zondag 29 maart 2009

Hoera, de jeugdboeken hebben een eigen kast

Wat waren we destijds blij met onze nieuwe boekenkast, speciaal voor ons ontworpen door Johan van Zutphen en op maat gemaakt voor de werkkamer. We waren, en zijn, erg onder de indrukte van de hoogte en de grootte en de enorme ruimte. Maar een paar jaar later is hij toch echt overvol en liggen weer overal losse boeken en stapels boeken en werd het steeds moeilijker een bepaald boek terug te vinden. Het is altijd worstelen met het systeem in een boekenkast, vind ik. Kies je voor genres of zet je alles op alfabet? Beide dus. Een plank met kookboeken, diverse planken met de monumentenboeken van Nick en de non-fictie apart. De literatuur staat zoveel mogelijk op alfabetische volgorde.

De bovenste twee rijen in de grote boekenkast waren gereseveerd voor mijn collectie jeugdboeken. Daar kon ik dus slecht bij, we hebben een trapje maar dat is eigenlijk iets te laag. Het is mijn bedoeling om me de komende tijd weer meer te verdiepen in jeugdliteratuur en dan is het handig om de boeken bij de hand te hebben. Dus de Expedit van Ikea aangeschaft, volgens mij de nieuwe Billy. Ruime vierkante vakken en iets minder Ikea dan we van Ikea gewend zijn. Hier staan dus nu de jeugdboeken in, behalve de voorlees- en prentboeken en de verhalen- en gedichtenbundels. Die pasten er niet meer bij maar in de andere kast is in ieder geval weer volop ruimte.

Hier kun je de boekenkasten bekijken. Links de nieuwe jeugdboekenkast, rechts de grote kast: let op de bovenste 2 lege rijen.

Het was een warm weerzien met de jeugdboeken die zo lang daar helemaal boven op me hebben staan neerkijken. Ze staan op alfabetische volgorde: het begint bij het schrijversduo Abbing en Van Cleef en eindigt bij de historische boeken van Floortje Zwigtman. Twee van mijn favoriete jeugdboeken zijn onvindbaar: De Bijenkoningin van Veronica Hazelhoff en Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers. Wellicht uitgeleend en op die manier verloren geraakt, boeken die ik mooi vind, leen ik graag uit omdat ik vind dat anderen ze ook moeten lezen. Daar zit nou eenmaal een risico aan. Nog wat weetjes over mijn collectie: Ted van Lieshout wint, van hem heb ik dertien boeken. Gevolgd door onder andere Thea Dubelaar (11), Thea Beckman en Tonke Dragt (7) en Selma Noort en Imme Dros (6). Opvallend magertjes aanwezig: Carrie Slee (slechts 1 boek).

vrijdag 27 maart 2009

Zonder geheugen

Mirjam Mous – Boy 7

Het is meteen raak: de hoofdpersoon wordt wakker en weet niets. Hij weet niet wie hij is, hoe hij daar komt en wat er is gebeurd. Zijn enige houvast is de voicemail die hij zelf op een mobiele telefoon heeft ingesproken, die hij in zijn rugzak vindt. 'Wat er ook gebeurt, bel in geen geval de politie'. Volledig geheugenloos gaat de jongen op zoek naar aanwijzingen over zichzelf en ontvouwt hij zijn eigen verleden. Zonder al te veel prijs te willen geven: het gaat om een soort van wetenschappelijk experiment op een Glenn Mills-school dat invloed op de wereldpolitiek moet hebben.



Boy 7
is knap geconstrueerd en het verhaal. Mous gebruikt verschillende perspectieven, laat heden en verleden op vloeiende manier door elkaar heen lopen en ze weet de spanning vast te houden, vooral door de tijdsdruk die ontstaat. Mous maakt het zichzelf niet gemakkelijk, het verhaal is redelijk complex en achteraf stel je als lezer vast, dat het knap in elkaar zit en dat alles klopt. Boy 7, die in het echt Sam heet, heeft samen met Boy 3, die in het echt Louis heet, een uitermate geraffineerd plan bedacht om zich uit hun netele situatie te bevrijden. Het vergt de nodige concentratie om het te kunnen volgen.

Een lekker spannend leesboek zonder veel diepere lagen waar ik als kind vast van had gesmuld en nu nog steeds wel maar de wat matige stijl en voorspelbare psychologische one-liners als: 'Ook in gezelschap kon je je vreselijk eenzaam voelen', verpesten het een heel klein beetje. Voor mij dan, de meeste kinderen zullen zich er niet aan storen.
Jaaps boekencijfer: 7.7

woensdag 25 maart 2009

Een excentrieke neef

James Lecesne - Het geheim van Leonard Pelkey



Leonard hoeft maar weinig te doen om de clientele van Hair Today, de kapsalon van zijn tante, het hoofd op hol te laten slaan. Zijn stylingadviezen slaan aan en de meeste middelbare vrouwen lopen met de jongen weg. Dat geldt wat minder voor de schoolgaande jeugd van het dorp waar Leonard vrij plotseling komt wonen nadat zijn moeder overlijdt. Een jongen met een onweerstaanbaar charisma, eigenzinnig en tegendraads tot en met. Leonard is een nicht als een paard en ventileert dat zeer authentiek en excentriek; hij kleedt zich en gedraagt zich zoals hij wil en als hem dat (vaak letterlijk) schrammen en butsen oplevert, dan is dat maar zo. Zijn nichtje Phoebe van 15 heeft het er niet gemakkelijk mee, zo'n vreemde snuiter die plotseling bij hen intrekt. Haar leven verandert honderdtachtig graden, door de komst van Leonard maar vooral nadat het lichaam van haar neef uit het meer wordt gehaald. Ze gaat op zoek naar de dader en vindt die ook. De zoektocht is niet heel spannend, het is al snel duidelijk wie Leonard heeft omgebracht. Het boeiende is vooral de omslag die de dood van haar neef bij Phoebe teweegbrengt. Haar irritatie slaat om in een gedrevenheid, ineens is Leonard het allerbelangrijkste dat er is en ze lijkt met haar zoektocht een soort van monument voor hem op te willen richten.

Lecesne schetst een merkwaardige wereld die ergens wat aan de films van John Waters (o.a. Hairspray) doet denken. De kapsalon is een vondst, het perspectief van Phoebe heel sterk en het boek houdt de aandacht goed vast. Beklemmend en tegelijkertijd geestig: vol met woordgrappen, gekke gedachtensprongen en geestige bespiegelingen. Uiteindelijk lijkt Lecesne zelf een beetje de draad kwijt te raken en ontspoort het verhaal. De schrijver roert erg veel thema's aan (de scheiding van Phoebe's ouders, problemen op school, vriendschappen, enzovoorts) die grotendeels onuitgewerkt blijven. In combinatie met een plot dat ronduit zwak is, levert dat een wat onevenwichtige roman op.

Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit het debuut van James Lecesne en dat belooft veel. Er schort nogal wat aan dit boek maar het is in ieder geval eigenzinnig en in een bijzonder aantrekkelijke stijl geschreven. James Lecesne is betrokken bij een organisatie die jonge homoseksuelen met problemen probeert te helpen en vooral aan suicidepreventie doet. Iets van die activistische boodschap zit in de ondertoon van dit boek maar het is geen uitgesproken homoboek. Wel een emancipatoire roman die het opneemt voor mensen die anders zijn, die niet anders lijken te kunnen dan zichelf te zijn.

Een boek als dit wordt in Nederland doorgaans uitgegeven bij Querido of Lemniscaat maar opvallend genoeg verschijnt het bij Pimento Kinderboeken, een onderdeel van de Foreign Media Group. Op zich goed dat goede jeugdliteratuur steeds meer over verschillende uitgeverijen verspreid raakt maar Pimento mag iets zorgvuldiger zijn. De vertaling is niet denderend (veel stijlfouten), de titel is wat merkwaardig gekozen (oorspronkelijke titel: Absolute Brightness) er zitten slordigheden in de tekst (Bat Mitswa in plaats van Bar Mitswa) en ik vind het niet geheel logisch dat dit boek in de 'Black Pimento Thriller'-reeks wordt uitgeven.

Jaaps boekencijfer: 7.3

maandag 23 maart 2009

Twee verrassingen bij Libris-nominaties

Van Essen en Vuijsje genomineerd

4 mannen en 2 vrouwen, 5 Nederlanders en 1 Belg, 1 debutant en 1 favoriet van JaapLeest. En gelukkig 6 x een roman en geen non-fictie, geen essaybundels en dergelijke. In een notedop de score van shortlist van de Libris Literatuurprijs 2009. Tipte ik eerder Martin Hendriksma, hij valt er helaas buiten, maar op de valreep kwam ik dit weekend met Rob van Essen op de proppen. En jawel, zijn roman Visser is genomineerd. Daarmee is hij de verrassing van de nominaties die meer grote namen bevatten dan de Gouden Uil.

Anna Enquist
, Arnon Grunberg, Charlotte Mutsaers en Dimitri Verhulst behoren tot de gearriveerde romanciers die je op zo'n lijst mag verwachten. Naast Van Essen is vooral de nominatie van Alleen maar nette mensen van journalist en debutant Robert Vuijsje opvallend.



Hij is de enige die voor beide grote literaire prijzen is genomineerd en dat maakt nieuwsgierig dus dat boek heb ik direct besteld. Het boek van Mutsaers werd op JaapLeest nog net niet met de grond gelijk gemaakt (een 4.9) en ook Contrapunt van Enquist kon me niet enorm bekoren (6.5).


Het juryrapport is best boeiend, het engagement is terug zegt de jury. Voorlopige favoriet is dus Visser van Rob van Essen dat van JaapLeest een 8.5 kreeg.

zondag 22 maart 2009

Intelligente vraag op een boekenfeestje

De Boekenweek is afgelopen, halleluja. Ik bezocht het onofficiele slotfeest Walhalla in het hippe Amsterdamse Panama, georganiseerd door Nightwriters, een initiatief van literaire grootheden als Kluun, Saskia Noort en Susan Smit. Niet zeuren want we mochten voor niks naar binnen omdat ik de eerste prijs won in een schrijfwedstrijd in het kader van de Boekenweek, met als opdracht vanuit het perspectief van een dier te schrijven. In mijn winnende verhaal Sokken beschrijft de oudere kater Franklin D. zijn ambivalente gevoelens bij de verkiezing van Barack Obama. Als buurkat van het Witte Huis is Franklin D. enigszins teleurgesteld dat er opnieuw honden komen wonen en hij mist Socks van de Clintons. Geen briljant verhaal maar stukken beter dan het genante proza dat Susan Smit vandaag voordroeg.

We belandden in een aardige gesprek tussen Jeroen Smit, die nog amper kan geloven dat van zijn De Prooi over ABN/AMRO al meer dan 125.000 exemplaren zijn verkocht, en Eric Smit die voor zijn nog te verschijnen boek over Nina Brink al een dagvaarding van 7,5 centimeter dik binnen heeft. Op mijn intelligente vraag werd een beetje schamper gereageerd. Ik vroeg of beide heren ook een boek over een zakelijk succes zouden schrijven, of dat alleen drama's interessant zijn als non-fictie onderwerp. Journalisten zijn alleen geïnteresseerd in dingen die fout gaan, antwoordden de Smitjes in koor; daarmee onbewust voeding gevend aan mijn recente twijfels over de journalistiek.


Christophe Vekeman

Verrassing van de dag was de mij onbekende Belgische dichter/schrijver Christophe Vekeman die een paar fantastische gedichten voordroeg en een geestig en goed geschreven verhaal over een man die zijn vrouw duidelijk maakt dat ze zo ontiegelijk uit haar mond riekt. Bovendien een schrijver die kan voordragen en performen en niet de flauwigheden van Kluun en Giphart nodig heeft, al weet de laatste ook hoe hij een publiek moet entertainen.

zaterdag 21 maart 2009

Uitspraken met grote gevolgen

Rob van Essen – Visser

Maandag wordt de shortlist van de Libris Literatuurprijs bekend gemaakt; zes boeken uit een lijst van nu nog vierentwintig. De jury van De Gouden Uil liet heel eigenzinnig de grote namen links (of rechts) liggen, wat een verrassende shortlist opleverde. Ik ben benieuwd of de Libris-jury dat voorbeeld gaat volgen. Dus geen Doeschka Meijsing, geen Leon de Winter, geen Nelleke Noordervliet en geen Charlotte Mutsaers en wat mij betreft is dat terecht. Ik denk dat in ieder geval Erwin Mortier met Godenslaap wel genomineerd zal worden, ook gezien het hoge Vlaamse gehalte van de jury. Ik hoop op Martin Hendriksma met Familievlees, zoals ik al eerder schreef en eigenlijk ook wel op deze roman van Rob van Essen. Ik schafte hem aan vanwege deze longlist, ik werd nieuwsgierig door de beschrijving op de achterflap.

'Geschiedenisleraar Jacob Visser heeft een huis op een woonerf, een dochter die gaat trouwen en een vrouw die na de dood van hem is vervreemd. Wanneer hij tijdens zijn lessen iets ondoordachts zegt, komt zijn leven in een maalstroom terecht. Een groepje neonazi's vat zijn uitspraken op als een oproep om tot actie over te gaan en benoemt hem tot hun leider; in een gekraakte concertzaal wordt hij als held ingehaald, en een oudere boer durft hem eindelijk te laten zien welk vreemd schilderij hij al jaren op zolder verborgen houdt'.
Met een dergelijke samenvatting heb je mij als lezer binnen maar dat hoeft niet automatisch tot een leessucces te leiden. In dit geval wel al is de roman veel minder politiek dan de achterflap doet vermoeden. Dat gaat slechts op voor de verhaallijn waarin Van Essen het mechanisme beschrijft van leiderschap en volgelingen. We volgen Jacob Visser een paar etmalen waarin zijn leven volstrekt over de kop wordt gehaald. Uiteindelijk heeft alles te maken met het gemis: een van zijn beide dochters is op jonge leeftijd omgekomen. Andere mensen in zijn omgeving hebben ook te maken met verlies en onverwerkt verdriet.



De maalstroom waarin Vissers leven terecht komt leest als een soort psychose. Een paar opmerkingen van hem tijdens een geschiedenisles worden gebruikt om een hetze tegen hem te ontkenen. (Die verhaallijn kent trouwens opvallende parallellen met manier waarop de leraar in Het Diner van Herman Koch ontspoort). De ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op, er is weinig tijd om op adem te komen, zowel voor de lezer als de hoofdpersoon. Van Essen roert actuele en belangrijke thema's aan: leiderschap, hypes, rouwverwerking enzovoorts. En er zijn genoeg voorbeelden van op het oog niet al te heftige uitspraken die grote gevolgen kunnen hebben. Tegelijkertijd is het trefwoord van dit boek is ironie: het lukt Jacob Visser maar niet om de dingen in het leven nog serieus te nemen na de dood van zijn dochter. Het gaat langs hem heen, het glijdt van hem af en het doet er niet veel meer toe.

Een boek met veel verschillende lagen dat mij dwong om door te lezen. Omdat het beklemmend en spannend en onthutsend is. De diverse relaties in het verhaal zijn scherp en dicht op de huid beschreven en krijgen iets vervreemdends door die voortdurende ironie. Typisch zo'n boek om in een klein gezelschap nog eens over door te praten; domweg omdat er veel te bepraten valt. Ik ben benieuwd of het boek de shortlist haalt, het zou zeker niet onterecht zijn.
Jaaps boekencijfer: 8.5

donderdag 19 maart 2009

Tafels vol met dierenboeken

Tim Krabbe – Een tafel vol vlinders
Bibi Dumon Tak – Soldaat Wojtek


Gelukkig is het bijna afgelopen met dat gepiep en getjilp. Martin Bril die zijn hond laat praten, Philip Freriks over zijn katten, het zal allemaal wel. In het verleden kocht ik die dierenboekjes nog wel eens. Je bent kattenliefhebber of je bent het niet. Na de poezenboekjes van Remco Campert en Frans Pointl ben ik gestopt, het is lief en leuk maar vooral meer van hetzelfde. Ik heb kunnen glimlachen om de Literaire Zoo die Kluun samenstelde voor Vrij Nederland.

Nog een paar dagen en dan is het circus weer voorbij en zo´n thema zal wel nodig zijn om het een beetje sjeu te geven. Het blijft wat merkwaardig dat het boekenweekgeschenk niet over het thema hoeft te gaan. Tim Krabbe is dit jaar nog zo vriendelijk zijn boekje een dierentitel mee te geven al zijn de vlinders uit Een tafel vol vlinders louter metaforisch. Je voelt bij die geschenkjes meestal dat de schrijver zich heeft moeten inhouden, het mag immers niet boven de honderd bladzijden uitkomen. Da's ook hier weer zo: het is echt zo'n boekje-boekje. Al is dat bij Krabbe toch meestal al het geval en door deze opmerking voelt hij zich dan weer miskend, begreep ik uit een heel aardig interview in Volkskrant-magazine. Hij wil ook wel eens voor literaire prijzen genomineerd worden. Moet ie helemaal niet willen. Hij schrijft leuk, het leest lekker weg maar het is voor mij meer op het niveau van Rene Appel en de wat betere trhillerschrijvers. Helemaal niets mis mee natuurlijk.
Ik heb dit boekenweekgeschenk dan ook niet met tegenzin uitgelezen maar ik was het ook al weer zo'n beetje kwijt toen ik het uit had. De wisseling in perspectief op driekwart is misschien niet zo'n slimme zet. Het eerste stuk vanuit Fred is beter geschreven, het tweede deel vanuit zoon Bram zit me dichter op de huid maar daar loopt het verhaal een beetje weg en het drama beleef ik uiteindelijk niet echt mee.


Toevallig las ik nog een jeugdboek over dieren van Bibi Dumon Tak: Soldaat Wojtek. Dumon Tak schrijft meestal non-fictie verhalen over dieren maar in dit geval heeft ze een echt gebeurd verhaal uit de Tweede Wereldoorlog omgevormd tot een roman. Poolse Soldaten vonden in 1942 een klein beertje langs de weg dat ze vervolgens onder hun hoede hebben genomen. Wojtek wordt een vriend en een mascotte. Een ongelooflijk verhaal en behalve aandoenlijk ook nog best aangrijpend, als je bedenkt tegen welke achtergrond het verhaal zich afspeelt. Op youtube zijn wat fragmenten van de beer te zien, onder andere hier.

Het verhaal over Wotjek is ook terug te vinden in het boek Oorlogsdieren van Bibi Dumon Tak. Dat is recentelijk pas verschenen en er staan meer waar gebeurde verhalen over dieren die een rol in een oorlog hebben gespeeld, als koerier, als verzetsstrijder, als held. Dat lijkt me nou wel weer een leuk boek over dieren en het mag nog net.

Jaaps boekencijfers:
Tim Krabbe – Een tafel vol vlinders 6.5
Bibi Dumon Tak – Soldaat Wojtek 8.0

dinsdag 17 maart 2009

Els Beerten genomineerd voor Gouden Uil

Els Beerten lijkt de belangrijkste kanshebber voor de jeugdliteratuurprijs van De Gouden Uil. De jury van deze Belgische literatuurprijs maakte gisteren de nominaties bekend. Naast Beerten is onder andere nog Joke van Leeuwen genomineerd maar het zou mij verbazen als de jury om Allemaal willen we de hemel heen gaat. Het boek is alom positief gerecenseerd, ook door mij; met de vermelding: een volwassen jeugdroman. Het is een prachtig boek en misschien ook wel een belangrijk boek, daarom zou het helemaal niet verkeerd zijn als het weer onder de aandacht komt en door meer jongeren en volwassenen wordt gelezen.

Beerten had net zo goed bij de volwassenen genomineerd kunnen worden maar blijkbaar is er ergens een scherprechter die bepaalt welke boeken voor de jeugd en welke boeken voor oudere mensen zijn bedoeld. In Lange Dagen van Pia de Jong is de hoofdpersoon ook een kind maar dit boek ligt wel op de plank voor volwassenen. Ook dit boek werd vrijwel unaniem goed besproken, ook hier. Heel veel bekendere schrijvers zijn genegeerd door de jury en wat mij betreft terecht. Eindelijk eens geen Grunberg, De Winter en Enquist. De Jong is genomineerd samen met een andere debutant, Robert Vuisje. Verder smaken P.F. Thomese, Jan van Loy en Christiaan Weijts kans op de vijfentwintigduizend euro die aan de prijs verbonden is.

De bekendmaking en uitreiking van de Gouden Uilen is op 4 mei a.s.

donderdag 12 maart 2009

Onconventionele booker-boeken

Aravind Adiga – De witte tijger
Steve Toltz – Een fractie van het geheel


Goede vriend O., kritisch lezer van deze blog, waarschuwde me dat ik hier al tijden louter goede cijfers uitdeel, terwijl ik deze blog startte met een reeks onvoldoendes. Of ik misschien milder ben geworden of selectiever ben bij de keuze van de boeken die ik lees? Misschien heb ik door de periode van zelfreflectie waarin ik verkeer, dat klinkt veel enger dan het is, tijdelijk een wat boeddhistische inslag en minder de neiging om de zweep te hanteren. Maar ik denk dat het vooral met de boeken zelf te maken heeft. Ook nu weer twee voldoendes maar wat wil je: het gaat om twee genomineerden voor de Man Bookerprize 2008, de meest prestigieuze literaire prijs ter wereld die jaarlijks wordt uitgereikt.

Een recensent schrijft over Steve Toltz dat het hier duidelijk om een debutant gaat die nog niet is lastig gevallen door de regels en dogma´s uitgevers en redacteuren en gewoon lekker is gaan schrijven zonder zich al teveel van conventies aan te trekken. Datzelfde geldt voor Aravind Diga. Als ik etiketjes moet plakken op beide boeken dan zou ik woorden gebruiken als: origineel, fris, onbevangen en onconventioneel. Beide auteurs gaan vrolijk hun gang en experimenteren met vorm en structuur.


De Witte Tijger is geschreven in de vorm van een briefverslag aan de Chinese premier die eerdaags India komt bezoeken. De hoofdpersoon vertelt hem hoe de maatschappij in India in elkaar steekt. Het kastesysteem, de hierarchie, de kloof tussen rijkdom en armoede: het komt allemaal voorbij en het is bijna net zo indrukwekkend en aangrijpend als de Oscarkraker Slumdog Millionaire. Het is opvallend toevallig hoe in zowel de film als het boek een rauw en heftig maar ook hoopvol beeld van India wordt geschetst. Hoopvol is niet helemaal het goede woord, realiseer ik me. Het gaat over kansen op een redelijk leven, al gaat dat soms letterlijk over lijken. Het zal mensen die in India zijn geweest wellicht meer aanspreken dan iemand zoals ik die nog nooit in dat land was.

Het kostte even voordat ik gewend was aan de vorm van De Witte Tijger. Ik vind het wat gekunsteld om de Chinese premier er voor te gebruiken en die briefvorm is niet het sterkste onderdeel van het boek. Uiteindelijk zijn dat de ontboezemingen van de hoofdpersoon. Hij beschrijft hoe hij er in slaagde om niet uitgehuwelijkt te worden en directeur van een taxibedrijfje te worden. Dat hij daarvoor zijn baas moest vermoorden is verbijsterend maar het wordt op zo'n vanzelfsprekende manier beschreven dat ik er als lezer bijna geen moeite mee had. Dat is het knappe van deze roman en dat komt vooral door de grote hoeveelheid ironie. En Aravind slaagt er in om van een tragedie een soort blijmoedig verhaal te maken; dat is te vergelijken met Slumdog Millionaire. Ondanks de ellende en de treurigheid, heeft het ook iets vrolijks. Een aardig boek maar ik vond de Oscars voor Slumdog veel terechter dan de Booker-prize voor Aravind.



Een fractie van het geheel is een pil van meer dan 600 pagina's en de inhoud rechtvaardigt de omvang niet helemaal. Moeilijk om te zeggen wat ik er van vind. Analoog aan de titel: verschillende delen (fracties) zijn spectaculair en las ik zeer geboeid, andere delen zijn wat langdradig en soms begint het eindeloze gefilosofeer te irriteren. Wat voor boek levert dat nou als geheel op? Het eerste deel is sensationeel, het middendeel is saai en overbodig en het laatste deel is onderhoudend. Ik heb tijdens het lezen vaak de associatie met John Irving gehad. Fantasierijk en bloemrijk en onconventioneel waar het gaat om verhaallijnen en gebeurtenissen. Alles kan en zo'n beetje alles gebeurt ook. Het verhaal uit het eerste deel: over 2 broers waarvan 1 de held en de ander schlemiel van Australie wordt, is het uitgangspunt en wordt later op allerlei manieren uitgemolken. Het verhaal is niet na te vertellen en niet samen te vatten en daar waag ik me dan ook niet aan.

Als je van Irving houdt, is de kans groot dat dit boek je aanspreekt maar uiteindelijk haalt Toltz het niet bij de meeste boeken van Irving. Daarvoor is het allemaal teveel, te bloemrijk, te geestig enzovoorts. Er is toch zo'n gezegde over de beperking? Die gaat niet altijd op maar had in dit geval wel iets meer in acht genomen mogen worden. Ik ging me op een gegeven moment storen aan alle metaforen en vergelijkingen. Het is niet een achtbaan, het zijn zo'n beetje alle achtbanen uit Walibi achter elkaar. En dan ben je een ervaring rijker maar ook behoorlijk missselijk.

Jaaps boekencijfers – De Witte Tijger: 7.2 – Een fractie van het geheel: 7.1

zondag 8 maart 2009

Het einde van de wereld

Alhoewel ik nog nooit iets van Pablo Neruda las, was het bijzonder om door de straten van Valparaiso te lopen. De Chileense kuststad waar de Nobelprijswinnaar (literatuur, 1971)een groot deel van zijn leven doorbracht. Verschillende van de huizen waar hij verbleef zijn als museum in gericht en de stad ademt de onafhankelijkheid van deze bijzondere geest die ook politiek zeer actief was. Een van de huizen van Neruda, waar zijn bijzondere verzamelingen nu te bewonderen zijn

Ik heb in drie weken Chili geen Latijnsamerikaanse literatuur gelezen omdat ik er doorgaans weinig opgewonden van raak. Het was natuurlijk heel verantwoord geweest om hier Neruda te lezen maar ik lees liever wat ik leuk vind. Ik heb wat fragmenten van de Chili-biografie van Isabelle Allende gelezen maar op de een of andere manier liggen mevrouw Allende en ik elkaar niet. Haar hang naar magie en mystiek ergeren me. Dat heb ik ook bij bijvoorbeeld Gabriel Garcia Marquez. Grootse literatuur, dat beaam ik meteen, maar sfeer en stijl spreken me niet erg aan. Misschien dat ik het binnenkort nog eens ga proberen met Roberto Bolaño waarover in Vrij Nederland wordt geschreven dat hij de literaire hype van 2009 gaat worden. Al wordt me uit het rommelige artikel niet precies duidelijk wat deze overleden Chileense schrijver tot zo'n fenomeen zou maken.

De afgelopen week heb ik me redelijk goed vermaakt met Een fractie van het geheel van Steve Toltz waarover een andere keer meer. Ik zie onderhand wel weer uit naar een bezoek aan een boekhandel in Utrecht want de boekwinkels in Chili stellen niet veel voor, en bovendien heb je er weinig aan als je beheersing van de Spaanse taal vrijwel nul is. Het eerste boek dat ik ga aanschaffen is het verslag van haar ministerschap van Ella Vogelaar. Een vriendin mailt dat ik na het lezen van deze memoires echt geen PvdA meer zal gaan stemmen.




Tijdens mijn verblijf van drie weken hier las ik uiteindelijk slechts 1 boek dat zich in afspeelt in Zuid-Amerika, maar dat was dan ook nog van een Franse auteur. De tranen van de moordenaar van Anne-Laure Bondoux verscheen al in 2004. Ik kwam het tegen tijdens het googelen op jeugdboeken die zich in Chili afspelen. Het boek had ook 'Het huisje aan het eind van de wereld' kunnen heten want daar woont Paolo met zijn ouders, ergens in het zuidelijkste puntje van Patagonie. Zijn ouders worden op de derde bladzijde vermoord door een brute crimineel met de naam Angel. Die kan het niet over zijn hart verkrijgen om ook het kind om te brengen maar gunt Paolo wel 'de eer' om zijn eigen ouders begraven. Een luguber en wreed begin, zeker voor een kinderboek, maar uiteindelijk is het een nogal moralistisch boek met een zoete boodschap over het onderscheid tussen goed en kwaad. Jammer, want tot op driekwart is er niks aan de hand en is het een rauwe maar ontroerende vertelling over de vriendschap tussen een moordenaar en een kind. Jammer dat Bondoux uiteindelijk meent te moeten benoemen dat goed en slecht dicht bij elkaar liggen. Waarom laat ze dat nou niet aan de lezers zelf over? Het haalt de kracht van het boek enigszins onderuit maar gelukkig niet volledig. De tocht van de jongen en de moordenaar door Chili en door hun eigen geweten en herinneringen is boeiend en spannend genoeg. Bondoux spaart de lezer niet en dat is te prijzen want dat gebeurt veel te vaak in jeugdboeken. Zonder het nadrukkelijke moralisme was het een supergoed boek, nu is het een gewoon goed boek.

Het is leuk om het in Chili zelf te lezen al is dit land zo langgerekt dat de plek waar het zich afspeelt, duizenden kilometers verwijderd is van waar ik me nu bevind.

Jaaps boekencijfer: 7.8

woensdag 4 maart 2009

Een boek opvreten

John le Carre – Aangeschoten wild

Het exemplaar van mijn boek bleek inderdaad aangeschoten wild want ik was nog niet halverwege of hond Brutus bleek een goede smaak te hebben. Hij vrat het boek maar dan in letterlijke zin. De puppy is een schatje maar niets is veilig voor hem en ik had het boek dus niet zomaar naast mijn tuinstoel moeten laten liggen. Beetje dom maar gelukkig lag het opengeslagen bij de pagina waar ik was gebleven en was Brutus zo vriendelijk zich met name te goed te doen aan de helft die ik al had gelezen. Op vier pagina's na kwam de tweede helft redelijk ongeschonden uit zijn bek en heb ik de literaire thriller van Le Carre nog tot een einde kunnen brengen.



Brutus vond het boek blijkbaar iets te ingewikkeld voor een hond en dat is begrijpelijk want de spionageromans van deze inmiddels bejaarde schrijver blinken doorgaans uit in complexiteit. Aangeschoten Wild is daar geen uitzondering op. Ik lees Le Carre graag omdat zijn werk nooit vrijblijvend is. Hij is kritisch en actueel en dat maakt dat zijn werk een zekere urgentie heeft. In dit boek neemt hij de samenwerking tussen de verschillende veiligheids- en inlichtingendiensten van diverse landen (de VS, Engeland en Duitsland) onder de loep en vooral hun onderlinge competitie. De strijd tegen het terrorisme is volgens Le Carre ook een gevecht om macht en eer waarbij weinig middelen wordt geschuwd en vertrouwen een broos begrip is. We volgen drie hoofdpersonen, een asielzoeker, zijn advocate en een bankier, in een verhaal dat nauwelijks na te vertellen is en naar mijn smaak nodeloos ingewikkeld is gemaakt. Het vergt enig doorzettingsvermogen om de verhaallijnen te begrijpen en de diverse motieven uit elkaar te houden. Uiteindelijk gaat het meer om de nationale en internationale belangen dan om deze hoofdpersonen. De strijd tegen het terrorisme neemt soms absurde vormen aan en is niet meer dan een onderling spel, lijkt Le Carre te willen zeggen. En daar slaagt hij behoorlijk in. Dat maakt het uiteindelijk tot een beklemmend boek omdat het naar ik vrees niet heel ver van de realiteit afligt. Dat is een beangstigende gedachte.

Jaaps boekencijfer: 7.5

zondag 1 maart 2009

Laat Grunberg maar reportages schrijven

Arnon Grunberg – Kamermeisjes & soldaten
Arnon Grunberg onder de mensen – reportages uit: Bagdad – Kabul – Pristina – Ascuncion – Lima – Beiroet – Tel Aviv – Berlijn – Zurich -Beieren – Kandahar – Guantanamo Bay


Bij Grunberg is het al jaren de vraag hoe hij er in slaagt zoveel tekst te produceren die over het algemeen van hoge kwaliteit wordt geacht. Ik hoor niet bij zijn grote schare fans want aan zijn meeste romans beleefde ik weinig plezier maar misschien wel bij zijn bewonderaars. Zeker na het lezen van de artikelen die in dit boek zijn gebundeld. Ze verschenen vrijwel allemaal in het NRC dat ik ook lees maar waarin ik ze vaak oversloeg. Op zich een aardige vraag: waarom hoeven dit soort verhalen van mij niet perse in de krant en lees ik ze liever in boekvorm.

Het gaat hier om een vorm van literaire journalistiek en misschien wel het New Journalism dat in de jaren dat ik journalistiek studeerde zo in trek was maar inmiddels behoorlijk 'old' moet zijn. Tegenwoordig hebben we het liever over participerende journalistiek, hier en daar een beetje undercover, maar over het algemeen maakt Grunberg zich bekend als schrijver/journalist.



'De werkelijkheid confronteren met fictie in de breedste zin van het woord is hoe ik mijn taak als romanschrijver opvat', schrijft Grunberg ergens. Het wordt niet duidelijk hoe zich dat verhoudt tot de verslagen van zijn expedities want het er komt geen fictie aan te pas. Grunberg beschrijft de realiteit, verlevendigt deze met een forse dosis ironie, humor en vooral veel aandacht voor het detail en zijn eigen waarnemingen die vaak het absurde benaderen. De bekendste reportages uit zijn boek zijn de verslagen van de bezoeken die hij als embedded journalist bracht aan Irak, Afghanistan en Guantanamo Bay. De verslagen over de Nederlandse missies in Irak en Afghanistan zijn wat mij betreft het meest geslaagd. Ik voel dat hij het belangrijk vindt en dat hij er betrokken bij is. Meer dan bij sommige andere onderwerpen. Hij voegt met zijn verhalen zeker iets toen aan de berichtgeving over de Nederlandse missies.

Grunberg doet verder verslag van onder andere bezoeken aan de mennonieten in Paraguay, aan Israel en Libanon. Zijn onderwerpkeuze roept nogal eens vragen op. Waarom hij tien dagen achter de 'speisewagen' in een Zwitserse trein moet lopen, blijft een raadsel en levert geestig en onderhoudend maar niet echt relevant materiaal op. Hetzelfde geldt voor een bezoek aan het bestuur van de pedofielenpartij, alhoewel het verslag daarvan tamelijk briljant. Grunberg weet zijn eigen ongemak en tweeslachtigheid treffend te beschrijven waarbij ik altijd zal onthouden dat er die avond nootjes werden geserveerd.

Een interessant boek, ook voor de lezers die minder met Grunbergs romans op hebben.

Jaaps boekencijfer: 8.5