Tanneke Wigersma – Ole durft
Bart Moeyaert – Duet met valse noten
Weer even een paar jeugdboeken tussendoor. De cijfers die ik aan het slot geef, spreken voor zich. Van Gestel schreef met Mariken en Winterijs al twee klassiekers en Kleine Felix is iets bescheidener van opzet maar past qua niveau rustig in dat rijtje.
Het boek is in feite een literaire versie van Kruimeltje. Het speelt zich af net na de Tweede Wereldoorlog, die in Winterijs een veel belangrijker rol speelde, hier is de oorlog geen thema maar is de tijd van de wederopbouw louter het decor. Felix heeft als achternaam Wonder en dat staat direct synoniem voor het gezin waarin hij opgroeit. Vader is goochelaar en neemt zijn moeder mee op reis naar Amerika om daar te werken. Het boek beschrijft de tijd van Felix in kinderhuis Vreugdevol waar de jongen gepest wordt vanwege zijn geringe lengte en het bovendien gewoon zwaar heeft omdat er nare mensen werken die niet van kinderen houden. Wat het boek bijzonder maakt is de gedachtewereld van Felix en zijn naïeve onschuld, al klinkt dat hier poëtischer dan het is. Felix gaat zo’n beetje uit van het goede en begrijpt vaak niet waarom mensen elkaar het leven zuur maken. Het is een beetje de aloude kwestie van: wie is er nou eigenlijk gek. De gedachtes van Felix zijn logisch maar laat het leven nou eenmaal niet zo heel logisch in elkaar zitten. Felix observeert en verbaast zich over veel dingen en houdt ons op die manier een spiegel voor. Van Gestels stijl is loepzuiver, er staat geen woord teveel in het boek en de droge humor spat van de pagina’s af zonder opzichtig te zijn. Een heel normaal jongetje die Felix Wonder, die zich staande houdt in een wonderlijke wereld.
En het kan nog mooier. Ole is ook al zo’n gewoon jongetje al is het natuurlijk wel bijzonder als je moeder om het leven komt en je ineens alleen met je vader in een huis woont. Een nieuw huis nog wel want papa vond het nodig om te verhuizen. Ole durft beschrijft de eerste dagen in het nieuwe huis waarin Ole er in slaagt om zijn vader om de tuin te leiden, zodat hij niet naar school hoeft. Ole leeft net als Felix in een eigen binnenwereld die hij nodig heeft om zichzelf een nieuwe plek in het leven te geven. Want hoe doe je dat in een onbekende omgeving? Nou, bijvoorbeeld door een ontsnapt konijn te vangen en het bij een buurvrouw af te leveren en die vervolgens van haar straatvrees af te helpen. Ole durft dat allemaal maar dat klinkt veel stoerder dan het is.
En het kan nog mooier. Ole is ook al zo’n gewoon jongetje al is het natuurlijk wel bijzonder als je moeder om het leven komt en je ineens alleen met je vader in een huis woont. Een nieuw huis nog wel want papa vond het nodig om te verhuizen. Ole durft beschrijft de eerste dagen in het nieuwe huis waarin Ole er in slaagt om zijn vader om de tuin te leiden, zodat hij niet naar school hoeft. Ole leeft net als Felix in een eigen binnenwereld die hij nodig heeft om zichzelf een nieuwe plek in het leven te geven. Want hoe doe je dat in een onbekende omgeving? Nou, bijvoorbeeld door een ontsnapt konijn te vangen en het bij een buurvrouw af te leveren en die vervolgens van haar straatvrees af te helpen. Ole durft dat allemaal maar dat klinkt veel stoerder dan het is.
De schrijfster Tanneke Wigersma was voor mij een onbekende maar ik ga haar nu in de gaten houden. Dit is het soort jeugdboeken die ergens over gaan zonder in de duidelijk zichtbare problemen en drama’s te vervallen. Het leven gaat door maar ook weer net niet helemaal. En het komt gelukkig ook nog goed, dat hoort bij zo’n boek.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het boek is het debuut van Bart Moeyaert opnieuw gegeven. Duet met valse noten is vooral interessant om in het perspectief van zijn daarop volgende boeken te schrijven. Ik heb een soort van haat-liefde relatie met Moeyaert. Hij kan prachtig schrijven maar vervalt soms in literair geknutsel en gekunstel waardoor hij in mijn ogen zijn doel wel eens voorbij schiet. In Duet met valse noten staat Moeyaert heel dudielijk nog aan het begin van die literaire ontwikkeling en verlang je als lezer juist weer naar iets meer eigenzinnigheid. Maar de stilist die Moeyaert is, is al herkenbaar. Het is in feite een supereenvoudig verhaal over een eerste liefde en tot op de helft ook behoorlijk adembenemend door de koortsachtige stijl waarmee de verliefdheid wordt beschreven. Als de liefde afneemt, zakt het boek ook nogal in elkaar.
Interessant is wel de toevoeging van Moeyaert die in een nieuw hoofdstuk beschrijft hoe het boek destijds tot stand is gekomen. Hij was nog maar 17 toen hij er aan begon en 19 toen het verscheen. De derde uitgever herkende zijn talent en hapte toe. Anders hadden we wellicht nooit het meesterwerk Broere kunnen lezen.
Jaaps boekencijfers: Kleine Felix: 8.5 – Ole durft: 8.8 – Duet met valse noten: 7.8
Geen opmerkingen:
Een reactie posten