Komende maandag wordt bij Pauw & Witteman bekend gemaakt welk boek de AKO Literatuurprijs 2008 wint.
Ik schreef er al eerder over en werd er terecht door iemand op gewezen dat ik er niet op teruggekomen ben en of dat kwam omdat ik er met mijn voorspelling honderd procent naast zat. Klopt. Ik kan niet tegen mijn verlies. Maar ik was ook echt teleurgesteld, niet zozeer omdat mijn glazen bol niet werkte maar vanwege de nominaties. De helft van de zes genomineerde boeken is non-fictie en dat vind ik jammer. Kunstprijzen hebben sowieso een hoog appels en peren gehalte maar als je er dan ook nog perziken en bananen tussenstopt. Een roman vergelijken met een roman heeft dan nog wel iets rechtvaardigs maar hoe verhoudt zich een essaybundel tot een fictief verhaal en literaire non-fictie tot een verzonnen verhaal? Voor al die andere genres zijn er inmiddels eigen prijzen in het leven geroepen. Non-fictie en geschiedenisboeken kennen hun eigen prijzencircuit en daar worden fictieve romans ook niet bekroond. Daarom zou de jury van de literatuurprijs zich wat mij betreft ook louter over romans moeten buigen. Waarbij er al genoeg gerommel is over genres als jeugdboeken, proza, strips enzovoorts. Dus is het spijtig voor Machiel Bosman, Chris de Stoop en Bianca Stigter maar ik vind dat zij met hun non-fictie geen literatuurprijs verdienen. Non-fictie is een totaal andere discipline die hele andere vaardigheden vereist. Het schrijven ervan heeft weinig tot niets met het schrijven van fictie te maken. Een jazzprijs wordt ook niet aan een rapper gegeven en een piano-award niet aan een zangeres.
Dus blijven over: Doeschka Meijsing met Over de liefde, Leon de Winter met Het recht op terugkeer en Tomas Lieske met Dűnya. Ik heb me er dit keer niet toe kunnen zetten al die boeken te lezen. Alleen De Winter las ik en daar was ik niet zo enthousiast over. Meijsing staat wel op het lijstje want haar onderwerp intrigeert me: het schijnt onder andere te gaan over haar relatie met Xandra Schutte en met haar heb ik nog een korte tijd in de redactie van een homoblad gezeten. Niet dat ik haar echt ken maar het is toch een gegeven dat nieuwsgierig maakt.
Ik kan geen vergelijking maken tussen deze drie boeken maar omdat de AKO-literatuurprijs van de 21 keer nog maar 3 maal aan een vrouw is uitgereikt (aan Brigitte Raskin, Margriet de Moor en voor de laatste keer in 1995 aan Connie Palmen voor De Vriendschap. ) wordt dat wel weer eens tijd. Doeschka maar doen dan? Hoe dan ook: AKO-jury, laat het in ieder geval een echte roman zijn!
vrijdag 31 oktober 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten