Mijn lesbische buurvrouw was halverwege Strikt, het vorige boek van Minke Douwesz en haar debuut, gestopt omdat ´die vrouwen toch wel allemachtig kunnen zeuren´. Klopt, en daarom zijn ze leuk. Relationeel gezever is boeiend als het goed is neergeschreven. En dat doet Douwesz. Een roman van een kleine 600 pagina´s waarin vooral wordt gemopperd, geneuzeld en gezeurd en die toch tot de laatste pagina blijft boeien. Ga er maar aan staan. In de recensies is dit boek terecht vergeleken met het werk van Voskuil want net als in Het Bureau wordt ook hier wordt de kleinburgerlijkheid in alle toonaarden blootgelegd.
Gynaecologe Edith heeft een relatie met Norma, ze zijn op een boerderij buitenaf gaan wonen. Edith werkt hard en is ondertussen nog aan het promoveren op het verband tussen anorexia en seksualiteit, Norma heeft vooral migraine, is boos en chagrijnig en maakt zich druk om de wereld en vooral het leed dat dieren wordt aangedaan. Op een dag komt Edith tot de conclusie dat de relatie verloren is en ze maakt het uit. Maar dan begint het gelazer. Norma gaat niet weg. Ze verschanst zich in de boerderij en wordt steeds bozer. Logisch ook wel als je relatie na een flink aantal jaren nogal plotseling wordt verbroken en Edith niet bepaald heel erg toeschietelijk is in de uitleg. Dat is meteen een van de minder sterke punten van deze roman. De focus ligt bij Edith, en de sympathie van de auteur lijkt ook bij haar te liggen. Norma is de kwade pier en ze schittert in die rol. Maar wordt Edith daarmee niet iets teveel het slachtoffer terwijl ze net zo goed verantwoordelijk is voor de situatie?
De roman beschrijft de weken waarin Norma maar niet weggaat en Edith steeds hopelozer wordt. Ondertussen wordt Pim Fortuin nog even vermoord en vliegt de kippenschuur van de overburen in brand, waarbij het buurmeisje gewond raakt als ze Lodewijk, het hondje van Edith probeert te redden.
Jaaps boekencijfer 7.8
Geen opmerkingen:
Een reactie posten