zondag 14 september 2008

Optimist tegen beter weten in


Marc de Hond - Kracht. Het nieuwe leven van een optimist.

Kracht van Marc de Hond is volgens Carlo Boszhardt een van de beste boeken ooit maar die gaf er bij aan dat hij vrijwel nooit een boek las. Misschien heeft hij zich vooral laten beinvloeden door de foto van de auteur op de achterflap gekeken want Marc is geen lelijke jongen. Natuurlijk is Kracht geen geweldig boek, dat zijn egodocumenten maar zelden, al stijgt het boek van De Hond wel uit boven de meeste ziekteverhalen die op schrift zijn gesteld. Dat komt eenvoudigweg omdat hij behoorlijk goed kan schrijven.

Zwemmer Maarten ter Weijden had direct mijn sympathie omdat hij er na zijn gouden medaille er de nadruk op legde dat hij zijn herstel aan de artsen en de medische wetenschap te danken had en nergens anders aan. Die opvatting staat haaks op de manier waarop Lance Armstrong met zijn ziekte is omgegaan. Als je maar wilt, er in gelooft en heel hard je best doet dan valt een ziekte te overwinnen. De Hond heeft helaas ook een beetje last van dat dwangmatige optimisme. Niks mis mee natuurlijk, zolang het jezelf aangaat maar het neigt al snel naar een statement richting mensen die op een andere manier met hun ziekte omgaan.

Het verhaal in het kort: De Hond heeft een tumor in zijn rug. Na de operatie is er sprake van onachtzaamheid in het ziekenhuis waardoor een bloeding over het hoofd wordt gezien en er zenuwen bekneld komen te zetten met een tamelijk dramatisch gevolgd: De Hond kan niet meer lopen. Hij legt zich daar niet bij neer en grijpt alle mogelijkheden aan om dat noodlot af te wenden. Gesteund door de financien en contacten van zijn niet onbemiddelde familie. Dat klinkt misschien wat zuur maar zo bedoel ik het dan ook. De auteur komt niet al te sympathiek over, is een zeurpiet richting zijn artsen en heeft het gewoon wat hoog in zijn bol en dat ging me op den duur tegenstaan. Hij zal wel even bewijzen dat hij toch kan lopen, ondanks alle diagnoses. Natuurlijk is dat allemaal zijn goed recht en is het misschien zelfs bewonderenswaardig maar het heeft ook iets drammerigs. Zeker nu het jaren later is en De Hond zelf ook de afloop kent, mist de nodige relativering en zelfkritiek.

Toch is het een geslaagd boek omdat, zoals gezegd, De Hond een vaardige pen en verhalend kan schrijven. Maar bovenal is hij opvallend openhartig over kwesties waar meestal niet zo gemakkelijk over gesproken wordt. Hele basale dingen als poepen, plassen, neuken en masturberen beschrijft hij als bijna vanzelfsprekend. Niet geheel vanzelfsprekend want dat is het vooral niet. Het zijn de dingen die je vaak niet aan een gehandicapte durft te vragen of die niet ter sprake komen. De Hond schuwt geen detail en duwt zijn eigen schaamte ook niet weg waardoor het verteerbaar is voor mij als lezer. Die openhartigheid tilt het boek uit boven veel van dit soort ervaringsverhalen.

Een niet onbelangrijke verhaallijn is dat van de kinesioloog, een alternatieve arts die een nogal opdringerige indruk maakt maar natuurlijk het beste met Marc voorheeft. Het laat zien hoe je als patient overgeleverd kan zijn aan goedebedoelende derden. De kinesioloog is een vriend van de familie en lijkt nogal van zichzelf overtuigd en zijn dwingende opstelling werkt al snel op de zenuwen.Het duurt logischerwijs wat langer voordat Marc het ook wel zo'n beetje met hem gehad heeft.

Een boek dat met veel vaart is geschreven en daardoor lekker weg leest, misschien het best te omschrijven als: een moedig maar wat narcistisch verslag.

Jaaps boekencijfer: 7.2

Geen opmerkingen: