral kritiek had op de manier waarop uitgevers met jeugdboekenauteurs gaan en op het beloningssysteem. De lezing zorgde voor nogal wat rumoer waarover ik eerder schreef. Volgens Van Lieshout heeft Kuyper van de directie van Nieuw Amsterdam te horen kreeg dat de samenwerking niet wordt voortgezet. Kuyper is een veelgelezen auteur en onder andere bekend van zijn verfilmde boek Het Zakmes en de serie over het jongetje Robin.

Van Lieshout schrijft nu zelf in dubio te staan omdat Nieuw Amsterdam ook zijn uitgever is. Hij publiceert op zijn website de mail die hij aan de directie waarin hij de vraag stelt of het inderdaad om een sanctie gaat. Van Lieshout vraat zicht af: kan ik als schrijver blijven bij een uitgeverij die een collega straft voor het geven van zijn mening?

Nieuw Amsterdam is een grote uitgeverij die onder andere de boeken van Mart Smeets en Hugo Borst uitgeeft maar ook een redelijk uitgebreid jeugdboekenfonds heeft waarbij Kuyper en Van Lieshout de bekendste en belangrijkste auteurs zijn.

donderdag 11 juni 2009

Vliegen naar de vrijheid

Eion Colfer – Airman
Marc van Velzen – Airtime


Twee jeugdboeken die je niet direct bij Querido zou verwachten. De uitgeverij staat bekend om de wat meer literaire jeugdboeken en schrijvers die het vooral van stijl moeten hebben. Colfer is bekend van zijn serie boeken over Artemis Fowl, een begaafde jonge crimineel. Boeken waarin elfen en dwergen opduiken en magie een grote rol speelt. Die reeks is trouwens niet door Querido uitgegeven. Airman kent wat minder magie en is veel meer een heldenroman waarin de jonge Conor Broekhart met verve de hoofdrol vertolkt. Zijn vader werkt in een voorname positie aan het hof van de koning en vanaf zijn geboorte, in een luchtballon, is Conor in de ban van vliegen. De jonge held is uiteraard verliefd op de prinses en lijkt een prachtige toekomst tegemoet te gaan. Gelukkig treedt er rampspoed op en Conor zit jaren in een soort strafkamp. Hij weet te ontvluchten en via zijn uitvindingen en vliegkunsten komt het eind toch nog al goed. Een lekker spannend leesboek. Colfer strooit de avontuurlijke verwikkelingen in het rond als waren het pepernoten. Een klein bezwaar is dat hijs soms iets te uitvoerig in de beschrijving schiet waardoor het tempo er een beetje uitraakt. En dat goed en kwaad wel heel erg duidelijk benoemd worden. Een ouderwets lekker spannend jongensboek, al zullen meiden er zeker ook plezier aan kunnen beleven, dat voor dit genre opvallend goed van stijl is. De moraal van het verhaal is uiteindelijk dat vrijheid soms letterlijk bevochten moet worden. Vliegen is daar het ultieme symbool van, zeker in de tijd waarin het boek zich afspeelt waarin het vliegtuig nog moet worden uitgevonden. Uiteindelijk beklijft vooral de heldenrol van Conor: wat een kanjer, die jongen kan alles en is nog eens van vlees en bloed ook. Hij is wel heel erg perfect, maar dat hoort nou eenmaal bij een held.


Vliegen wil ook de hoofdpersoon in Airtime van Marc van Velzen. Sebastiaan voelt de ultieme vrijheid als hij op zijn BMX door de lucht zweeft. Van Velzen hinkt op vele gedachten in dit boek dat een teleurstelling zal zijn voor de BMX-liefhebbers. Slechts een enkele keer weet de auteur de magie van het fietsen onder woorden te brengen en taal te vinden die dit soort stuntwerk bijzonder maakt. De nadruk ligt uiteindelijk ook niet op fietsen maar op de moeite die de hoofdpersoon heeft om zich een plekje in zijn nieuwe omgeving te verwerven. Sebastiaan verhuist van het platteland naar de stad verhuist en zijn draai niet kan vinden. Vooral niet omdat zijn klas getiraQuerido nniseerd wordt door Jort, een jongen met een te groot ego, waar iedereen naar luistert. Behalve Sebas natuurlijk en de twee voeren een strijd uit, die uiteindelijk bijna over leven en dood gaat. Het verhaal rammelt aan alle kanten: de karakters zijn ongeloofwaardig en slecht uitgewerkt, de ontwikkelingen zijn voor een groot deel onlogisch. Natuurlijk kunnen kinderen hard en opportunistisch zijn maar juist in deze leeftijdscategorie ligt het allemaal net wat subtieler. Er is kortom weinig bijzonders te beleven aan dit boek. Rest de vraag wat een uitgeverij als in deze schrijver ziet?

Jaaps boekencijfers:
Eion Colfer: 7.5
Marc van Velzen: 4.5

maandag 8 juni 2009

Lange titels maken kans op de Gouden Griffel

De tien kanshebbers op de Gouden Griffel zijn vandaag bekend gemaakt. Blijkbaar vallen lange titels in de smaak. Alleen Sneeuw van Komako Sakai en Duivendrop van Dirk Weber zijn titels van 1 woord. De andere titels zijn lang, langer langst. Een Heel Kleine Geschiedenis van Bijna Alles (Bill Bryson), Een Halve Hond Heel Denken (Joke van Leeuwen) Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal (Peter Verhelst) springen er uit. Verder nog genomineerd en daarmee automatisch verzekerd van een Zilveren Griffel: Spin Op Sokken (Ted van Lieshout), Ballade Van De Dood (Koos Meinderts en Harrie Jekkers), Meneer Papier en zijn Meisje (Elvis Peeters, ja die van dat merkwaardige boek WIJ, dat ik hier eerder besprak), Agent en Boef (Tjibbe Veldkamp) en Opa Laat Zijn Tenen Zien (Edward van de Vendel).

Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal won al meerdere prijzen waaronder recent De Jonge Uil, dus die kan als grootste kanshebber worden aangemerkt. Ik moet toegeven dat de meeste boeken me (nog) niet zo bekend zijn maar daar gaat uiteraard verandering in komen. Al zitten er nogal wat prentenboeken tussen en daar ligt niet mijn primaire interesse.

De winnaar wordt op 6 oktober bekend gemaakt aan de vooravond van de kinderboekenweek die dit jaar over eten gaat en als motto Aan Tafel! heeft. Dat spreekt me dan wel weer erg aan.




zondag 7 juni 2009

Het wordt een zware zomer

Eshter Verhoef - Erken mij
Hakan Nesser - De zomer van Kim Novak

Het is trhillermaand en dus krijgen we een geschenkje; altijd leuk natuurlijk. Maar net als met het traditionele boekenweekgeschenk wreekt ook hier zich de lengte. Een werkje van 90 bladzijden waarin een thrillerverhaal zich moet ontvouwen. Maar ik vermoed dat als Verhoef hiervoor 200 bladzijden had gekregen, het ook niet veel was geworden. Het leest wel lekker weg, het is ook wel een beetje spannend maar het ligt er allemaal zo duimendik bovenop. Een psycholoog die een weekend weg gaat met de onzekere cliente. Alle eigenschappen van een psycholoog worden uitvergroot en de cliches van een onzekere vrouw die zichzelf tegen komt in het leven (erken mij toch, zie mij toch staan, ik mag er zijn), zijn niet te tellen. Het ligt er allemaal duimendik bovenop. Alles ten bate van de plot die maar niet verrassend wil zijn. Er volgt nog een soort extra plotje, een onthulling op de laatste pagina, die op de lachspieren werkte en het verhaal nog verder naar beneden haalde. Leuk voor in de trein: Hilversum-Utrecht vice versa en je hebt het uit.




De Detective en Thrillergids van de VN is er ook weer, de 30e en maar liefst 646 recensies. Altijd leuk die sterren, zeker de recensies van boeken die maar 1 of zelfs geen ster krijgen, leveren vermakelijke literatuur op. Ik vraag me opnieuw af waar die voorliefde van Vrij Nederland voor thrillers vandaan komt want de rest van het jaar blijkt er weinig van. Het blad heeft sowieso minder aandacht voor boeken dan vroeger met de roemruchte Republiek der Letteren en de rubriek waarin veel jeugdboeken werden besproken: De Blauw Geruite Kiel. De thrillergids is geschikt om bij de hand te houden maar uiteraard niet zaligmakend.





De twee thrillers die ik meehad op vakantie, bleken beide maar twee sterren te hebben. De Paleisraad van Stephen L. Carter en De zomer van Kim Novak van Hakan Nesser. Had ik nou toch maar beter naar die collega geluisterd die al weken roept dat ik De infiltrant van Dennis Lehane moet lezen want dat boek is een van de tien nieuwe boeken die met het maximale aantal van 5 sterren wordt beloond. Ik laat me niet weerhouden door de sterretjes en lees eerst het boek van de mij onbekende Nesser. Hij blijkt al een hele reeks boeken over rechercheur Van Veeteren te hebben geschreven waarvan hij erg bekend is. Niet bij mij dus. Ook over Kim Novak moest ik even nadenken maar dat was die mooie actrcie die in de jaren 50 onder andere bekend werd door Vertigo.






Volgens VN is dit boek niet echt spannend en dat is de spijker op zijn kop maar niet echt een groot bezwaar. Misschien wel als je het met een trhiller-brilletje op leest. Mijn bril heeft een jeugdboekenlens en die focust direct op dit boek, zeker op het eerste deel waarin de zomer van twee adolescenten wordt beschreven. Het Verschrikkelijke is gebeurd, dat weten we meteen al en de hoofdpersoon Erik kijkt terug op die zomer in het familiehuis aan het water. Mooi sfeervol en verstild beschijft Nesser een zwoele zomer die zindert van van alles en waarin dus ook een moord plaatsvindt. Toch is die moord niet het belangrijkste. Het gaat vooral over vriendschap, geheimen, eenzaamheid en ontluikende seksualiteit: de dingen die in de puberteit zo van belang zijn. Het wordt een zware zomer, zegt de vader van Erik, en daar heeft hij groot gelijk in. Het zindert van zwaarheid en toch is het een lichtvoetig verhaal door de knappe dialogen en de subtiele humor. De manier waarop de twee jongens over hun ouders (Eriks moeder is terminaal, Edmunds moeder zit in een afkickkliniek) spreken, of vooral niet spreken is beklemmend. Er wordt vooral heel veel niet gezegd.



In deel 2 is de moord gepleegd en in deel 3 wordt er tig jaren later op de hele affaire terug gekeken. Daar wreekt zich het ontbreken van echte spanning inderdaad maar heel vervelend wordt het niet. Lekker boek voor tussendoor en misschien 2, 5 sterretje, maar de VN doet niet aan halfjes. Mieke van der Weij is het trouwens met me eens, of ik met haar, lees ik in haar recensie in de NCRV-gids die binnenkort hier ook te zien zal zijn.



Jaaps boekencijfers:



Esther Verhoef 5.4



Hakan Nesser: 7.0

Ajaxfans naakt de polder in

Hans van der Heijde - De Republyk

Voor wie erg geschrokken is van de winst van de PVV bij de Europese Verkiezingen deze week, is dit boek een aanrader want dan blijkt: het kan altijd nog weer erger. We mogen tenminste hopen en aannemen dat de gebeurtenissen in De Republyk niet ons voorland zijn. De achterflap geeft het aardig weer: 'een vitale, sterk gecomponeerde en bij vlagen hilarische roman over de opkomst en ondergang van een Vrije Friese Republiek, van begin tot eind boeiend, geloofwaardig en - in een tijd waarin in Nederland de kloof tussen burger en politiek wordt gedicht met plat, nationalistisch exclusivisme - ook uiterst actueel '.

Prima notendopje en zeker voor een geboren Fries en sc Heerenveen-fan, zoals ik, een nieuwsgierig makende omschrijving. Het leek me een statement om het boek op vakantie in de provincie Limburg te lezen. De Vrije Friese Republiek ontstaat uiteindelijk naar aanleiding van rellen die met voetbal te maken hebben: erg amusant beschreven. Niet zo heel realistisch maar dat geeft niet. Friese fans zorgen ervoor dat Ajacieden de provincie niet binnenkomen en jagen ze zonder hun kleren de polder in. Heerenveen wint daardoor de beker (wel weer heel realistisch, ik droom nog iedere nacht over de penalty van Sibon) maar die wordt ze weer uit handen genomen door de KNVB. Dan zijn de rapen gaar en is de boel niet meer tegen te houden. Friesland wordt onafhankelijk. Van der Heijde beschrijft daarna uitvoerig en soms wel erg gedetailleerd, en ook wat sophisticated en met ietwat te veel kennis van het Latijn, de tot stand koming van een nieuwe democratie. Een dichter met de naam Sybe Sybesma neemt het voortouw en laat zich inspireren door het oude Athene. Het leidt tot interessante bespiegelingen over democratie, het volk en de wil van de meerderheid. Allemaal enorm actueel maar doordat het op de situatie in Friesland is geschreven, en een afsplitsing toch echt niet aan de orde is, blijft het een zelfstandig verhaal dat niet ingehaald wordt door de tijd.

Het boek is feitelijk het relaas van de assistent van Sybesma. Na een wat zakelijk beschreven ouverture, weeft hij het persoonlijke verhaal van deze jongeman, die door het uitroepen van de republiek uit zijn depressie raakt, er vakkundig doorheen en dat geeft het boek een extra dimensie.

Alhoewel de auteur aangeeft dat alle kenmerken en uitspraken van de personages aan zijn fantasie zijn ontsproten, haalt hij toch wat merkwaardige strapatsen uit door bestaande mensen herkenbaar naar voren te komen (o.a. Ed Nijpels, oud-burgemeester Loeki van Maaren en 'Mart Sleets'). Opvallend is vooral dat de man om wie veel draait in dit boek, dichter Sybe Sybesma, echt heeft bestaan, en pas een dikke twintig jaar geleden is overleden. Voor mij voegt dat niet veel toe en is het eerder verwarrend.

Ook voor niet-Friezen een uitermate interessant boek. Volgens mij heeft het boek nog niet zoveel aandacht gehad maar dat is onterecht. Ook wel prettig want daardoor was ik niet beinvloed of vooringenomen en heb ik geheel op eigen kracht een mening kunnen vormen en op die manier is zo´n boek ook echt een verrassing. Het is erg goed geschreven en die term vitaal van de achterflap klopt, al zou ik nooit op dat woord zijn gekomen. Ook hilarisch, boeiend en actueel zijn de juiste bewoordingen. Geloofwaardig is het allemaal wat minder. Het loopt op het eind aan alle kanten uit de hand maar dat maakt het boek er niet minder om. Helemaal gierend uit de klauw loopt het verhaal niet en dat is op zich een wonder.

Het is interessante kost voor mensen die geinteresseerd zijn in de werking van democratie en populisme. Alle goede bedoelingen ten spijt, wint het nationalisme uiteindelijk en dat was geenszins de bedoeling. De afkeer van de Haagse minachting zet zich uiteindelijk om in een gevoel van heimwee naar het rood-wit-blauw. Democratie valt nog niet mee.

Een bijzonder boek van een onbekende schrijver, Hans van der Heijden publiceerde hiervoor alleen een verhalenbundel. Ik zou zeggen: it giet oan, kopen en lezen dit boek.

Jaaps boekencijfer: 8.8