vrijdag 31 oktober 2008

AKO-jury: fictie graag!

Komende maandag wordt bij Pauw & Witteman bekend gemaakt welk boek de AKO Literatuurprijs 2008 wint.

Ik schreef er al eerder over en werd er terecht door iemand op gewezen dat ik er niet op teruggekomen ben en of dat kwam omdat ik er met mijn voorspelling honderd procent naast zat. Klopt. Ik kan niet tegen mijn verlies. Maar ik was ook echt teleurgesteld, niet zozeer omdat mijn glazen bol niet werkte maar vanwege de nominaties. De helft van de zes genomineerde boeken is non-fictie en dat vind ik jammer. Kunstprijzen hebben sowieso een hoog appels en peren gehalte maar als je er dan ook nog perziken en bananen tussenstopt. Een roman vergelijken met een roman heeft dan nog wel iets rechtvaardigs maar hoe verhoudt zich een essaybundel tot een fictief verhaal en literaire non-fictie tot een verzonnen verhaal? Voor al die andere genres zijn er inmiddels eigen prijzen in het leven geroepen. Non-fictie en geschiedenisboeken kennen hun eigen prijzencircuit en daar worden fictieve romans ook niet bekroond. Daarom zou de jury van de literatuurprijs zich wat mij betreft ook louter over romans moeten buigen. Waarbij er al genoeg gerommel is over genres als jeugdboeken, proza, strips enzovoorts. Dus is het spijtig voor Machiel Bosman, Chris de Stoop en Bianca Stigter maar ik vind dat zij met hun non-fictie geen literatuurprijs verdienen. Non-fictie is een totaal andere discipline die hele andere vaardigheden vereist. Het schrijven ervan heeft weinig tot niets met het schrijven van fictie te maken. Een jazzprijs wordt ook niet aan een rapper gegeven en een piano-award niet aan een zangeres.

Dus blijven over: Doeschka Meijsing met Over de liefde, Leon de Winter met Het recht op terugkeer en Tomas Lieske met Dűnya. Ik heb me er dit keer niet toe kunnen zetten al die boeken te lezen. Alleen De Winter las ik en daar was ik niet zo enthousiast over. Meijsing staat wel op het lijstje want haar onderwerp intrigeert me: het schijnt onder andere te gaan over haar relatie met Xandra Schutte en met haar heb ik nog een korte tijd in de redactie van een homoblad gezeten. Niet dat ik haar echt ken maar het is toch een gegeven dat nieuwsgierig maakt.

Ik kan geen vergelijking maken tussen deze drie boeken maar omdat de AKO-literatuurprijs van de 21 keer nog maar 3 maal aan een vrouw is uitgereikt (aan Brigitte Raskin, Margriet de Moor en voor de laatste keer in 1995 aan Connie Palmen voor De Vriendschap. ) wordt dat wel weer eens tijd. Doeschka maar doen dan? Hoe dan ook: AKO-jury, laat het in ieder geval een echte roman zijn!

donderdag 30 oktober 2008

Gepassioneerde kelners

Alain Claude Sulzer - Een volmaakte kelner



De stroom aan roddels, geruchten en hele en halve waarheden over het vermeende dubbelleven van Jörg Haider is welkome en smakelijke kost en leidt de aandacht even af van die maar voortijlende kredietcrisis. Dat de conservatieve populist de herenliefde consumeerde en daarbij een voorkeur had voor knapen beneden de dertig, was al een publiek geheim maar ligt na zijn dood op straat. Over de doden niets dan goeds en feitelijk is er natuurlijk weinig aan de hand behalve dan dat het ongemak en de verlegenheid van Haiders politieke bondgenoten vermakelijk is om te volgen. Het gezegde: er ligt een lijk in de kast, krijgt hier wel een heel dubbelzinnige betekenis.

Toevallig las ik net het boek Een Volmaakte Kelner van Alain Claude Sulzer dat zich dan wel in een ander land (Zwitserland) en in een andere periode (vlak voor de Tweede Wereldoorlog) afspeelt maar de benepenheid en zwijgzaamheid rond homoseksualiteit heeft misschien toch wel het karakter van die naties te maken, die daar zo ingeklemd in de bergen liggen. Verder zijn er niet zoveel overeenkomsten tussen deze roman en de zaak Haider want die laatste geeft toch een wat nare smaak terwijl dit boek zindert van de liefde en erotiek. Al is het uiteindelijk een uitermate pijnlijk en treurige affaire die Sulzer zijn hoofdpersoon ‘Monsieur Erneste’ laat beschrijven. Erneste is kelner in een hotel in Zwitserland en wordt na dertig jaar door een brief herinnerd aan de passionele relatie met Jakob, een andere kelner, die zijn verdere leven zo’n beetje heeft beheerst. Ze houden van elkaar, ze doen het met elkaar op een klein zolderkamertje in het hotel, ze zijn een perfect stel. Totdat Jakob besluit mee te reizen met een geheime minnaar die gast in het hotel was.

De liefde is van een grote schoonheid, het verraad is bijna nog mooier en de manier waarop Sulzer dat weet te verwoorden is adembenemend. Hij laat de lezer in de huid van die wat stijve Erneste kruipen door heel beheerst met de taal om te gaan. Het is nergens overdadig en dramatisch en misschien juist daardoor zo aangrijpend om niet bijna de wat overdreven term ‘hartverscheurend’ te gebruiken. Een recensent van The Guardian gebruikt de zinsnede ‘discreet en tactvol maar ook verontrustend’ en dat is treffender dan ik het zelf zou kunnen omschrijven. Ingehouden, wil ik er nog aan toevoegen. Terwijl de hoofdpersoon het eigenlijk allemaal van de daken wil schreeuwen en bijna uit elkaar barst, blijft hij de volmaakte kelner. Die beheerstheid maakt het ook in alles het tegenovergestelde van het flamboyante leven van Haider; wel net zo geheim misschien maar toch heel anders.

Het is geen expliciete homoroman, juist ook omdat het nogal universeel is beschreven en het over herkenbare thema’s als liefde en verraad gaat. Maar het spreekt mij wel extra aan omdat homoseksualiteit er een rol in speelt; dat maakt het toch wat meer invoelbaar.

Het is zo’n boek dat lijkt voort te kabbelen maar waarin zich onder de oppervlakte veel afspeelt. Aan het slot van het boek net weer iets te veel naar mijn zin, daar krijgt het verhaal een wending die niet aansluit bij de rest van de roman en in mijn ogen ook niet zo functioneel is. Dat maakt het boek net niet helemaal perfect, net niet boven de 9.


Jaaps boekencijfer: 8.8

zaterdag 25 oktober 2008

Teveel Bach

Anna Enquist - Contrapunt




Mooi mens, die Anna Enquist, in de zin van: mooi oud. Ze debuteerde pas op haar 46e en dat is hoopgevend voor al die Nederlanders die nog zo graag een roman willen publiceren, dat zijn er meer dan een miljoen.

Enquist is trouwens nog maar 63 maar ze heeft iets getekends met dat grijze haar en die groeven in haar gelaat. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het verliest van haar dochter bij een verkeersongeluk, die tragische gebeurtenis die het thema vormt in Contrapunt.

Noem mij een barbaar maar ik weet niets tot weinig van Bach, de piano hier in huis blijft al jaren onaangeroerd en de Goldbergvariaties van Johann S.: het zal wel. Klassieke muziek heeft niet mijn interesse al kan ik er best van genieten maar ik heb er geen verstand van op een theoretisch niveau. Dat zet me als lezer van deze roman meteen op achterstand want het gaat voortdurend over toonsoorten, meerstemmigheid, zesachtste maten enzovoort. Neem een zinsnede als dit: "De dertiende variatie, de eerste met een echt langzaam tempo, een trieste sarabande omrankt door eindeloze guirlandes van tere nootjes, weliswaar in majeur...". Niet dat het automatisch een probleem is, dat ik weinig verstand of binding heb met het onderwerp van een boek. Ik besprak hier onlangs nog die prachtige roman over Lapland terwijl ik nooit in Lapland ben geweest. Bij deze roman is het echter wel hinderlijk om dat werk van Bach niet te kennen. Het boek is volledig geconstrueerd naar al die variaties en ieder hoofdstuk begint met een notenbalk.

Van Het Meesterstuk en Het Geheim herinner ik me toch vooral de knappe constructie die een combinatie van diepgang en leesbaarheid opleverde. Bij Contrapunt gaat dat niet op, het stoort en het leidt af van waar het werkelijk om gaat: dat is het verhaal van een moeder die de dood van haar dochter verwerkt. Pas op driekwart van het boek ga ik meevoelen met de vrouw (die jammer genoeg afstandelijk als 'de vrouw' en ze wordt aangeduid) en haar tragiek. Dan komt er ook wat meer vaart in het boek en verdwijnt Johann S. Bach iets meer naar de achtergrond.

Ongetwijfeld klopt het allemaal als een bus, de hele opzet van de roman met al die variaties en het grote contrast tussen buiten en binnen. Tussen de kleine wereld van de vrouw en haar verdriet en de grote wereld die gewoon doordraait. Maar de vrouw blijft voor mij teveel op afstand, ik voel haar verdriet niet mee, ik speel geen piano met haar en begrijp maar niet waarom ze zich zo druk maakt om die variaties. Misschien als Enquist voetbal als metafoor had gekozen,waar ze ook vaak over schrijft in bijvoorbeeld Hard Gras, en wat dan weer wel in mijn belevingswereld past; misschien dat het verhaal me dan direct bij de strot had gegrepen. Ik denk dat het echt een boek is voor liefhebbers van klassieke muziek. Ook in haar andere romans speelde die muziek een rol maar veel minder dwingend dan hier.

Jaaps boekencijfer: 6,5

zondag 19 oktober 2008

Een berg najaarsboeken

Het is met literatuur eigenlijk net als met de televisie. Er is de hele zomer weinig tot niets te beleven en in het najaar word je dan plots weer bedolven onder een enorme hoeveelheid boeken. De afgelopen weken verschijnt de ene na de andere interessante Nederlandstalige roman. Moeilijk kiezen, want ik kan toch echt niet alles lezen. En ik wil ook niet alles lezen. Hoe bepaal ik dan wat ik wel lees? Recensies, vrienden en meestal een toevallig onderschept recensie-exemplaar dat op de redactie of thuis binnenkwam. Hier wat boeken die net zijn verschenen en die mijn interesse wel hebben maar toch zal ik een keuze moeten maken want er moet meer geschieden in het leven dan lezen (helaas).




Arnon Grunberg - Onze Oom
Ik heb een haat-liefde verhouding met Grunberg al overheerst toch vooral het onbegrip. Ik begrijp zijn taaal vaak niet, vindt zijn thema's niet interessant en lees zijn boeken niet echt voor mijn plezier. Ik twijfel dus over zijn nieuwste. De verhaalomschrijving intrigeert maar dat is meestal zo bij Grunberg maar de recensies zijn wisselend. Zijn laatste boeken Tirza en De Joodse Messias las ik wel maar ik snap toch niet helemaal waarom al die literaire jury's zo met hem op de loop gaan. Hij is een fenomeen natuurlijk maar misschien niet 'mijn fenomeen'.




Anna Enquist - Contrapunt
Hier verheugde ik me op. Enquist schreeft tot nu toe altijd zeer verhalende boeken en het is alweer even geleden dat ik een boek van haar las. Contrapunt heb ik meteen gelezen maar het viel niet geheel mee. Misschien omdat ik niet zo thuis ben in de klassieke muziek en de Goldbergvariaties van Bach geen gesneden koek voor me zijn. Binnenkort een recensie.


Erwin Mortier - Godenslaap

Lovende recensies, onder andere 5 sterren in de Volkskrant. Nogal een literaire en hoogstaande omschrijving maar wel een fascinerende Vlaamse schrijver.

Esther Gerritsen - Een kleine miezerige God

Ook al lovende recensies, eveneens 5 sterren in de Volkskrant. De tweede roman van deze jonge toneelschrijgster. Ik heb het in huis en wellicht begin ik er deze week aan. Het ziet er wel erg literair uit maar collega Mireille is er redelijk enthousiast over en haar oordeel is waardevol.



Dimitri Verhulst - Godverdomse dagen op een godverdomse bol

Ik heb hem al een paar keer horen voordragen op radio en tv uit dit boeken en dat klinkt prachtig. Misschien moet ik het luisterboek kopen want ik vraag me af of ik het gewoon lezend wel trek. Het is een soort geschiedenis van de evolutie van een jonge nogal gehypete Vlaamse schrijver waarvan ik in een eerder boek bleef steken. Dit wordt hem niet.

Christiaan Weijts - Via Capello 23
Weijts debuutroman viel enorm op en ik was er deels van onder de indruk. Dezelfde makke als met Enquist: ik heb niet zoveel met klassieke muziek. Dit boek speelt in Venetie en bevat erg veel verhaallijnen wat wel aanlokkelijk klinkt. Wie weet.

zaterdag 11 oktober 2008

Iedere journalist wil uiteindelijk een roman schrijven...

Pieter Webeling - Veertig dagen

Pieter Webeling ken ik vooral als journalist, hij schreef onder andere samen met Frenk van der Linden veel (soms spraakmakende) interviews voor de Nieuwe Revu. Van der Linden debuteerde twee jaar geleden ook al als romanschrijver met het felrealistische De Steniging wat volgens mij op de rol staat om verfilmd te worden. Veel journalisten willen een roman schrijven: hoe herkenbaar voor de schrijver van dit blogje. Waar zou die wens eigenlijk op gebaseerd zijn? Wellicht om iets geheel authentieks te produceren in tegenstelling tot je altijd te moeten baseren op wat derden je leveren. En even weg te zijn van de waan van de dag en je langere tijd op jezelf te kunnen richten. Je eigen hersenpan en gevoelsleven uitlepelen en dan maar kijken of het creatieve produkt iets oplevert dat je met de buitenwereld wilt delen. Alhoewel journalisten misschien wel wat sneller dan andere schrijvers geneigd zijn te delen omdat ze eraan gewend zijn dat hun werk na een zekere deadline wordt gepubliceerd. Dat was misschien de makke van het boek van Van der Linden: De Steniging is rommelig en onaf. In aanzet een aardige poging om actuele thema's in een roman te verwerken maar te weinig doordacht en uitgewerkt. Het leest als een trein en ik raad je het ook zeker niet af maar ik had na afloop het gevoel dat het een beetje was blijven steken in een idee. Iets met liefde en wraak en met het multiculturele 'drama' maar met de hoofdpersonen kreeg ik niet zoveel.


Pieter Webeling lijkt meer tijd te hebben genomen voor zijn Veertig Dagen. Hij beschrijft de karakters overtuigend, Jennifer en haar zus Grace, hun vader en overleden moeder en hun diverse partners/minnaars. Het boek gaat over de relatie tussen twee zussen en wordt beschreven vanuit Jennifer die verraden is door haar zus Grace en het contact heeft verbroken. De terminale ziekte van Grace zet het hele spel weer op de wagen en als lezer vraag je je samen met Jennifer af hoe daarmee om te gaan. Er zijn dramatische en complexe dingen voorgevallen, die net binnen de grenzen van het voorstelbare blijven, maar niet zo heftig dat er geen enkel contact meer mogelijk zou zijn. Het knappe van deze roman is dat mijn sympathie gedurende het leven heen en weer hopst van Jennifer naar Grace en terug. Ik leef met beide mee en begrijp soms de ene zus goed en dan weer de ander om tenslotte helemaal op het verkeerde been te zijn gezet. Het is op de een of andere manier een prettig boek, volgens de uitgever 'veelgelaagd' en dat zal best maar mij gaat het in eerste instantie toch altijd om het leesplezier en dat is redelijk groot.
Er zitten net iets teveel irritante dingetjes in om heel erg enthousiast te zijn. Webeling is goed met taal maar wil voor mijn gevoel soms iets te nadrukkelijk leuk en bijdehand zijn, wat niet ten goede komt van het verhaal. Het is lastig om daar voorbeelden van te geven omdat die zo buiten de context niet zo duidelijk zijn maar in het algemeen heeft Webeling de neiging om hoofdstukjes af te sluiten met een soort van grap of vondst. En het boek telt 33 hoofdstukken dus dat is best vermoeiend. Een kwestie van iets te weinig darlings gekilld - ik kan me dat heel goed voorstellen want op de een of andere manier lees je het plezier van het schrijven in dit boek. Misschien had een redacteur net even strenger moeten zijn.

Het aardige was dat ik over dit boek nog helemaal niets had gelezen, wat niet zo vaak voorkomt. Ik zag het in de boekhandel en kocht het, omdat ik nieuwsgierig ben naar journalisten die een roman schrijven, en las het meteen. Dat leest lekker, de verrassing is groot en het geeft een soort fris en onbevangen gevoel. Ik ben benieuwd naar Webelings volgende boek terwijl ik over Frenk van der Lindens roman dacht: leuk geprobeerd, niet meer doen, ieder zijn eigen vak.
Het enige dat me kon beinvloeden was de mening van Adriaan van Dis op de achterflap: "Zijn romanpersonages zijn grensoverschrijdend - en hoe!". Een nietszeggende aanbeveling natuurlijk en ik vraag me ook af hoe die tot stand komt. Is Van Dis gevraagd de roman vooraf te lezen en iets aardigs te zeggen om te kunnen citeren? Zijn er tien van dit soort mensen gevraagd en is de leukste reactie uitgekozen (misschien vonden de andere negen het een waardeloos boek?). Niet nodig, uit een recensie citereren bij de tweede druk of op een vorig boek terugkomen, is nog tot daar aan toe. Laat een debuut maar voor zichzelf spreken.

En tot slot: kan uitgeverij Cossee niet eens iets aan die rare glimmende flapjes doen. Soms pakt het goed uit, zoals bij Boven is het stil van Gerbrand Bakker maar bij dit boek vind ik het vervelend, misschien ook omdat ik de omslagfoto (de achterkant van de benen van een dame die de trap oploopt) niet zo mooi vind. Helaas lukt het me even niet om hier een foto neer te zetten.

Jaaps boekencijfer 7.5

vrijdag 10 oktober 2008

Nooit meer Lapland

Pia de Jong - Lange dagen

Op dit boek van Pia de Jong werd ik vooral gewezen door enkele opvallend lovende recensies, eigenlijk meer dan dat, zeg maar gerust jubelende recensies. Want als je leest dat het gaat om een 'literaire verrassing die maar eens in de tien jaar voorkomt' dan moet er wel iets aan de hand zijn. Dat zijn de woorden van Max Pam vanHP/De Tijd die er aan toevoegt: 'Het werd wel weer eens tijd, maar de Nederlandse literatuur heeft er eindelijk weer een schrijver bij'.



Jeroen Vullings is in Vrij Nederland bijna net zo enthousiast en concludeert 'wat een debuut'. Dan moet er toch wel iets bijzonders aan de hand zijn. Zelfs als de recensente van de Volkskrant het boek volledig de grond inschrijft en er zelfs maar 1 ster aan toe kent. Wat overigens wel iets prettigs merkwaardigs heeft, die zo totaal verschillende beoordeling door recensenten. De recensie van de Volkskrant kan ik online niet vinden, de zoekfunctie daar is hopeloos, maar ik herinner me dat het een vrij kort stukje was dat ik niet al te sterk onderbouwd vond. Maar ieder zijn (of haar) mening om die dooddoener maar eens te gebruiken. Toch zou het interessant zijn om dit soort boekbesprekers met elkaar in discussie te horen gaan. Wat mis ik toch een goed tv-programma op dit gebied.



Ik was in ieder geval getriggerd door die recensies want ik zag het al helemaal voor me. Zo'n totaal onbekende mevrouw, Pia de Jong, ik stel me voor dat ze uit Waddinxveen komt of Almere ofzo, die op een zolderkamer heeft zitten ploeteren op een boek en dan als ontdekking van het jaar wordt gezien. Een beetje teleurgesteld was ik dan ook toen ik ontdekte dat Pia de echtgenote van natuurkundige Robbert Dijkgraaf is. Kan ze ook niks aan doen maar het haalt iets weg van haar anonimiteit, want ineens is ze de vrouw van iemand die al eens bij Zomergasten heeft gezeten.

Lange Dagen wordt in de recensies meteen gekoppeld aan Nooit meer slapen van W.F. Hermans (ik neem iedere zomer een boek van Hermans mee op vakantie, dat is goed voor mijn relatie want Nick is een Hermans-adept) dat ik toevallig vorige zomer pas las en indruk op me maakte. Behalve dat beide boeken in Lapland spelen en er dus de nodige sfeerovereenkomsten zijn, hebben ze niet zoveel met elkaar gelijk. Lange Dagen deed me veel meer denken aan de telefilm
De Fuik die dit voorjaar op de buis was en is gebaseerd op een waargebeurd verhaal van een godsdienstwaanzinnige vader die zijn gezin met vier dochters min of meer ontvoert nadat ze uit huis worden geplaatst. De tirannieke vader neemt ze mee op een zwerftocht door Europa, bezeten van zijn eigen gelijk en vervuld van dogma's. Iets soortgelijks is er in Lange Dagen aan de hand. De vader van Eva is een soortgelijke fanaat al wordt hij niet zozeer gedreven door godsdienstige motieven al heeft je zijn bezetenheid met natuur en gezond voedsel en opvoeddogma's welhaast religieuze trekjes.

We beleven het verhaal door de ogen van de 14-jarige Eva die beschrijft hoe zijzelf, haar broer Steven en haar moeder lijden onder de grillen en nukken van de vader die er nogal merkwaardige ideeen op nahoudt. Dat resulteert in het plan om met het gezin door Lapland te gaan trekken. Een bizarre expeditie is het gevolg die bijna noodlottig afloopt. De vader houdt zijn missie lang vol ondanks alle tegenslagen en de uitzichtloosheid van de hele reis.

Is het een bijzonder boek en hebben die opgewonden recensenten gelijk? Wat mij betreft een polderantwoord: in zekere zin is het een bijzonder debuut maar wat mij betreft zijn er toch veel vaker in de afgelopen tien jaar literaire verrassingen geweest. Toch is het wel zo'n boek waarin je verder wilt lezen omdat het een bepaalde sfeer uitstraalt die mij fascineerde, zeg maar een soort magie. Je wordt meegezogen in die rare reis, die bijna lugubere vormen aanneemt. Er is werkelijk niks leuks aan die hele onderneming, je voelt aan alles dat het een heilloze onderneming is. Misschien is het onverzettelijke gedrag van de vader wel wat me het meest boeide. Hoe komt het toch dat sommige mensen op een gegeven moment zo'n enorme tunnelvisie krijgen en hun blik zo vernauwd wordt dat ze vrijwel geen contact meer maken met de realiteit. Het heeft iets volstrekt wanhopigs. In De Fuik loopt het helemaal niet goed af. Hoe het de hoofdpersonen in dit boek vergaat, moet je zelf maar lezen.

Je voelt de beklemming van dat gezin in je lijf en daarom begreep ik niet zo goed waarom er nog iemand van buiten het gezin (ene Axel) mee moet op reis. Een storend element, dat is hij dan ook letterlijk en figuurlijk; ik had al wel genoeg aan de vier gezinsleden. Het is een knap geschreven boek, en de keuze voor het perspectief van de dochter werkt uitstekend en het is vooral heel erg sober. De Jong schrijft een heel afgebakend verhaal zonder verdere franje en dat maakt dat de bijna verstikkende sfeer soms bijna ondraaglijk wordt.


Jaaps boekencijfer: 8.0

woensdag 1 oktober 2008

Een volwassen jeugdroman

Els Beerten - Allemaal willen we de hemel

Omdat ik een redelijk grote jeugdboekenverzameling bezit en me jarenlang vrij intensief heb bezig gehouden met vooral jeugdliteratuur, is het toch altijd weer even feest in de kinderboekenweek. En reden om hier nog even een boek onder de aandacht te brengen wat ik al een poosje geleden las, maar dat door veel meer mensen zou moeten worden gelezen. Nou ja, er moet natuurlijk niks maar ik zou het zo leuk vinden. Want een goed jeugdboek geeft vaak Daarom hier de tip om Allemaal willen we de hemel van Els Beerten te lezen. Ik las het een paar maanden geleden (ter geruststelling van de mensen die mijn tempo zo hoog vinden) en het speelt af en toe nog wel eens door mijn hoofd.


Een spannend, ontroerend en, al houd ik niet zo van dat woord, aangrijpend boek. Henk Sjoerd heeft het geleend en gelezen en was ook enthousiast en we zijn in goed gezelschap: de enige Nederlandse hoogleraar jeugdliteratuur Helma van Lierop vindt dat trouwens ook, zij noemt het boek deze week in Vrij Nederland als het beste boek uit het recente aanbod. Het is zo'n boek waarvan je je afvraagt waarom het eigenlijk tot de jeugdliteratuur gerekend wordt. Maakt verder niet uit maar soms is het wel jammer omdat het boek automatisch een wat beperkter bereik heeft als het tussen de jeugdboeken ligt. Die grens is vaak marginaal; dat werd bijvoorbeeld weer duidelijk toen het, aanvankelijk als jeugdboek verschenen, Perenbomen bloeien wit van Gerbrand Bakker later opnieuw als volwassenenroman werd uitgegeven toen Bakker een succesvol auteur was. Het is die rare behoefte om labeltjes op literatuur te willen plakken. Literatuur is literatuur en als een boek mij aanspreekt dan vind ik het een goed boek. En Allemaal willen de hemel is zo'n boek dat mij aanspreekt al vind ik de titel niet zo gelukkig gekozen want een beetje pretentieus. Pretenties heeft Beerten ook zeker want ze gebruikt geen eenvoudige structuur waarbij het perspectief voortdurend wisselt en het zodoende enige hoofdstukken duurt voordat je er een beetje in zit. Het verhaal speelt zich af in 1943 tegen het einde van WOII waarin de Vlaamse jongens Ward en Jef voor de keuze komen te staan om de Duitsers aan het front te helpen. Een uitgelezen kans om een held te worden maar heldendom blijkt zo zijn eigen dynamiek te kennen. Ik zal niet teveel onthullen want het verhaal leest zich verder wel vanzelf. Het is vooral een heel subtiel boek waarin stukje bij beetje de deurtjes open gaan en je als lezer uiteindelijk het grote geheel overziet. Jeugdliteratuur wordt vooral interessant als niet alles uitgelegd wordt, als er mysteries over blijven en als er iets gedaan wordt met taal. En dat is hier allemaal het geval.

Door dit boek ben ik eigenlijk weer een beetje terug op het spoor van de jeugdliteratuur waar ik het de laatste jaren toch wat verwaarloosde. Nu liggen hier ineens weer boeken van Jan Simoen en Bart Moeyaert, misschien niet toevallig net als Beerten ook Vlamingen. Misschien daarover binnenkort meer.

Jaaps boekencijfer: 8.8


Als bonus nog een fotootje van de auteur Els Beerten omdat ze ergens wel iets wegheeft van mijn schoonmoeder Lenie.


En als tweede bonus: het ligt voor de hand dat je na het lezen van dit boek denkt, hier wil ik wel meer van: probeer dan eens een boek van Aidan Chambers, misschien wel mijn favoriete auteur (al ben ik in zijn laatste roman Dit is alles voorlopiog op de helft blijven steken). De Tolbrug en vooral Je moet dansen op mijn graf zijn aanraders. En het is nog even boekenweek dus je krijgt er nog een geschenk bij ook