zaterdag 22 november 2008

Kleine stinkerd

Henk van Straten – Ik ben de regen

Behalve de titel klopt vrijwel alles aan dit boek. Meteen die titel maar even dan hebben we dat gehad. Waarom er voor zo’n quasi-literaire benaming is gekozen, is een raadsel. Zeker als een prachttitel als ‘Kleine stinkerd’ een inkoppertje is. Deze hardcore roman met zachte kanten verdient een vlaggetje dat precies die lading dekt.

Zo, dat was de titel en dan nu het boek zelf. Ik had het gekocht vanwege een artikel in Vrij Nederland over een jonge lichting Nederlandse schrijvers die als ‘de optimisten’ werden aangeduid. Van Straten viel me meteen op door zijn foto (een voormalig zanger van een hardcore bandje met veel tattoo’s, prettig om naar te kijken ook nog eens) en de beschrijving van de roman wekte zowel nieuwsgierigheid als aarzeling. “Harder dan hardboiled”, daar kan je veel kanten mee op. Van Straten kiest gelukkig de goede kant. Na de eerste 100 bladzijden ben ik over mijn scepsis heen en lees het boek in één ruk uit. Het is geen boek voor mietjes en toch vind ik het geweldig. Wat een fantastisch debuut. Heerlijk dat er weer schrijvers opstaan die gewoon schrijven. Korte zinnen, een lawine van gebeurtenissen en puur filmisch geschreven. Van Straten vertelt in Vrij Nederland dat de redacteur in de kantlijn I.A. zette op het moment dat het te zoetsappig werd, lees: Isabelle Allende-achtig. En als ik aan 1 schrijfster een bloedhekel heb....




Het verhaal is enerverend: Chris Hoop is voortdurend de wanhoop nabij en weet van voren niet wat hij van achteren aan het doen is. Zijn bovenbuurman ("gast") woont zo’n beetje bij hem in, zijn ex-vrouw maakt hem het leven zuur door hem steeds minder contact met zijn kind te gunnen. Oh ja, het kind. Baby Gijs. Hij is eigenlijk de hoofdrolspeler van het boek. Gijs is de pudding in de cake. Door hem houdt Chris grip op het leven en blijft het boek op het spoor. Deze ‘kleine stinkerd’ zorgt voor de balans. Verder niet teveel over het verhaal. Het gaat vooral om de taal, het tempo en het ritme. Ik kwam in een soort cadans terecht waarbij ik snakte naar meer en meer en uiteindelijk uitgeput het boek neerlegde. Een trip. Het dendert maar door en Van Straten beukt op je in met nog harder, nog gekker en nog onwerkelijker. Ondertussen kruipt die kleine Gijs er tussendoor en accepteer ik het allemaal maar.
Onthouden dus: Henk van Straten. Ik ben meteen fan. Hij heeft al een jeugdboek geschreven: Zwarth, dat ga ik meer eens opsporen.

Er zit veel muziek in het boek, luister hier naar en je zit meteen in de sfeer. Ik kreeg zin mijn platen van Jesus and the Mary Chain en Husker Du van zolder te halen.

En die film moet er komen. Kleine Stinkerd met in de hoofdrol Theo Maassen (net als de schrijver uit Eindhoven afkomstig) speelt Chris en die blonde van de Gooische Vrouwen lijkt me heel geschikt voor de rol van de ordinarire Debby Jansen. Als niemand het script schrijft, doe ik het wel.

Jaaps boekencijfer: 8.9

zondag 16 november 2008

Links geweld

Hari Kunzru - Mijn revoluties

Of extreem-links ineens een thema is in de literatuur durf ik niet te zeggen maar feit is dat dit al de tweede keer in korte tijd is dat ik een boek las over iemand die worstelt met zijn activistische verleden. De discussie over acties in de jaren zestig, naar aanleiding van de openbaring en het aftreden van Wijnand Duyvendak, is weer wat gaan liggen maar in het nieuws waren alleen de afgelopen week al twee heftige acties die zo uit dit boek konden komen. Een bom onder een auto en een beklad huis van een medewerker van de vreemdelingenpolitie. Beide acties die de nodige publiciteit genereerden en voor veel discussie zorgen. Gewelddadige acties mogen niet, simpel zat, maar ik vind het zo onverkwikkelijk dat er nog altijd op een ondoorzichtige manier dierproeven plaatsvinden, dat ik een lichte sympathie voor dat soort acties nooit helemaal weg kan stoppen. Al was de actie nu wel gericht tegen iemand die er relatief ver van afstond.





Het zou ook nog zomaar kunnen dat die acties door dezelfde mensen zijn gepleegd want Kunzru beschrijft in zijn boek verschillende groepen die zo'n beetje tegen alles in opstand komen. Het boek is vrijelijk gebaseerd op een beweging die begin jaren zeventig bekend stond als de Angry Brigade en een aantal bomaanslagen pleegde. Maar het is niet bepaald een documentaire of een historische roman maar toch vooral een psychologisch boek, waarin we Mike Frame volgen die in zijn activistische jaren Chris Carver heette. Of beter gezegd: Chris is zich later Mike gaan noemen en heeft onder die naam een rustig burgerbestaan met vrouw en dochter opgebouwd die niet op de hoogte zijn van zijn verleden. Michael Frame krijgt bezoek van iemand die hij van vroeger kent. Een periode die hij blijkbaar zo drastisch heeft afgesloten dat de paniek direct in volle hevigheid toeslaat en hij terugverlangt naar de heroine waar hij een poos aan verslaafd is geweest. De herinneringen komen terug en lopen op diverse manieren door het boek heen. De manier waarop we dingen hebben weggedrukt is ook meteen een thema. Dit citaat geeft dat zo'n beetje aan:

Na al die jaren als Mike Frame is het weleens moeilijk om de weg terug te vinden naar Chris Carver, me te herinneren waarom hij tot de keuzes kwam die hij maakte. Er lijkt zo'n duidelijk verschil tussen hoe ik wilde dat het ging en hoe het in werkelijkheid ging; niet alleen in de wereld, maar ook in ons groepje, onze revolutionaire cel.

Michael wordt via zijn verleden gechanteerd. Een wat warrige verhaallijn. Het boek verliest sowieso aan tempo en zeggingskracht door de voortdurende tijdssprongen. Ik had me er iets van meer van voorgesteld. Het meest boeiende is de gedetailleerde beschrijving van de linkse scene die aansluit bij de beelden die ik daarvan heb. Veel saamhorigheid maar ook heel veel wantrouwen en vooral een dwingende discipline als het om opvattingen gaat. Oeverloze discussies en scherpslijperij waarbij het er niet zelden dogmatisch aan toe gaat. Vermakelijk zijn ook de omgangsvormen: het individu bestaat eigenlijk niet en je hebt het maar te accepteren als iemand met jouw geliefde naar bed gaat. Vooral de Kritiek-Zelfkritiek-sessies waarin dit soort geneuzel plaatsvindt behoren tot de hoogtepunten van het boek. Kunzru heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de linkse actiegroepen in de jaren zestig/zeventig en dat is te merken.

Het zelfonderzoek van Chris alias Michael wordt gaandeweg een beetje slepend en vermoeiend en de spanning ebt langzaam weg. Vooral een boek voor die mensen die geinteresseerd zijn in politiek, in de linkse beweging en de discussie over de grenzen van het geweld.

Volgende week gaan we gezellig naar de film over Baader Meinhofgroep om dat debat voort te zetten. Het blijft een boeiend thema.

Jaaps boekencijfer: 7.0

vrijdag 7 november 2008

Kwaliteits-kommer- en- kwel

Marjolijn Hof - Moeder nummer nul

Pas na haar veertigste koos Marjolijn Hof definitief voor het schrijven, wat nog eens bijna tien jaar later resulteerde in de veelbekroonde jeugdroman Een kleine kans (gouden griffel en gouden uil, meer kan eigenlijk niet). Hof schrijft boeken die we vroeger 'de kommer -en kwelreeks' noemden. De boeken van uitgeverij Lemniscaat waar thema's als pesten, scheiding en andere ellende in naar voren kwamen. De volwassen Carrie Slee zeg maar en ik was er dol op. Dat de boeken kwalitatief niet verheffend waren, boeide me toen nog niet zo. Inmiddels wel en daarom zijn de boeken van Hof een welkome voortzetting van de probleemboeken. Hof verstaat de kunst om grote problemen klein te maken zonder ze tot drama te verheffen. Een beetje in de lijn van bijvoorbeeld Veronica Hazelhoff die de laatste jaren helaas niet meer zoveel schrijft.





In Moeder Nummer Nul gaat de geadopteerde Fejzo op zoek naar zijn biologische moeder. Die zoektocht is eigenlijk maar een terloops onderdeel van de roman. Het gaat er Hof vooral om dat we de gedachten, wensen en twijfels van Fejzo leren kennen en met hem meedenken en voelen. Daar slaagt ze wonderwel in. Vooral door trefzekere korte zinnen te gebruiken. Bijvoorbeeld op de eerste pagina als Fejzo zichzelf beschrijft: "Mijn moeder zegt dat ik honing-ogen heb. Dat is nogal overdreven. Mijn ogen zijn bruin, maar niet bruin genoeg. Alsof de ogenkleur bijna op was toen ik werd gemaakt." Even later omschrijft hij zijn zus, ook geadopteerd: "De naam van mijn zus is een ramp. Ze heet An Bing Wa. Zelfs Chinezen vinden dat merkwaardig. An Bing Wa betekent zoiets als Vredige IJsbaby. (...) Als ik haar kwaad wil maken noem ik haar IJsbaby".


Zonder dat we het doorhebben, zit er enorm veel informatie in deze zinnen en wordt de manier waarop Fejzo in het leven staat, subtiel beschreven. Fejzo is een wat onzekere jongen die het meisje dat hij aardig vindt, er met zijn beste vriend vandoor ziet gaan. Hij baalt er van maar tegelijkertijd moet hij er niet aan denken om te zoenen, dat je het spuug van iemand anders binnenkrijgt.


Hof blinkt uit in het beschrijven van de gedachten van Fejzo. Bijvoorbeeld als hij in de trein zit op weg naar het adoptiebureau en zich realiseert dat zomaar een van de dames tegenover hem zijn moeder zou kunnen zijn. Hof is ook een meester in het schrijven van dialogen; vooral de korte gesprekken tussen Fejzo en Maud zijn pareltjes, door datgene wat er niet gezegd wordt. Datzelfde geldt voor de manier waarop Fejzo met zijn ouders en zijn zusje praat. Het is af en toe moeilijk en pijnlijk maar ook zo ontzettend invoelbaar. Fejzo blijft ondanks zijn stugheid een personage waar je sympathie voor houdt zonder dat Hof een slachtoffer van hem maakt.


Als ik al kritiek op haar boeken heb is dat ze iets te weinig bij haar thema blijft, of anders gezegd: er teveel bijhaalt om de contouren van het verhaal te schetsen. In dit geval een zwerver die het brood van de eenden rooft en op de een of andere manier een functie in het verhaal moet hebben, zonder dat precies duidelijk wordt welke.


Moeder Nummer Nul heeft net als Een kleine Kans een wat sullige omslag maar dat zegt gelukkig helemaal niets over de inhoud.


Jaaps boekencijfer: 8.0

maandag 3 november 2008

Voorzag Hitler onze verwarring?

Hans Műnstermann – Land zonder Sarah

'Van de winaar AKO Literatuurprijs 2006' staat er als aanprijzing op de cover. De bekroning van De Bekoring was destijds een behoorlijke verrassing en blijkt goed voor de verkoop: er zijn er volgens de uitgever bijna hondderdduizend van verkocht. Dat boek was het vijfde uit een cyclus over Andreas Klein (waar ik er overigens geen 1 van las), dit nieuwe boek is waarschijnlijk een eenmalige expeditie.



Moet ik nu gaan uitleggen waar het over gaat? Mijn hemel, dat valt niet mee. Ik durf het nauwelijks omdat ik bang het niet helemaal goed te hebben begrepen en daardoor onjuiste dingen doorgeef. Zeker als ik de recensie van Arjan Peters in de Volkskrant lees die het blijkbaar allemaal wel helemaal begrepen heeft.

In ieder geval komt Hitler in het boek voor, en een hoofdpersonage dat Wolf heet. In mijn beleving droomt Hitler een droom die zich afspeelt in onze tijd waarin Pim Fortuyn aan de macht is en er een moord gepleegd is op een jonge tv-ster van Chineze afkomst. Hitler belt zijn vriendin om de droom te vertellen en daardoor speelt het verhaal zich zowel in 1940 als in deze tijd af. Munstermann doet gekke dingen met de tijd en ik begrijp dat dat zijn handelsmerk is maar het valt als lezer niet mee om het spoor helemaal te volgen. Moeten we nu concluderen dat er volgens de auteur parallellen lopen tussen de nazi-periode en onze huidige tijd? Heeft Hitler al voorzien wat er nu gebeurt. Munstermann schetst een Nederland dat uit het lood is geslagen maar hoe dat precies komt en waar dat heen gaat? Vragen dus, heel veel vragen na het lezen van dit boek.

Het boek is hallucinerend en tot op zekere hoogte ging ik mee in de trip. Er lopen veel lijnen door elkaar heen en dat is geen probleem maar het liefdesverhaal vond ik wat minder boeiend dan de politieke en maatschappelijke rode draad. Er wordt veel aangestipt, veel gesuggereerd en het gaat absoluut niet over niks. Maar waar het precies wel over gaat? Ik durf het nog steeds niet te zeggen.

Wolf zegt op een gegeven moment tegen Eva: Ik ben niet verantwoordelijk voor mijn dromen. Dat is voor mij wel zo’n beetje de kern van het boek. Het gaat over verwarring, zinsbegoocheling en misschien wel vooral over een nachtmerrie. Dat is het boek zelf uiteindelijk niet. Maar het is wat mij betreft ook niet bepaald de natte droom van een boekenliefhebber. Het is gedurfd en het is knap geschreven maar ik had er graag wat beter mee uit de voeten gekund.

Jaaps boekencijfer: 6, 8

zaterdag 1 november 2008

Hele normale jongetjes

Peter van Gestel – Kleine Felix
Tanneke Wigersma – Ole durft
Bart Moeyaert – Duet met valse noten


Weer even een paar jeugdboeken tussendoor. De cijfers die ik aan het slot geef, spreken voor zich. Van Gestel schreef met Mariken en Winterijs al twee klassiekers en Kleine Felix is iets bescheidener van opzet maar past qua niveau rustig in dat rijtje.



Het boek is in feite een literaire versie van Kruimeltje. Het speelt zich af net na de Tweede Wereldoorlog, die in Winterijs een veel belangrijker rol speelde, hier is de oorlog geen thema maar is de tijd van de wederopbouw louter het decor. Felix heeft als achternaam Wonder en dat staat direct synoniem voor het gezin waarin hij opgroeit. Vader is goochelaar en neemt zijn moeder mee op reis naar Amerika om daar te werken. Het boek beschrijft de tijd van Felix in kinderhuis Vreugdevol waar de jongen gepest wordt vanwege zijn geringe lengte en het bovendien gewoon zwaar heeft omdat er nare mensen werken die niet van kinderen houden. Wat het boek bijzonder maakt is de gedachtewereld van Felix en zijn naïeve onschuld, al klinkt dat hier poëtischer dan het is. Felix gaat zo’n beetje uit van het goede en begrijpt vaak niet waarom mensen elkaar het leven zuur maken. Het is een beetje de aloude kwestie van: wie is er nou eigenlijk gek. De gedachtes van Felix zijn logisch maar laat het leven nou eenmaal niet zo heel logisch in elkaar zitten. Felix observeert en verbaast zich over veel dingen en houdt ons op die manier een spiegel voor. Van Gestels stijl is loepzuiver, er staat geen woord teveel in het boek en de droge humor spat van de pagina’s af zonder opzichtig te zijn. Een heel normaal jongetje die Felix Wonder, die zich staande houdt in een wonderlijke wereld.

En het kan nog mooier. Ole is ook al zo’n gewoon jongetje al is het natuurlijk wel bijzonder als je moeder om het leven komt en je ineens alleen met je vader in een huis woont. Een nieuw huis nog wel want papa vond het nodig om te verhuizen. Ole durft beschrijft de eerste dagen in het nieuwe huis waarin Ole er in slaagt om zijn vader om de tuin te leiden, zodat hij niet naar school hoeft. Ole leeft net als Felix in een eigen binnenwereld die hij nodig heeft om zichzelf een nieuwe plek in het leven te geven. Want hoe doe je dat in een onbekende omgeving? Nou, bijvoorbeeld door een ontsnapt konijn te vangen en het bij een buurvrouw af te leveren en die vervolgens van haar straatvrees af te helpen. Ole durft dat allemaal maar dat klinkt veel stoerder dan het is.



De schrijfster Tanneke Wigersma was voor mij een onbekende maar ik ga haar nu in de gaten houden. Dit is het soort jeugdboeken die ergens over gaan zonder in de duidelijk zichtbare problemen en drama’s te vervallen. Het leven gaat door maar ook weer net niet helemaal. En het komt gelukkig ook nog goed, dat hoort bij zo’n boek.

Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het boek is het debuut van Bart Moeyaert opnieuw gegeven. Duet met valse noten is vooral interessant om in het perspectief van zijn daarop volgende boeken te schrijven. Ik heb een soort van haat-liefde relatie met Moeyaert. Hij kan prachtig schrijven maar vervalt soms in literair geknutsel en gekunstel waardoor hij in mijn ogen zijn doel wel eens voorbij schiet. In Duet met valse noten staat Moeyaert heel dudielijk nog aan het begin van die literaire ontwikkeling en verlang je als lezer juist weer naar iets meer eigenzinnigheid. Maar de stilist die Moeyaert is, is al herkenbaar. Het is in feite een supereenvoudig verhaal over een eerste liefde en tot op de helft ook behoorlijk adembenemend door de koortsachtige stijl waarmee de verliefdheid wordt beschreven. Als de liefde afneemt, zakt het boek ook nogal in elkaar.




Interessant is wel de toevoeging van Moeyaert die in een nieuw hoofdstuk beschrijft hoe het boek destijds tot stand is gekomen. Hij was nog maar 17 toen hij er aan begon en 19 toen het verscheen. De derde uitgever herkende zijn talent en hapte toe. Anders hadden we wellicht nooit het meesterwerk Broere kunnen lezen.

Jaaps boekencijfers: Kleine Felix: 8.5 – Ole durft: 8.8 – Duet met valse noten: 7.8